Intro
Samenvatting
‘Regeringen en volkspartijen zijn er op dit moment meer op gericht om te voldoen aan allerlei internationale verplichtingen dan dat ze het welzijn van de eigen bevolking bevorderen. Vind je het gek dat populisten dan veel stemmen trekken?’ Lord Maurice Glasman, Labour-afgevaardigde in het Britse Hogerhuis, weet wel waarom de voormalige grote volkspartijen in Nederland, CDA en PvdA, hun posities hebben verloren. Ze hebben niet alleen hun eigen verhaal verwaarloosd maar zijn ook losgezongen van de mensen in de buurten, wijken, dorpen en steden in het land. ‘Het gaat om de kleine dorpjes waar verkiezingen worden beslist’, zegt hij in een interview in deze CDV. De werkende klasse en de lokale gemeenschap zijn volgens hem door de volkspartijen in de steek gelaten. Hij heeft dat in het Verenigd Koninkrijk gezien, waar zijn eigen Labour Party zich meer bekommerde om het overeind houden van het bankensysteem dan om de fabrieksarbeider. En hij ziet het in Nederland, waar voor de PvdA min of meer hetzelfde geldt en waar ook het CDA grote moeite heeft zijn natuurlijke achterban aan zich te binden, zoals bij de Provinciale Statenverkiezingen opnieuw gebleken is.
Internationale regelgeving
Grasman staat om die reden een radicale ommekeer voor. Hij is blij met de brexit, omdat de regels van de EU volgens hem verstikkend werken voor de vrijheid van zijn land. Ook wil hij het liefst het VN-Vluchtelingenverdrag opzeggen, omdat de asielproblematiek zodanig geglobaliseerd is dat heel Iran en China het recht zouden hebben om in Europa asiel te krijgen. Britten en Nederlanders willen zelf iets over het leven in hun dorp en stad te zeggen hebben, en dat is volgens Glasman door internationale regelgeving steeds minder mogelijk. We hoeven maar naar de Nederlandse stikstofcrisis te kijken om te zien dat ook hier politici en burgers het gevoel hebben door (internationale) regelgeving met hun rug tegen de muur te staan. Is er nog wel ruimte voor de manier van politiek bedrijven en samenleven waarvan we denken dat deze het best is? Of heeft het ‘moeten’ (van de regering, de EU en allerlei rekenmodellen) de plaats ingenomen van het ‘willen’: wat voor samenleving willen we lokaal, regionaal, nationaal en zelfs internationaal eigenlijk zijn, gezien de uitdagingen die op ons afkomen?
In deze CDV gaat het over emancipatie, het thema van dit nummer, en over de afgelopen Provinciale Statenverkiezingen, die voor het CDA en de christendemocratie niet goed zijn verlopen. Nu zijn dat twee verschillende onderwerpen, maar wel met één belangrijke overeenkomst, namelijk de volgende constatering: zonder de samenleving, zonder de mensen die het betreft met al hun verschillende en vaak tegenovergestelde wensen, achtergronden en visies, gaat het niet.
Emancipatie is nog steeds een noodzaak en een wens van velen, blijkt uit het themadeel. Nog altijd zijn of voelen mensen en groepen zich achtergesteld. De indringende bijdragen van Kathleen Ferrier en Alex van Stipriaan over de doorwerking van het Nederlandse slavernijverleden spreken boekdelen. Dat betreft ook de discriminatie van mensen met een migratieachtergrond, waarover Hans Siebers schrijft. Tegelijk is het voor een christendemocratische visie op emancipatie van groot belang dat er niet slechts één perspectief toegestaan of bevorderd wordt. Laat staan dat emancipatie van bovenaf wordt opgelegd via voorkeursbeleid, quota of een benadering waarin iemand enkel nog wordt aangesproken op zijn specifieke identiteit van vrouw, homo, een bepaalde huidskleur of etnische achtergrond.
Uiteindelijk worden mensen dan gereduceerd tot een middel om een beleidsagenda uit te voeren, en niet meer gezien om wat zij in hun veelzijdigheid zijn. Bovendien kan het benadrukken van het individuele recht om ‘geëmancipeerd’ te worden kwalijke gevolgen hebben, wanneer mensen los van hun gemeenschap worden getrokken. Jan Pieter Verweij beschrijft hoe eenzijdig het is wanneer jongeren die moeite hebben met hun identiteit als meisje of jongen, enkel benaderd worden vanuit hun individuele recht. Ze kunnen niet alleen erg eenzaam raken, maar ook nog eens het gevoel krijgen te falen, omdat zij als individu toch echt zelf de keuze hebben gemaakt.
Radicale pluraliteit
Een christendemocratische visie op emancipatie ziet er dan ook anders uit dan een emancipatie vanuit liberaal of sociaaldemocratisch perspectief, zoals Frank Buijs benadrukt. Niet het individu en zeker niet de staat, maar mensen in hun onderlinge verbanden staan hierin centraal. Dit zorgt ervoor dat personen niet op zichzelf worden teruggeworpen, maar ook niet gedwongen worden om zich op een bepaalde manier te emanciperen, of om een emancipatievisie uit te dragen die de hunne niet is. Dat mensen, en dus ook politici, vrij zijn, betekent dat ze er een perspectief op na kunnen houden dat iemand anders wellicht niet begrijpt of zelfs afkeurt, maar dat wel degelijk legitiem is.
‘Radicale pluraliteit’ noemt bestuurskundige Paul Frissen dit in een interview, waarin hij het emancipatiebeleid van de overheid hekelt. Het paradoxale is volgens hem dat veel vormen van maatschappelijke ongelijkheid vooral door overheidsbeleid worden veroorzaakt. De staat heeft immers steeds meer een ideaaltype van de samenleving voor ogen, waar iedereen in moet passen. ‘Het is altijd een elite die het gewone volk voorhoudt dat mensen zich voor hun eigen bestwil moeten emanciperen’, stelt Frissen. Ook de toeslagenaffaire is zijns inziens geen incident maar ‘een logische uitkomst’ van een overheid die via monitoring en screening de eigen bevolking in de door haar gewenste positie wil manoeuvreren.
En daarmee zijn we terug bij de verkiezingsuitslag, die vooral een afrekening is van een overheid (en daarmee geassocieerde bestuurspartijen), die volgens velen niet de mensen in hun lokale en familiaire geworteldheid erkent, maar hun iets wil opleggen en daarbij toch niet levert. Dit raakt het CDA als geen andere partij, omdat juist het CDA zegt de partij van de samenleving te willen zijn, maar eerder als partij van de veeleisende maar niet-leverende overheid wordt gezien. Niet voor niets worden juist CDA-Kamerleden geroemd die niet alleen óver de samenleving praten en daarop een visie hebben, maar ook midden in die samenleving staan.
Ombudspolitiek
Aan de vraag hoe het CDA het tij kan keren wijden we diverse artikelen. In de rubriek ‘Dwars’ een debat tussen twee CDA’ers uit Den Haag, de stad waar Richard de Mos furore heeft gemaakt, over de vraag hoe ombudspolitiek, die dicht bij burgers staat maar kan vervallen tot individuele belangenbehartiging, zich verhoudt tot de politieke filosofie van het CDA, die juist de hele samenleving op het oog heeft. Verder een artikel van Arjen Siegmann over de vraag of het CDA niet de verkeerde les uit de Amerikaanse campagnes heeft getrokken, en een van Hans-Martien ten Napel, die stelt dat de partij in de progressief-liberale val is getrapt en zich daardoor van burgers heeft vervreemd. Remieg Aerts houdt het CDA voor dat er wel degelijk toekomst kan zijn, mits de partij niet alleen over haar principes praat, maar ook van daaruit handelt en deze via haar vertegenwoordigers belichaamt.
Ten slotte nemen we in deze CDV afscheid van Jan Schinkelshoek, die de afgelopen vijf jaar in elk nummer de laatste pagina kreeg om zijn licht te laten schijnen over de samenleving en de christendemocratie in het bijzonder. Voor zijn columns, die vaak kritisch en altijd puntig waren, zeggen we hem hartelijk dank. Zijn opvolger hoopt vanaf de zomer zijn positie in te nemen.
© 2009-2025 Uitgeverij Boom Amsterdam
ISSN 0167-9155
De artikelen uit de (online)tijdschriften van Uitgeverij Boom zijn auteursrechtelijk beschermd. U kunt er natuurlijk uit citeren (voorzien van een bronvermelding) maar voor reproductie in welke vorm dan ook moet toestemming aan de uitgever worden gevraagd:
Behoudens de in of krachtens de Auteurswet van 1912 gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch door fotokopieën, opnamen of enig andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
Voor zover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikelen 16h t/m 16m Auteurswet 1912 jo. Besluit van 27 november 2002, Stb 575, dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoeding te voldoen aan de Stichting Reprorecht te Hoofddorp (postbus 3060, 2130 KB, www.reprorecht.nl) of contact op te nemen met de uitgever voor het treffen van een rechtstreekse regeling in de zin van art. 16l, vijfde lid, Auteurswet 1912.
Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16, Auteurswet 1912) kan men zich wenden tot de Stichting PRO (Stichting Publicatie- en Reproductierechten, postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp, www.cedar.nl/pro).
No part of this book may be reproduced in any way whatsoever without the written permission of the publisher.