MENU
  • Home
  • Actueel
    • Nieuws
  • Inhoud
    • Laatste nummer
    • Archief
  • Auteurs
    • Overzicht auteurs
    • Artikel indienen
  • Abonnementen
    • Abonneren
    • Proefabonnement
  • Over CDV
    • Redactie
    • Adverteren
    • Links
    • Contact
Inloggen
Inhoud
Inhoudsopgave jaargang 2024 / nummer 4
PDF  

Redenen voor waakzaamheid

Theo Brinkel
9 december 2025

Samenvatting

In de jaren dertig konden mensen zich niet voorstellen hoe de democratie zichzelf kon ondermijnen. We weten tegenwoordig wel beter, zou je denken. Toch zijn er redenen voor waakzaamheid. Hoewel fascisme niet hetzelfde is als populisme, is het er wel aan verwant. Aloude zondebokmechanismen spelen op, alsook de neiging om bevolkingsgroepen tegen elkaar op te zetten en alles te verwachten van autoritair leiderschap.1

Meinoud Rost van Tonningen, Tweede Kamerlid voor de NSB, was goed in het provoceren van andere Kamerleden. Zelfs kwam het daardoor een keer tot een vechtpartij. Rost van Tonningen hoopte uit de Kamer te worden gezet, zodat het zou lijken alsof hem de mond werd gesnoerd. In een debat in maart 1939 ging hij zo ver dat het Kamerlid Henk Ruijter hem – net nadat de voorzitter het debat had geschorst – uitschold voor ‘landverrader’. Daarna brak een korte vechtpartij uit. Omdat de beschuldiging was gedaan na de schorsing staat het niet in de Handelingen. Bovendien gold de parlementaire onschendbaarheid niet. Ruijter kreeg zodoende een geldboete van 25 gulden. Hij was Kamerlid voor de RKSP – de Roomsch-Katholieke Staatspartij, die na de oorlog werd omgevormd tot KVP, een van de voorlopers van het CDA. Ruijter zou natuurlijk gelijk krijgen: Rost van Tonningen wás een landverrader. Zo gingen we toen, als het even te veel werd, om met provocaties van fascisten. Iets om trots op te zijn.

Gaat elke vergelijking mank, tussen toen en nu? Ik weet het niet, zal ik maar eerlijk zeggen aan het begin van dit artikel. Er is wel wat literatuur voorhanden die ons kan helpen. Benjamin Carter Hett schreef bijvoorbeeld over de manier waarop Adolf Hitler aan de macht kwam, en over de manier waarop politici als Von Papen en anderen dachten Hitler te kunnen inkapselen en zo onder controle te kunnen houden. We kunnen het de generatie van toen niet kwalijk nemen dat zij het ondenkbare niet kon voorzien. In dat opzicht was zij onschuldig. Het einde van de Weimarrepubliek en de opkomst van Hitler kunnen ons vertrouwd voorkomen, zo schrijft Hett; maar indertijd konden slechts weinig mensen zich voorstellen hoe een beschaafd en ontwikkeld land als Duitsland zichzelf ooit te gronde kon richten. Later bleek dat zij het op een catastrofale manier bij het verkeerde eind hadden. Vergeleken met hen hebben wij een voordeel: wij weten wat er later kwam.2

Hebben we in Nederland, met het meest rechtse kabinet sinds de Duitse bezetting, opnieuw te maken met fascisme? Is populisme hetzelfde, of iets totaal anders?

In ieder geval is er sinds een aantal jaren sprake van de opkomst van populistische partijen. Populisme komt kennelijk op in tijden van crisis en onzekerheid: kredietcrisis, migratie, corona, Russische agressie. Als er problemen aan de orde zijn waar de politiek onmachtig lijkt, krijgen politici en het democratisch systeem al snel de schuld. Volgens het Continu Onderzoek Burgerperspectieven (COB) van september dit jaar van het Sociaal en Cultureel Planbureau vindt een meerderheid van de Nederlanders (60 procent) dat er onvoldoende aandacht is voor de belangen van mensen met lagere inkomens, mensen die buiten de Randstad wonen, jongeren, mensen met een beperking, basis- en mbo-opgeleiden, en ouderen. Het vertrouwen in de politiek is laag.3

Het taboe om op populisten te stemmen is allang doorbroken. Viktor Orbán is al jaren premier van Hongarije. Giorgia Meloni, leider van Fratelli d’Italia, is premier van Italië. Robert Fico is premier van Slowakije. Marine Le Pen is bij de verkiezingen van 2022 net geen president van Frankrijk geworden. Donald Trump heeft kortgeleden de Amerikaanse presidentsverkiezingen gewonnen. En ook Roemenië is over de drempel gestapt. Alleen in het Verenigd Koninkrijk heeft Labour de parlementsverkiezingen gewonnen. Dat is vooral te danken aan de effecten van het districtenstelsel, waardoor Reform UK van de populist Nigel Farage maar vijf zetels kreeg, terwijl de partij 14,3 procent van de stemmen had gehaald. Zoals bekend is de PVV van Geert Wilders met 37 zetels de grootste geworden bij de Tweede Kamerverkiezingen van 2023.

Het is een diverse groep politici, die volgens Norris en Inglehart wel wat dingen gemeen hebben.4 Zij spreken over ‘autoritair populisme’. Populisme, dat is de politieke bewering dat het legitieme gezag berust bij gewone mensen en niet bij politieke partijen, parlementariërs en de pers. De populistisch leider weet het best wat mensen willen. (Andere) politici zijn niet te vertrouwen, want die liegen en zijn uit op zelfverrijking. Autoritair populisme verbindt die opstelling met een sterke beheptheid met veiligheid, conformisme en loyaliteit aan de leider. De eigen groep, zoals de natie, wordt vooropgesteld en de identiteit ervan wordt op alle mogelijke manieren bedreigd. Norris en Inglehart vinden dit een gevaarlijke mix, die de rechtsstaat ondermijnt en polarisatie bevordert. En dat doen populisten in naam van de gewone man/vrouw, die zij beweren het best te vertegenwoordigen.

Populisme is niet hetzelfde als fascisme. Antonio Scurati heeft een duidelijk onderscheid aangebracht tussen beide. Het fascisme is gewelddadig, schrijft hij, het populisme niet.5 Neofascistische en neonazistische groepen zijn te klein en te marginaal om een echt gevaar op te leveren. Europa en de wereld hebben daarvan daarom vandaag de dag minder te vrezen. Groter zijn de verleidingen van het populisme, dat langzaam maar zeker de democratie uitholt. Daar ligt volgens Scurati het grote gevaar. Ook de partijen en groepen die we populisten noemen, stammen af van Mussolini. Niet van de fascist, maar van Mussolini de populist. Deze laat zich herkennen aan de hand van een aantal kenmerken: de identificatie van de leider met het volk, het gebruik van heldere taal, de antiparlementaire retoriek en het in diskrediet brengen van de vertegenwoordigende democratie, het voorvoelen van wat de massa wil en dat onder woorden brengen, het versimpelen van ingewikkelde vraagstukken tot één enkel probleem. Voor Mussolini was dat grote probleem het socialisme, voor de populisten nu is dat de buitenlander, de migrant, de asielzoeker. Hedendaags populisme is dus niet hetzelfde als fascisme, maar het is er wel aan verwant.

Geregeld zien we in het publieke debat een aantal kenmerken van Mussolini-de-populist terugkomen

Stem des volks

Gaat het Nederlandse debat ook die kant op? We zien in ieder geval geregeld in het publieke debat een aantal kenmerken van Mussolini-de-populist terugkomen. Ik geef wat voorbeelden die mij althans getroffen hebben.

De PVV, de grootste regeringspartij, zet in haar verkiezingsprogramma ‘Nederlanders weer op 1’.6 De PVV gooit het over de nationalistische boeg en formuleert de zo bekende versimpelde dreiging. ‘Want Nederland is Nederland niet meer. We zien het allemaal om ons heen. Ons land is overvol. Onze wijken en steden vaak onherkenbaar met veel overlast en criminaliteit. We moeten Nederland terugveroveren. Het sluiten van onze grenzen voor nog meer gelukszoekers uit andere culturen is daarbij noodzakelijk.’7 ‘[…] er is geen onderdeel van onze samenleving dat niet wordt aangetast door de toelating van zoveel gelukszoekers. Onze cultuur, en westerse manier van leven wordt bedreigd door het binnenlaten van grote aantallen mensen, vaak uit niet-westerse, islamitische landen.’8

De BBB doet er op haar manier ook aan mee. In het verkiezingsprogramma wordt politici (niet die van de BBB natuurlijk) verweten dat zij mensen met een voor hen minder welgevallige mening wegzetten als ‘dom rechts’, als ‘wappies’ en als ‘proteststemmers’. En dan staat er: ‘Een bij veel Nederlanders populair programma als Vandaag Inside, dat seizoen op seizoen al jaren de hoogste kijkcijfers haalt, wordt neergezet als voetbalkantine-tv. Alsof het allemaal pruttel-tv is voor lallend volk dat nergens verstand van heeft.’9 Dat is dus dat programma waarin afgelopen april over Kamerlid Habtamu de Hoop (met donkere huidskleur) gezegd werd: ‘Hij is toch geen Fries? Ik ben toch ook geen Surinamer?’ Laten we vooral goed luisteren naar de stem des volks, zoals de BBB dat voor ogen staat.

En de VVD dan? Dat was toch een nette liberale partij? Of heeft zij toch iets autoritairs? ‘Vrijheid, onze gedeelde waarden, die moeten voorop. Andere levensovertuigingen zijn welkom in een liberaal land, maar hebben zich wel te schikken aan onze fundamentele gedeelde waarden.’ Dat zei VVD-fractievoorzitter Dilan Yeşilgöz op 20 november in de Koningszaal van de Amsterdamse dierentuin Artis, op een avond met als thema ‘Vrijheid en integratie’.10 Dat klinkt mooi, maar ze voegde daaraan toe: ‘En we verwachten van elke Nederlander, wat je afkomst ook is, dat je voor die vrijheid staat.’ Ik hoor dan: je moet vrij zijn, maar dan wel onder de condities van de VVD. ‘Want hoe vrij ben je’, aldus de VVD-leider, ‘als je in één enkel geloof wordt onderwezen, meestal het geloof van je ouders?’ Zij had het over de mogelijkheid die bijzonder onderwijs biedt aan buitenlandse religieuze beïnvloeding. Maar ze nam het hele bijzonder onderwijs maar even mee: bijzonder onderwijs is ‘onze toekomstige generatie op kosten van de overheid opvoeden in hokjes’. Yeşilgöz: ‘Het liefst heb ik ieder kind naar een openbare school, waar je leert over allerlei achtergronden, geloofsovertuigingen en de samenleving tegenkomt zoals die is.’ De samenleving zoals die is? Dat is geen vrijheid, dat riekt naar seculier autoritarisme.

Polarisatie in de politiek treft ambtenaren in hun werkplezier in de vorm van racisme, antisemitisme en moslimhaat

Rechtse barrage

Ik zou graag stoppen, maar de rechtse barrage gaat gewoon door. Chris Jansen (PVV), onze staatssecretaris van Openbaar Vervoer en Milieu, zegt nog steeds achter de ‘minder Marokkanen’-uitspraak van Wilders te staan. Jurgen Nobel (VVD), uitgerekend staatssecretaris van Participatie en Integratie, biedt geen excuses aan voor de opmerking dat islamitische jongeren ‘voor een groot deel onze Nederlandse normen en waarden niet onderschrijven’. Volgens geruchten zouden er in de ministerraad racistische uitspraken zijn gedaan over moslims en Marokkaanse landgenoten. De minister-president moest op de wekelijkse persconferentie meer dan tien keer herhalen dat daar echt geen sprake was geweest van racisme. Bij Petrus ging na drie keer de haan al kraaien. Secretarissen-generaal schrijven aan hun medewerkers op de ministeries dat zij zich zorgen maken dat de polarisatie in de politiek ambtenaren treft in hun werkplezier; in de vorm van racisme, antisemitisme en moslimhaat.

Laat ik maar stoppen met die beschamende opsomming. Natuurlijk, het zijn maar voorbeelden, anekdotes, typeringen. Ze leveren geen sluitende bewijsvoering voor de beantwoording van de vraag of hier sprake is van enige gelijkenis met het vroegere fascisme, en daarvoor ontbreekt hier ook de ruimte. Maar het zijn voorbeelden van mensen en partijen die niet in de marge van de Nederlandse politiek opereren, maar die de basis bieden van het beleid van het kabinet-Schoof. Andere auteurs in dit nummer van Christen Democratische Verkenningen denken na over de vraag hoe christendemocraten zich tegen deze tendensen kunnen wapenen. Ik denk alleen maar: waakzaam zijn. In de jaren dertig konden mensen zich niet voorstellen hoe de democratie zichzelf kon ondermijnen. We weten wel beter, tegenwoordig.

Artikel in het kort:

  • In de jaren dertig werden de gevaren van fascisme onderschat. Politici dachten dat ze extremistische leiders konden beheersen, maar dat bleek een misrekening.
  • Populistische partijen winnen terrein in Nederland en Europa, vaak ingegeven door crises zoals migratie, economische onzekerheid en politieke onmacht. Deze bewegingen claimen namens ‘het volk’ te spreken, en het vertrouwen in democratische instellingen neemt af.
  • Populisme onderscheidt zich van fascisme doordat het niet gewelddadig is. Het grootste gevaar ligt in de ondermijning van democratie door simplistische oplossingen, vijanddenken (zoals tegen migranten), en antiparlementaire retoriek.
  • De invloed van populistische retoriek is zichtbaar in het Nederlandse debat en kan leiden tot verdere polarisatie, racisme en ondermijning van democratische waarden.

Noten

  • 1.De auteur is lid van de redactie van CDV. Hij schreef dit artikel op persoonlijke titel.
  • 2.Benjamin Carter Hett, The death of democracy. Hitler’s rise to power. Londen: Windmill Books, 2018, p. 235.
  • 3.Sociaal en Cultureel Planbureau, ‘Meerderheid Nederlanders vindt dat politiek niet opkomt voor mensen zoals zij’, website SCP, 3 september 2024. Zie https://www.scp.nl/onderzoeksprogramma/continu-onderzoek-burgerperspectieven/nieuws/2024/09/03/meerderheid-nederlanders-vindt-dat-politiek-niet-opkomt-voor-mensen-zoals-zij
  • 4.Pippa Norris en Ronald Inglehart, Cultural backlash. Trump, Brexit, and authoritarian populism. Cambridge: Cambridge University Press, 2019, pp. 444-461.
  • 5.Antonio Scurati, Fascisme en populisme. Mussolini nu. Amsterdam: Podium, 2024.
  • 6.Partij voor de Vrijheid, Nederlanders weer op 1. PVV Verkiezingsprogramma 2023. Den Haag: PVV, 2023, p. 8.
  • 7.Partij voor de Vrijheid 2023, p. 3.
  • 8.Partij voor de Vrijheid 2023, p. 6.
  • 9.BoerBurgerBeweging, Iedere dag BBBeter. Van vertrouwenscrisis naar noaberstaat. Visie en verkiezingsprogramma 2023-2027. Den Haag: BBB, 2023, p. 9.
  • 10.VVD, ‘Dilan Yeşilgöz over vrijheid en integratie’, website VVD, 21 november 2024. Zie https://www.vvd.nl/nieuws/dilan-yesilgoz-over-vrijheid-en-integratie
Vorige Inhoudsopgave Volgende
Twitter Facebook Linkedin
Delen Print PDF

© 2009-2025 Uitgeverij Boom Amsterdam
ISSN 0167-9155


De artikelen uit de (online)tijdschriften van Uitgeverij Boom zijn auteursrechtelijk beschermd. U kunt er natuurlijk uit citeren (voorzien van een bronvermelding) maar voor reproductie in welke vorm dan ook moet toestemming aan de uitgever worden gevraagd:


Behoudens de in of krachtens de Auteurswet van 1912 gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch door fotokopieën, opnamen of enig andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. Voor zover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikelen 16h t/m 16m Auteurswet 1912 jo. Besluit van 27 november 2002, Stb 575, dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoeding te voldoen aan de Stichting Reprorecht te Hoofddorp (postbus 3060, 2130 KB, www.reprorecht.nl) of contact op te nemen met de uitgever voor het treffen van een rechtstreekse regeling in de zin van art. 16l, vijfde lid, Auteurswet 1912. Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16, Auteurswet 1912) kan men zich wenden tot de Stichting PRO (Stichting Publicatie- en Reproductierechten, postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp, www.cedar.nl/pro).

No part of this book may be reproduced in any way whatsoever without the written permission of the publisher.

Nummer 4, winter 2025

ABONNEER je nu Laatste editie VORIGE editie

Privacy policy

Algemene voorwaarden

© 2009-2025
Boom uitgevers Amsterdam

Redactieadres

Christen Democratische Verkenningen
t.a.v. drs. M. Janssens

Postbus 30453
2500 GL Den Haag

marc.janssens@wi.cda.nl

 

 

 

Administratie

Boom uitgevers Amsterdam B.V.

Postbus 15970

1001 NL Amsterdam

Nederland

088-0301000

klantenservice@boom.nl