MENU
  • Home
  • Actueel
    • Nieuws
  • Inhoud
    • Laatste nummer
    • Archief
  • Auteurs
    • Overzicht auteurs
    • Artikel indienen
  • Abonnementen
    • Abonneren
    • Proefabonnement
  • Over CDV
    • Redactie
    • Adverteren
    • Links
    • Contact
Inloggen
Inhoud
Inhoudsopgave jaargang 2025 / nummer 3
PDF  

Europa kan koploper circulaire economie en schone technologie worden

Jan Prij
1 oktober 2025

Samenvatting

We hebben veel meer economische groei nodig. Niet op de manier van gisteren, maar op een verstandige, duurzame manier. Volgens Eurocommissaris Hoekstra kan Europa kampioen schone technologie en circulaire economie worden en drie vliegen in één klap slaan: het verdienvermogen vergroten, in duurzaamheid vooroplopen, en de strategische afhankelijkheid van landen buiten Europa verkleinen.

Wopke Hoekstra is commissaris voor Klimaat, Nettonul en Schone Groei, en ook verantwoordelijk voor belastingen. Toen hij in 2023 als Eurocommissaris in Brussel aan de slag ging, was de oorlog in Oekraïne al ruim een jaar in volle gang, maar inmiddels is er in de wereld nog veel meer onrust bijgekomen. Dat heeft effect op onze Europese economie en veiligheid. Hoe werkt dit door op de agenda van Europa en op die van Hoekstra als Eurocommissaris? Hoe ziet hij zijn opdracht voor de komende tijd?

Waar staan we volgens u als Europa? Wat zijn de belangrijkste opgaven voor de komende vijf tot tien jaar?

‘De wereld is instabieler, volatieler en transactioneler geworden. We staan voor enorme uitdagingen op het gebied van klimaat en economie in een wereld op drift met geopolitieke spanningen die stuk voor stuk vragen om een weerbaar en sterk Europa. De taak van de Europese Unie om haar economie te beschermen, te verdedigen en te ontwikkelen, is daarmee nog veel belangrijker en urgenter geworden dan die al was. Niet voor niets zijn veiligheid, klimaat en duurzame economische groei de belangrijkste pijlers van deze Commissie de komende vijf jaar. Europa moet onafhankelijk worden, op alle fronten: defensie, energievoorziening en strategische grondstoffen. Op dit moment is Europa nog te veel afhankelijk van andere landen buiten ons continent. We besteden bijvoorbeeld jaarlijks 400 miljard euro aan olie en gas buiten Europa.’

Wopke Hoekstra

Wat ziet u binnen dat kader als uw opdracht?

‘Mijn taak is bij te dragen aan een CO2-vrije samenleving waarbij tevens economische groei centraal staat. Deze moet de komende tien tot vijftien jaar gestalte gaan krijgen. Decarbonisatie kan een krachtige groeimotor zijn voor de economie van Europa. Als we dit goed doen, kan het investeringen in innovatie en schone banen stimuleren. Zonne-energie en batterijen hebben een enorm potentieel, evenals windenergie en geothermische energie. Europa heeft de potentie om leider te worden in schone technologie. We gaan nu door een transitiefase heen. Oude industrie moet verduurzamen, en cleantechstartups moeten de kans krijgen om zich te ontwikkelen, zodat ze de samenleving en industrie richting zero emissie kunnen helpen. Denk hierbij aan start-ups in de batterijenindustrie. Met het oog op die missie heb ik afgelopen februari de Clean Industrial Deal gepresenteerd.’

Al degenen die menen dat het zonder economische groei kan, bedrijven luchtfietserij

Welke agenda hoort daarbij? Hoe bereiken we zoiets als een CO2-vrije industrie? Hoe zorgen we dat die transitie kan slagen?

‘Mijn agenda berust op drie pijlers. De eerste is het realiseren van groene groei op basis van schone technologieën. Daarbij hoort ook het helpen van traditionele en nieuwe bedrijven in de transitie naar een fossielvrije economie. De tweede pijler is het vormgeven van een circulaire economie, en de derde het verminderen van de strategische afhankelijkheid van landen buiten Europa.’

Laten we beginnen bij de eerste pijler, die van ‘groene groei’. Kan dat wel? Er zijn vraagtekens over de mogelijkheid om groene groei te realiseren. Echte ontkoppeling, oftewel het realiseren van groei in combinatie met het laten dalen van de absolute milieu-impact, lukt nog niet zo goed …

‘Een ding vooraf. We hebben hoe dan ook fors meer economische groei nodig. Al degenen die menen dat het zonder economische groei kan, bedrijven luchtfietserij. Alleen al vanwege de forse investeringen die nodig zijn op het terrein van veiligheid, collectieve voorzieningen, onderwijs en zorg, moet de economie groeien. Bovendien leert de politieke realiteit dat de rekening van geen groei of nulgroei, postgroei of hoe je het ook noemen wilt, in de praktijk vooral terechtkomt bij degenen met de kleinste portemonnee. Dat gezegd hebbende: het kan niet meer de groei van gisteren zijn. We moeten ánders groeien, op een duurzame manier. Wat die ontkoppeling betreft: we hebben gezien dat dit kan met de CO2-uitstoot. De footprint, de netto-uitstoot van broeikasgassen in de EU, ligt nu 37 procent onder het niveau van 1990, terwijl het bbp in dezelfde periode met 68 procent is gegroeid. Deze vooruitgang onderstreept het belang van decarbonisatie als aanjager van economische groei en welvaart, waardoor juist hiermee ook nieuwe kansen voor Europeanen worden gecreëerd.’

Dat geldt misschien wel voor de uitstoot van CO2, maar veel minder voor de andere planetaire grenzen?

‘Dat iets lastig is, of nog niet eerder gerealiseerd, betekent niet dat het onmogelijk is, laat staan onwenselijk. We staan voor ongekende uitdagingen zonder precedent. Dat heeft te maken met de driedubbele opgaven waarvoor we staan. Ten eerste het vergroten van het verdien- en concurrentievermogen op een duurzame manier. Voor de gewenste transitie van de economie zijn ook veel geld en nieuwe banen nodig. Ten tweede is er schade door klimaatverandering, die op dit moment ook in Europa al miljarden kost. Het gaat er ook om onze economieën te beschermen tegen economische verliezen als gevolg van klimaatverandering. Om een voorbeeld te geven: Slovenië verloor 11 procent van zijn bbp na de verwoestende overstromingen in 2022. Helaas zijn er meer voorbeelden in de hele Unie. We mogen niet economische groei en de klimaatproblematiek tegen elkaar uitspelen. En de derde opgave waarvoor we staan: het op een verantwoorde manier vergroten van onze strategische onafhankelijkheid van grondstoffen.’

‘Van zonne-energie zijn de kosten dramatisch gedaald, tot wel 95 procent in vergelijking met het begin van deze eeuw. En die kosten zullen, daar zijn de experts het over eens, nog verder dalen. Ook de mogelijkheden van energieopslag zullen enorm verbeteren. Fantastisch nieuws voor onze economie en voor duurzaamheid. En ja, nog niet alles lukt. Zie bijvoorbeeld de uitstoot van het vliegverkeer. Daar zie je dat die niet daalt, of stabiliseert, maar zelfs toeneemt. Vliegen moet schoner op een concurrerender manier. Ik ben ervan overtuigd dat dat ook gaat gebeuren.’

We moeten het eenvoudiger maken om in en met Europa zaken te kunnen doen

In hoeverre past uw inzet voor groene groei en een schone industrie bij de inzet van het rapport van Draghi? Wat neemt u over en wat niet?

‘De agenda van het Draghi-rapport1 is essentieel voor mij op drie punten: het investeren in de economie van de toekomst, het eindelijk realiseren van een Europese kapitaalmarkt, en het fors inzetten op investeringen in innovatie en technologie. Dat is een nuttige en essentiële agenda voor de komende vijf à tien jaar. Dat is niet in een vloek en een zucht gebeurd.’

‘Waar Draghi weinig oog voor heeft, is het schuldenprobleem van vele landen. Er zijn lidstaten in Europa die meer aan rente betalen dan aan defensie; het laat zich raden dat dat een probleem is. Veel landen leven op te grote voet.’

‘Dat gezegd hebbende: we moeten veel investeren om de energietransitie te doen slagen. Denk aan de nodige investeringen in het elektriciteitsnetwerk – nu al een enorm knelpunt in de energietransitie. Of aan investeringen in AI, waar we een inhaalslag moeten maken de komende vijf à tien jaar. Het punt dat Draghi maakt is dat die investeringen vaak effectiever op Europese schaal kunnen worden gedaan. Daarvoor is ook groei nodig. Europa moet zijn economie weer een nieuwe push geven en het spel veranderen.’

Hoe kunnen we dat doen?

‘Daar hoort bij dat we het eenvoudiger moeten maken om in en met Europa zaken te kunnen doen, omdat complexiteit en bureaucratie grote obstakels vormen voor innovatie en vooruitgang. Een goed voorbeeld is de verbetering van het Carbon Border Adjustment Mechanism (CBAM). Dit mechanisme voor koolstofcorrectie zorgt ervoor dat inspanningen van de EU-industrie om de emissies te verminderen niet worden ondermijnd door koolstofintensieve invoer van goederen die buiten de EU worden geproduceerd. Ook stimuleert het wereldwijd decarbonisatie en koolstofbeprijzing. Alle bedrijven vielen hieronder. Uit onderzoek bleek echter dat een beperkt aantal importeurs verantwoordelijk is voor meer dan 99 procent van de CO2-uitstoot. De verbetering die wij als Commissie nu hebben aangebracht, is dat alleen de top-uitstoters nog onder het CBAM-systeem vallen, en de overige bedrijven niet meer. Dit vermindert de administratieve lasten voor industrieën en hun toeleveringsbedrijven (zo’n 90 procent van het totaal) aanzienlijk, zonder noemenswaardige impact op de totale uitstoot. Dit maakt het met name voor het mkb veel makkelijker om te opereren en buiten de EU te handelen.’

‘We hebben ook meer overheidsfinanciering nodig, en daarnaast een betere coördinatie tussen de EU en de lidstaten, en meer private investeringen in innovatie en R&D. Ook hier is een gunstige kapitaalmarkt voor onze bedrijven, en met name onze start-ups, cruciaal. Er is in Europa een gebrekkig functionerende kapitaalmarkt.

Het geld circuleert niet makkelijk in de EU. Het grotere midden- en kleinbedrijf is voor 80 procent aangewezen op bancaire financiering, en vaak ook nog eens alleen in de eigen lidstaat. In de Verenigde Staten is dat precies andersom. Het is een langjarige Nederlandse wens om werk te maken van de kapitaalmarktunie. De tragiek is dat er op dit terrein nog vrijwel niets gebeurd is, terwijl daar veel groei mee te winnen is.’

‘Dat is maar één voorbeeld van de veel bredere harmoniseringsslag die er nodig is binnen onze interne markt, een kwestie waar ook bijvoorbeeld het Letta-rapport zich sterk voor maakt.2 Zo hebben we in Nederland duizenden erkende beroepen. Daarvan zijn er maar een stuk of twintig automatisch erkend in andere lidstaten. Dat zijn er schrikbarend weinig. Ook dat is een belangrijke beperking van groei, want het betekent dat je direct over de grens maar heel beperkt aan de slag kunt en dat er additionele kwalificaties nodig zijn in andere landen. En dat voor 27 lidstaten.’

Het CO2-beprijzings-systeem is effectief en geeft duidelijkheid voor ondernemers

In hoeverre bedreigt de inzet op deregulering en op harmonisering de kern van Europa, namelijk de inzet op kwaliteitsproducten? Op goedkoper en sneller?

‘Ik vind dat een valse tegenstelling, waarmee we het debat niet verder helpen. Deregulering kan juist goed uitpakken voor de economie én voor duurzaamheid.

Duurzaamheid is niet gediend met ingewikkelde regels, en de kwaliteit van de economie ook niet. We hebben het veel te ingewikkeld gemaakt, zoals in het onderwijs en in de zorg. Zie ook het eerdergenoemde voorbeeld van het CBAM. We halen bij 90 procent van de bedrijven de administratieverplichting weg, zonder noemenswaardig effect in de reële wereld voor de uitstoot. Is dat deregulering? Ja. Gaat dat ten koste van duurzaamheid? Zeker niet.’

‘Wel essentieel blijft dat we als EU scherpe en duidelijke doelen stellen, zonder precies voor te schrijven hoe deze moeten worden bereikt. Precies dat is en blijft de kern van het EU Emissions Trading System (EU ETS). Dat systeem is volgens experts verstandig en heeft ook draagvlak onder ondernemers. Het is een CO2-beprijzingssysteem dat het beschikbare CO2-plafond stapsgewijs naar beneden brengt. Het is effectief, geeft duidelijkheid voor ondernemers, en is helder over de doelen.’

Een ander deel van uw agenda, naast de inzet in schone technologie, is het stimuleren van een circulaire economie. Kunt u daar voorbeelden van geven? Hoe kunnen we bijvoorbeeld zorgen dat producten langer meegaan?

‘We hebben als Nederland en Europa de potentie om wereldkampioen circulaire economie te worden. Drie zaken komen weer samen: ten eerste is er serieus geld mee te verdienen; ten tweede zijn er enorme duurzaamheidswinsten mee te behalen op het terrein van CO2-footprint en milieu; en ten derde is het strategisch gezien een gamechanger. We kunnen onze onafhankelijkheid ermee vergroten. Denk aan de maakindustrie: fast fashion, goedkope T-shirts, waar we vanaf moeten. We kunnen het hergebruik van spijkerbroeken stimuleren, en dat gebeurt al.’

‘Denk ook aan het lithium dat wij nu moeten importeren voor onze mobiele telefoons. Waarom niet inzetten op hergebruik van mobiele telefoons?

Dat zou ten goede komen aan de veiligheid, want dan ben je minder afhankelijk van andere continenten en aan de noodzakelijke energietransitie.’

‘Ik vind ook dat we scherper moeten zijn op goedkope spullen vanuit China, door het opleggen van invoerheffingen. Denk aan de veiligheid van die spullen, en ook aan de condities waaronder ze gemaakt zijn: kinderarbeid en dergelijke – daar hoef je je geen illusies over te maken.’

‘In een circulaire economie is het mogelijk om minder goedkope, onduurzame spullen te consumeren, en in te zetten op kwalitatief hoogwaardige producten.’

Dat past ook bij de derde pijler in uw beleid: het verminderen van de afhankelijkheid van de import van grondstoffen uit andere landen.

‘Ja. Het is niet voor niets dat de Europese Commissie op 2 juli 2025 is gekomen met een doelstelling van 90 procent CO2-reductie voor 2040. Dit 2040-voorstel doen we omdat het vanuit economisch, veiligheids- en geopolitiek oogpunt logisch is om koers te houden op het gebied van klimaat. Ten eerste heeft Europa geen eigen grondstoffen; we zijn strategisch op dit moment te afhankelijk van andere continenten. Voor onze eigen veiligheid en toekomstig concurrentievermogen moeten we fors inzetten op zero emissie, en met nieuwe innovaties onze industrie stimuleren om duurzamer te werken. Ten tweede is uit wetenschappelijk onderzoek van het Europees Wetenschappelijk Adviescomité voor Klimaatverandering (European Scientific Advisory Board on Climate Change; ESABCC) gebleken dat een emissiereductie van 90 à 95 procent tegen 2040 noodzakelijk is om Europa te beschermen tegen klimaatrisico’s en om in 2050 klimaatneutraliteit te bereiken. We hebben allemaal gezien dat de weersomstandigheden op ons continent aan verandering onderhevig zijn. Zie de overstromingen en bosbranden van de afgelopen jaren, die steeds frequenter en heviger zijn, ook afgelopen zomer weer. We moeten onze bevolking en woonomgeving beschermen tegen extreme weersomstandigheden en de verdere opwarming van de aarde. De Eurobarometer van maandag 30 juni 2025 laat zien dat 85 procent van de Europeanen zich zorgen maakt over deze klimaatverandering. Ten slotte geeft het zetten van een target voor bedrijven en overheden voorspelbaarheid bij het maken van hun beleid en het doen van investeringen. Bedrijven moeten weten dat ze rendement krijgen op hun schone investeringen. Een bloeiende industrie en een stabiel klimaat kunnen hand in hand gaan. Dat het een uitermate lastige en uitdagende opgave is, zal ik niet ontkennen. Maar alleen op deze manier kunnen we ons continent goed achterlaten aan onze kinderen. Om dit te doen slagen is ieders creativiteit en inzet hard nodig.’

85 procent van de Europeanen maakt zich zorgen over klimaatverandering

Er zijn ook mensen die eenvoudigweg zeggen: we kunnen wel een tandje minder op het terrein van duurzaamheid, ten gunste van economische groei. Dat alleen is goed genoeg. Wat vindt u daarvan?

‘Laat ik hier helder over zijn: er is geen alternatief voor het doorgaan met duurzaamheid. Stoppen of vertragen op het gebied van duurzaamheid is niet goed voor onze portemonnee, en onze veiligheid komt hiermee in het geding. Bedrijven kunnen op de langere termijn niet succesvol zijn met een niet-duurzaam bedrijfsmodel. Daarmee ondergraven ze hun eigen bestaansgrond en maatschappelijke legitimiteit. Inzet op duurzaamheid is ook nodig omdat we nu te zeer afhankelijk zijn van fossiele brandstoffen: olie en gas komen nu grotendeels van buiten Europa, wat zoals gezegd 400 miljard euro per jaar kost. Europa zelf heeft alleen wind, water en zon. Daar moeten we het mee gaan doen, want je wilt niet afhankelijk zijn van instabiele landen. Er is draagvlak voor klimaatbeleid en voor het slagen van de energietransitie, zowel onder burgers als onder bedrijven, mits dit alles eerlijk en betrouwbaar gebeurt. Tegelijkertijd ben ik wel van de school dat we een been bij moeten trekken in het verdedigen van onze belangen. Daarvoor is het cruciaal dat ons bedrijfsleven in Europa kan floreren. Het kan niet zo zijn dat we door aan klimaatbeleid te doen onze bedrijven de deur uit jagen, want dan verliest iedereen. Dat gaat ten koste van het klimaat, het bedrijfsleven én onze strategische onafhankelijkheid. We willen de bedrijven ondersteunen om de slag richting duurzaamheid te maken. De paradox is: om CO2-vrij en schoon te kunnen worden, zullen we als economie moeten re-industrialiseren. Maar dan dus op een manier die bij de eenentwintigste eeuw past.

Interview in het kort:

  • Schone groei is voor Europa mogelijk en noodzakelijk. Het is de beste garantie voor banen, een duurzame toekomst en strategische onafhankelijkheid

  • Naast inzet op schone technologie om de energietransitie mogelijk te maken is het verstevigen van de circulaire economie belangrijk. Hierin kan Europa koploper worden

  • Daarnaast is het zaak met spoed de energieafhankelijkheid van landen buiten Europa stevig te verminderen

  • Er is geen alternatief voor het doorgaan met duurzaamheid. Daarvoor zijn niet alleen nu al de gevolgen in termen van klimaatschade te fors, maar ook de economische kosten te groot

Noten

  • 1.Mario Draghi, The future of European competitiveness. Part A: A competitiveness strategy for Europe (September 2024). Luxemburg: Publications Office of the European Union, 2025.
  • 2.Enrico Letta, Much more than a market. Speed, security, solidarity. Empowering the Single Market to deliver a sustainable future and prosperity for all EU Citizens, april 2024.
Vorige Inhoudsopgave Volgende
Twitter Facebook Linkedin
Delen Print PDF

© 2009-2025 Uitgeverij Boom Amsterdam
ISSN 0167-9155


De artikelen uit de (online)tijdschriften van Uitgeverij Boom zijn auteursrechtelijk beschermd. U kunt er natuurlijk uit citeren (voorzien van een bronvermelding) maar voor reproductie in welke vorm dan ook moet toestemming aan de uitgever worden gevraagd:


Behoudens de in of krachtens de Auteurswet van 1912 gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch door fotokopieën, opnamen of enig andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. Voor zover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikelen 16h t/m 16m Auteurswet 1912 jo. Besluit van 27 november 2002, Stb 575, dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoeding te voldoen aan de Stichting Reprorecht te Hoofddorp (postbus 3060, 2130 KB, www.reprorecht.nl) of contact op te nemen met de uitgever voor het treffen van een rechtstreekse regeling in de zin van art. 16l, vijfde lid, Auteurswet 1912. Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16, Auteurswet 1912) kan men zich wenden tot de Stichting PRO (Stichting Publicatie- en Reproductierechten, postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp, www.cedar.nl/pro).

No part of this book may be reproduced in any way whatsoever without the written permission of the publisher.

Nummer 3, herfst 2025

ABONNEER je nu Laatste editie VORIGE editie

Privacy policy

Algemene voorwaarden

© 2009-2025
Boom uitgevers Amsterdam

Redactieadres

Christen Democratische Verkenningen
t.a.v. drs. M. Janssens

Postbus 30453
2500 GL Den Haag

marc.janssens@wi.cda.nl

 

 

 

Administratie

Boom uitgevers Amsterdam B.V.

Postbus 15970

1001 NL Amsterdam

Nederland

088-0301000

klantenservice@boom.nl