Het CDA moet meer aan ombudspolitiek doen
Samenvatting
Ombudspolitiek klinkt als muziek in de oren van veel mensen: politiek die dicht bij de mens staat. De straat op, problemen aanhoren en die op de politieke agenda zetten. In principe is dit niets nieuws; er wordt al jaren op deze manier politiek bedreven. Het grote verschil tussen de zogenoemde ombudspolitiek en de op ideologie gebaseerde politiek is dat er in het laatste geval vooraf aan verwachtingsmanagement gedaan wordt.
Politiek dicht bij de mens zou altijd het uitgangspunt moeten zijn, maar politiek bedrijven op basis van individuele problemen, waarbij vaak het collectief uit het oog wordt verloren, is een risicovolle manier van simpele belangenbehartiging. Het uitgangspunt van volksvertegenwoordigers en politieke bestuurders zou altijd het algemeen belang moeten zijn. Op het moment dat er op individueel niveau aan belangenbehartiging vanuit de politiek wordt gedaan, loop je het risico dat de belangen van individuen die dichter bij politici staan, eerder behartigd worden dan die van anderen. Als er dan ook nog zakelijke belangen in het spel komen, is dit volstrekt onwenselijk en in veel gevallen zelfs strafbaar.
Richard de Mos
We hebben de rechtszaak rondom oudwethouder Richard de Mos allemaal kunnen volgen. Naar zijn zeggen kwam hij op voor ondernemers die Den Haag in zijn algemeenheid beter wilden maken. Het ging wel om ondernemers die financiële steun hebben gegeven aan zijn partij. Deze ondernemers bouwden een relatie op met de zittende wethouder en werden deelgenoot van gevoelige informatie. Ik wil niet op de stoel van de rechter gaan zitten, maar de schijn van belangenverstrengeling wordt hier toch wel stevig gewekt. Of daarvan daadwerkelijk sprake is, is aan de rechter. Ondertussen is het echter wel de verantwoordelijkheid van politici om er zorg voor te dragen dat ze die schijn niet tegen zich krijgen. Dat wordt in situaties als die van de Haagse oud-wethouder, die zichzelf tot boegbeeld van de ombudspolitiek heeft verheven, best ingewikkeld. Dit is daarmee een prachtig voorbeeld van de valkuilen van deze vorm van politiek bedrijven.
Politiek op basis van ideeën over hoe wij als christendemocraten een goed functionerende samenleving voor ons zien, is wellicht niet meer heel sexy. Je haalt er wat minder krantenkoppen mee, en stelt soms ook mensen teleur die met een individueel probleem zitten. Tegelijk is het wel een eerlijk verhaal, waarvan mensen weten wat ze eraan hebben. Het is dan aan de samenleving om te kiezen voor de uitgangspunten van een bepaalde partij of ideologie. Het is immers een gegeven dat we als politieke partij nooit iedereen kunnen overtuigen. Maar door op een actieve manier in gesprek te blijven met mensen in de wijken, ongeacht hun overtuiging, kunnen we onze waarden het best aan de man brengen, zonder te hoeven zwichten voor populistische politiek, die op de lange termijn alleen problemen kan veroorzaken. Het is heel verleidelijk om beloftes te doen en in te spelen op onderbuikgevoelens van delen van de samenleving, met het oog op politieke winst. Maar de ervaring leert dat het heel moeilijk besturen wordt als je eenmaal winst boekt. De afstraffing is vaak dan nog veel harder.
De broodnodige visie voor de toekomst van Nederland hoeven we niet van ombudspolitici te verwachten
Juist nu het vertrouwen in de politiek een dieptepunt aan het bereiken is, is het aan ideologisch gedreven politici om op basis van een eerlijk verhaal met oog voor alle lagen van de samenleving dit vertrouwen te herwinnen. De kans daarop is in mijn optiek niet heel groot als men alleen bezig blijft met de volgende krantenkop en het volgende televisieoptreden. Nederland snakt naar een heldere visie voor de toekomst. Die visie hoeven we zeker niet te verwachten van ombudspolitici; daar heb je echte ideeën voor nodig.
De dreun die we als partij hebben gekregen bij de laatste verkiezingen galmt nog na. Toch put ik hoop uit het feit dat we weer aan de slag gaan vanuit onze basisbeginselen. In Den Haag heb ik nooit politiek bedreven door datgene te roepen waarvan ik denk dat de rest het wil horen; dat staat voor mij gelijk aan wat men ombudspolitiek noemt. Tegelijk kijk ik terug op twee succesvolle campagnes die gebaseerd waren op het overtuigen van mensen op basis van onze uitgangspunten. Dat is het oude vertrouwde verhaal van waarden en normen, aangevuld met rentmeesterschap.
Het is bekend dat veel CDA’ers roepen om herziening van de boodschap. Toch is mijn ervaring dat dit verhaal nog steeds bij grote delen van de samenleving aansluit. Uiteraard behoeft de boodschap zo nu en dan een kleine update om aan te sluiten bij de hedendaagse realiteit. Rentmeesterschap moet meer vertaald worden naar een haalbaar duurzaamheidsverhaal. Gelukkig zien we dat er vanuit de Kamerfractie goed werk van wordt gemaakt. Met het stuk Voor Heel Nederland van de Tweede Kamerfractie hebben we onze basis weer te pakken.1 Dit past in elke wijk, elk dorp en elke stad. Het is wat mij betreft dan ook tijd dat we stoppen met het willen heruitvinden van iets wat we al hebben en bewezen effectief is.
Noot
- 1.CDA-Tweede Kamerfractie, Voor Heel Nederland. Over sterke steden en vitale regio’s. Den Haag: CDA, 2023. Zie www.voorheelnederland.nu.
© 2009-2025 Uitgeverij Boom Amsterdam
ISSN 0167-9155
De artikelen uit de (online)tijdschriften van Uitgeverij Boom zijn auteursrechtelijk beschermd. U kunt er natuurlijk uit citeren (voorzien van een bronvermelding) maar voor reproductie in welke vorm dan ook moet toestemming aan de uitgever worden gevraagd:
Behoudens de in of krachtens de Auteurswet van 1912 gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch door fotokopieën, opnamen of enig andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
Voor zover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikelen 16h t/m 16m Auteurswet 1912 jo. Besluit van 27 november 2002, Stb 575, dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoeding te voldoen aan de Stichting Reprorecht te Hoofddorp (postbus 3060, 2130 KB, www.reprorecht.nl) of contact op te nemen met de uitgever voor het treffen van een rechtstreekse regeling in de zin van art. 16l, vijfde lid, Auteurswet 1912.
Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16, Auteurswet 1912) kan men zich wenden tot de Stichting PRO (Stichting Publicatie- en Reproductierechten, postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp, www.cedar.nl/pro).
No part of this book may be reproduced in any way whatsoever without the written permission of the publisher.