Laveren tussen sterke leiders en ruzie in de top
Samenvatting
Onze samenleving heeft solide volkspartijen nodig, is mijn conclusie na het lezen van Het Haagse ravijn van de journalisten Gijs Korevaar en Ruud Slotboom. Beide journalisten zijn historicus en hebben als journalist voor kranten en de NOS gewerkt en als voorlichter bij ministeries. In hun boek beschrijven ze in zekere zin het laatste staartje van de verzuiling. Het gaat over de vrije val van twee volkspartijen, CDA en PvdA, in de afgelopen twee decennia. Beschreven wordt hoe twee partijen die sinds de Tweede Wereldoorlog de Nederlandse politiek voor een belangrijk deel bestierden, groot werden in de verzuilde tijd, maar ook daarna door slimme politiek en aansprekende leiders tot enkele jaren geleden kabinetten domineerden. Korevaar en Slotboom kiezen ervoor om de kracht en relevantie, en uiteindelijk neergang, niet zozeer te bespreken langs de inhoud van de sociaaldemocratie en christendemocratie, maar langs personen en botsingen. Deze botsingen vonden plaats binnen de twee partijen, maar ook tussen de partijen onderling en met anderen in de Haagse politieke arena.
Volkspartijen en hun leiders
Er zijn veel definities van volkspartijen en als een partij zich aldus noemt, is het de vraag of ze ook werkelijk een volkspartij is. De auteurs kiezen in het begin ook voor de naam catch-all-partijen. Dan gaat het om politieke partijen die mensen uit alle lagen van de bevolking voor zich weten te winnen. Hierdoor kennen ze de onderstroom in de samenleving. Dat is in de historie vijf partijen voor langere tijd gelukt: de RKSP, de KVP, de PvdA, de VVD en het CDA. Dit boek beperkt zich tot het CDA en de PvdA. Overigens noemt het CDA zich nog steeds een volkspartij, en het is de vraag of dat terecht is. Met vijf zetels is dat misschien wat pretentieus, maar de ambitie is er natuurlijk nog steeds. Bij de PvdA is dat de vraag, omdat men zich middels de diepgaande samenwerking sterk vastgeklonken heeft aan GroenLinks, waardoor de echte ‘arbeider’ uit beeld is, terwijl ook ondernemers ver afstaan van deze nieuwe partijcombinatie.
Zoals gezegd bespreekt het boek de twee partijen aan de hand van de mensen die in deze twee decennia de partijleiders waren. Doet inhoud er dan niet toe? Zeker wel, want deze inhoud moet wel kloppen. Maar misschien is het nog belangrijker om slim en goed gebruik te maken van de omstandigheden en het op de juiste manier kiezen van de positionering. Zo zag Balkenende dat de paarse partijen uitgeregeerd waren en dat de kiezers iets anders wilden. De wat radicale Pim Fortuyn, die nota bene vlak voor de verkiezingen van 2002 doodgeschoten werd, lag publicitair goed, en had de sympathie van veel mensen. Echter, de soliditeit van een CDA met de frisse wind van Balkenende, tegenover oude rotten Melkert en Dijkstal, gaf het echte vertrouwen – en de winst. En bij Balkenende was de inhoud veilig. Enkele jaren later, in de tweestrijd met premier Balkenende, zat PvdA-leider Bos ook goed in de wedstrijd, maar verloor nipt. Had hij wel gewonnen als hij niet Job Cohen als kandidaat-premier naar voren had geschoven? Dat zullen we nooit weten. Over gebruikmaken van omstandigheden: de laatste PvdA-leider met een aansprekend verkiezingsresultaat, Diederik Samsom, voerde één van de beste politieke campagnes die ik ooit gezien heb. Toen hij aan de klus begon was het drama, maar hij had succes met zijn ‘eerlijke verhaal’. Hij gaf het linkse verhaal ratio mee, naast de vaker aanwezige emotie. En hij zag dat de opponent op links, SP-leider Emile Roemer, die op bepaalde momenten in de peilingen zelfs de grootste partij was, kwetsbaar was op inhoud. Samsom legde het feilloos bloot in de debatten. En hij wist dat de stemmen van links vervolgens maar één kant op konden gaan. De VVD van premier Rutte won uiteindelijk nipt van de PvdA. Korevaar en Slotboom geven hun analyses achteraf en laten de oud-leiders ook aan het woord. En dan komen de archetypes ook weer terug, juist ook met het oog op vandaag. Oud-PvdA-leider Ad Melkert brengt impliciet naar voren waarom een samenwerking met GroenLinks niet past voor zijn partij. Job Cohen geeft eerlijk toe dat partijleider zijn, en daarna zelfs ‘leider’ van de oppositie, niks voor hem was. En Diederik Samsom werkte niet mee om te spreken over ‘de kloof tussen mijn analyse en de communis opinio’.

Gijs Korevaar en Ruud Slotboom
Het Haagse ravijn. De vrije val van twee volkspartijen
Prometheus | 2024 | 306 pp. | ¤ 24,99 | ISBN 9789044654325
Bij het CDA is Eelco Brinkman te rechtlijnig; hij mist de souplesse van een Lubbers. Jan Peter Balkenende is, nu hij terugkijkt, milder dan toen. En Maxime Verhagen toont nog immer zijn passie, vuur en gedrevenheid, en is ook eerlijk. De auteurs hadden dieper op de totaal verschillende karakters en persoonlijkheidskenmerken van de politiek leiders kunnen en mogen ingaan. Want verschillend zijn de zeven beschreven mannen. En dan ook: wat werkt en wat niet, en waarom?
Het roemruchte congres in de Rijnhal was de mooiste politieke bijeenkomst die ik ooit meemaakte
Waarom gaat het fout bij het CDA en de PvdA?
Waarom gaat het fout bij de twee besproken volkspartijen? De reden kan van binnen en van buiten komen. We zien het CDA en de PvdA vaak in de problemen komen wanneer ze regeringsverantwoordelijkheid gedragen hebben, lastige besluiten hebben moeten nemen en ook kiezers teleurgesteld hebben. Overigens was dat lange tijd niet het geval. De KVP en later het CDA hebben vele decennia geregeerd en wisten vervolgens een prima verkiezingsresultaat te halen. Dat lukte ook nog onder Lubbers, Kok en Balkenende. Echter, sinds de opkomst van het populisme, vanaf begin deze eeuw, komt vroeg of laat de keiharde afstraffing voor de regerende volkspartij. Volkspartijen doen ook vaak zichzelf pijn, beschrijven de auteurs. Bij de PvdA is men altijd enthousiast over de nieuwe leider, maar begint de dag erna het gezaag aan de stoelpoten. Job Cohen werd slachtoffer van een interne groep onder leiding van Frans Timmermans, die zo slim was om een e-mail over het functioneren van zijn leider naar tientallen mensen te sturen. Bewust beschadigen dus. De broederstrijd Asscher versus Samsom is legendarisch en gaf de laatste duw naar negen zetels. Binnen het CDA kwam de opkomst van Balkenende na de interne oppositie tegen Jaap de Hoop Scheffer en was er in 2010 het roemruchte congres in de Rijnhal, de ‘Slag om Arnhem’ zullen we maar zeggen. En toch, terugkijkend, was dit in ieder geval voor mij de mooiste politieke bijeenkomst die ik ooit meemaakte. Meer dan vijfduizend leden die willen meepraten over het te vormen kabinet, waar de PVV, bekend van partijcongressen met één deelnemer, een gedoogrol zou moeten spelen. Het bijzondere van die dag blijf ik vinden dat ik in de ochtend mensen sprak die zeiden tegen een kabinet met de PVV-gedoogsteun te zullen stemmen, maar uiteindelijk wel ja zeiden. En omgekeerd. De auteurs besteden terecht aandacht aan de twee aanwezige smaken – of was er eigenlijk sprake van één smaak? Twijfel vanuit het midden. Het CDA was verdeeld, maar primair was er de twijfel, maar uiteindelijk moet je een keuze maken. Misschien was dit congres wel het hoogtepunt ooit van een volkspartij. De stemmingsuitslag, twee derde versus een derde, werd vervolgens breed uitgemeten, en dat speelde vele jaren door binnen het CDA. Uiteindelijk was niet het congres of het kabinet dat er kwam de echte splijtzwam, maar het feit dat mensen van het CDA zelf die stemuitslag over het beoogde kabinet te vaak van stal haalden. En hiermee een nieuwe bloedgroepenstrijd creëerden. Het was het begin van de vleugelintolerantie binnen het CDA. En dat is nooit goed voor een volkspartij.
Het ravijn kan zomaar een dal blijken te zijn
Wat zijn succesfactoren voor leider en, dus, partij?
Wat vertelt het boek eigenlijk voor nieuws? Voor de ingevoerde in het Haagse bevat het boek weinig zaken die niet al bekend waren. Natuurlijk, de voormalig hoofdrolspelers kijken terug op toen en willen hun rol vergoelijken, positiever schetsen of in ieder geval polijsten. Alle gebeurtenissen zijn de afgelopen vijfentwintig jaar uitgebreid beschreven in kranten en tijdschriften en ook al in enkele evaluatierapporten en boeken. Misschien is de grootste waarde van het boek dat nu alles op een rijtje staat. Wat voor mensen, figuren en archetypes de verschillende leiders van PvdA en CDA waren. In het boek zien we ook welke archetypes wanneer nodig zijn, hoe ze opereren met welke tegenspeler, en wat situaties doen met ze. Hiermee is het boek nuttig voor de huidige politici van welke partij dan ook. Indirect laat het boek ook zien welke eigenschappen en kwalificaties een sterk politiek leider, zeker van een volkspartij, moet hebben om succesvol te zijn. Zelf heb ik eens in het Nederlands Dagblad beschreven welke vier kwalificaties, los van context en momentum, nodig zijn om een goed politiek leider te zijn.1 Het gaat dan allereerst om inhoud: er is kennis nodig van zowel de uitgangspunten van de eigen partij als van de grote dossiers. Ten tweede is een zekere volksheid van belang. Op de derde plaats moet de leider willen winnen; het gaat ook om de knikkers, om macht, om het zetelaantal. Tot slot is relativering van het politieke gebeuren noodzakelijk. Met deze ‘meetlat’ in de hand begrijpen we waarom politici als Frans Timmermans en Wopke Hoekstra het niet echt gemaakt hebben als partijleider. Korevaar en Slotboom beschrijven indirect ook deze vier punten, maar te weinig wat deze leiders op cruciale momenten anders hadden kunnen – of: moeten – doen. Postuum begrijpen we dan ook het succes van oud-VVD-leider Mark Rutte. En zoals de volkswinkel V&D geplunderd is door prijsvechters, speciaalzaken en onlinewinkels, zo waren beide volkspartijen target voor allerlei soorten partijen met één issue of een populistische leider.
Vooruitblik en lessen voor nu?
In Het Haagse ravijn wordt met name teruggekeken, maar het boek zou van nog meer waarde zijn wanneer de auteurs, met de lessen uit het verleden, ook vooruitgekeken hadden. Kunnen volkspartijen nog succesvol zijn? Wat kunnen grote en kleine partijen leren van het verleden? Daarom van mijn kant een poging. Om volkspartij te zijn is het van belang om eigen uitgangspunten te hebben, een filosofie die verankerd is, en een visie naar de toekomst.2 Tevens heeft een (brede) volkspartij vleugels nodig, opdat verschillende groepen mensen zich thuis kunnen voelen bij de partij. Op de derde plaats zien we, ook in dit boek, dat aansprekende leiders een volkspartij echt groot kunnen maken. Bij de PvdA waren dat met name Willem Drees, Joop den Uyl en Wim Kok. Bij het CDA zien we hier Ruud Lubbers en Jan Peter Balkenende. Tot slot dient die macht van leiders ook ingeperkt te worden door een orgaan dat niet belast is met de politiek, een soort raad van toezicht. Dat laatste is anders dan een bestuur, zoals de politieke partijen dat nu kennen. Een dergelijk orgaan, op de achtergrond, kan los van de waan en de ego’s van de dag, bijsturen en handelen; en voorkomen dat het poppetje belangrijker wordt dan inhoud en koers.
Tot slot: is er nog hoop voor de twee ooit oppermachtige volkspartijen?
Betekenen secularisering, ontzuiling en emancipatie het einde van CDA en PvdA? Het woord ‘ravijn’ klinkt wel heel definitief, zeker in een land waar na de oorlog de wederopbouw vormgegeven is door twee machtige volkspartijen: de PvdA en de KVP – rooms-rood! ‘Rood’ is binnen GroenLinks-PvdA ingehaald door ‘groen’, en binnen het CDA is ‘rooms’ ingehaald door ‘protestants’. Zou daar een deel van het probleem liggen, en dus ook de oplossing? Dat veel verdwaalde katholieken weer nodig zijn binnen het CDA? Is het echt over voor beide volkspartijen? Ik denk van niet. Wanneer regeringspartijen niet succesvol zijn en populisten falen, kan een volkspartij, dus de PvdA of het CDA, een goed alternatief zijn voor veel mensen. Wel zijn er de vier eerdergenoemde belangrijke randvoorwaarden. Punten over inhoud, volksheid, knikkers en relativering. En: je moet niet zeggen dat je een middenpartij bent, maar dat je opereert vanuit het midden. Voor de PvdA is dat iets naar links en voor het CDA naar rechts; je speelveld is dan groter. En voor het CDA: de toon is van belang. Een optimistisch-realistische toon is beter dan cultuurpessimisme. Mensen snakken naar overzicht, duidelijkheid en oplossingen. En ja, dan kan er zomaar een boek verschijnen over één of meer volkspartijen, opklimmend uit het ravijn – dat achteraf dus een dal blijkt te zijn.
© 2009-2025 Uitgeverij Boom Amsterdam
ISSN 0167-9155
De artikelen uit de (online)tijdschriften van Uitgeverij Boom zijn auteursrechtelijk beschermd. U kunt er natuurlijk uit citeren (voorzien van een bronvermelding) maar voor reproductie in welke vorm dan ook moet toestemming aan de uitgever worden gevraagd:
Behoudens de in of krachtens de Auteurswet van 1912 gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch door fotokopieën, opnamen of enig andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
Voor zover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikelen 16h t/m 16m Auteurswet 1912 jo. Besluit van 27 november 2002, Stb 575, dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoeding te voldoen aan de Stichting Reprorecht te Hoofddorp (postbus 3060, 2130 KB, www.reprorecht.nl) of contact op te nemen met de uitgever voor het treffen van een rechtstreekse regeling in de zin van art. 16l, vijfde lid, Auteurswet 1912.
Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16, Auteurswet 1912) kan men zich wenden tot de Stichting PRO (Stichting Publicatie- en Reproductierechten, postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp, www.cedar.nl/pro).
No part of this book may be reproduced in any way whatsoever without the written permission of the publisher.