Het CDA moet de C loslaten en met NSC fuseren
Samenvatting
Omdat de christelijke traditie geen vanzelfsprekende politieke richting aangeeft, zou het CDA beter afstand kunnen doen van zijn C. Om juist nu een vuist te maken tegen aantasting van de vrijheid van gemeenschappen en individuen in Nederland, zou het er goed aan doen te fuseren met een partij met de C van ‘contract’ in haar naam.
Verstomt het christelijke geluid op het Nederlandse politieke toneel? Die vraag klonk rondom de laatste Tweede Kamerverkiezingen.1 CDA en ChristenUnie, partijen die zich baseren op de christelijke traditie, hadden immers verloren. Verdwijnt zo de christelijke traditie uit de Nederlandse politiek? En is dat erg?
Langzamerhand krimpt in de Tweede Kamer het aandeel van partijen met een expliciete verwijzing naar het christendom of een christelijke stroming. Dat aandeel is sinds de invoering van het algemeen kiesrecht in 1918 niet zo klein geweest. CDA, CU en SGP hebben samen nu nog maar elf zetels. In die zin lijkt de christelijke traditie te verdwijnen. Maar er zijn ook andere partijen die in hun beginsel- of verkiezingsprogramma’s verwijzen naar het christendom, bijvoorbeeld de VVD en de PVV. Die laatste wil namelijk in de grondwet vastleggen dat ‘onze Joods-christelijke en humanistische wortels de dominante en leidende cultuur vormen in Nederland’. De grote winst van de PVV heeft het christelijke geluid dus weer versterkt in het parlement.
De PVV voegt zich met haar winst bij het rijtje radicaal-rechtse partijen die een beroep doen op de christelijke cultuur en als grootste in de verkiezingen eindigen, zoals de Schweizerische Volkspartei, Fratelli d’Italia van de Italiaanse premier Giorgia Meloni, Fidesz van de Hongaarse premier Viktor Orbán, en de Poolse partij PiS van de nu nog zittende premier Mateusz Morawiecki.2 Stuk voor stuk partijen die aan de regering deelnemen en zich niet verzetten tegen het democratische bestel. Wel willen ze het bestel zo naar hun hand zetten dat het ‘eigen volk’ – hoe ook gedefinieerd – prioriteit krijgt. Partijen, media, andere overheden, maatschappelijke organisaties en rechters die dat in de weg staan, worden in woord en soms ook in de daad onderuitgehaald. Zo staat dus de rechtsstatelijke bescherming van vrijheden voor iedereen in de wind bij deze partijen.
Nu staan met de groei en mogelijke regeringsdeelname van de PVV niet ineens de vrijheden van iedereen in het Nederlandse politieke bestel op het spel. Ze is immers de grootste met maar 37 van de 150 zetels. Dat betekent dus dat een en ander afhangt van de mate waarin potentiële samenwerkingspartners belang hechten aan goed bestuur, de rechtsstaat en vrijheden. De andere grote winnaar, NSC van Pieter Omtzigt, legt juist grote nadruk op de rechtsstaat. En wellicht dat de VVD nog belang hecht aan het liberalisme, waarin de verdediging van individuele vrijheden en rechten van alle inwoners de kern vormt. Bovendien kan de PVV, even hard als ze gegroeid is, ook weer door teleurgestelde kiezers in de steek worden gelaten. Harde beloften om complexe kwesties als migratie en gezondheidszorg stevig aan te pakken, zijn moeilijk waar te maken. De kans is groot dat een deel van de kiezers de komende keer de hoop op een nieuwe messias zal vestigen, waardoor vooralsnog niet de tijd is om juridisch ingrijpende maatregelen te nemen die de vrijheden aantasten.
Het schrappen van de C uit de naam zou een passend gebaar zijn naar de Heilige
Nu heeft de PVV wel kritiek gekregen op haar gebruik van termen als ‘christelijke waarden’. CDA-leider Buma gaf bijvoorbeeld in een Kamerdiscussie met PVV-leider Geert Wilders aan dat hij onder christelijke waarden juist respect voor de ander verstond.3 Ook SGP-leider Kees van der Staaij nam afstand van de manier waarop de PVV het christendom gebruikte: ‘Is niet een belangrijk punt van die christelijke waarden […] dat ieder mens, wie die ook is, onze medemens is en geen ongedierte. [...] In de PVV heb ik geen medestander gevonden als het ging om typisch christelijke punten als bescherming van het leven, of opkomen voor de zondag, de gewetensbezwaarde ambtenaar moest al het land worden uitgestuurd.’ Wilders gaf op zijn beurt aan dat ‘[e]en van die christelijke waarden is dat we opkomen voor ons volk’.
Multi-interpretabel
Voornoemd debat illustreert hoe multi-inter-pretabel christendom is in de politiek. Want ga maar na wat er met een beroep op God en het christendom in Nederland niet allemaal is bepleit. De politieke programma’s van ARP, CHU, RKSP, CDA, CDU, EVP, KVP, GPV, RPF, ChristenUnie, SGP, Christelijk Nationale Volkspartij voor Monarchale Democratie, Jezus Leeft, HGS, Katholieke Democratische Bond en RKPN lopen toch echt ver uiteen. Dat gaat van links tot rechts. Bovendien zijn die partijen ook nog weleens van standpunten veranderd. Denk alleen al aan de SGP, die vaak als principieel wordt gezien. De directeur van haar eigen wetenschappelijke instituut liet een paar jaar geleden zien dat de SGP haar standpunten over fundamentele kwesties als het katholicisme, de Europese Unie, het Joodse volk, de overheidsrol in de economie, de politieke rol van vrouwen en theocratie stevig veranderd heeft.4
Er zijn, zoals gezegd, ook allerlei seculiere partijen geweest die een beroep hebben gedaan op joods-christelijke tradities. Naast PVV en VVD zijn dat partijen als LPF en Forum voor Democratie. Ook zijn er partijen waarin christenen nadrukkelijk actief (geweest) zijn; denk aan De Linker Wang in GroenLinks. Kortom, zoveel christenen, zoveel politieke meningen. Het blijft toch eigenaardig dat God voor zo uiteenlopende politieke doelen wordt ingezet.
Het is daarom niet erg dat het christelijk geluid verstomt. Niet omdat daarvoor geen ruimte zou mogen zijn. Zeker niet. Er zijn genoeg christenen wereldwijd die weten hoe belangrijk het is om de vrijheid te hebben om hun geloof openlijk te belijden, ook in de politiek. Maar is het eigenlijk niet ongepast om de heilige naam van Christus, die van een totaal andere orde is, door het politieke slijk te halen door die te gebruiken voor van alles en nog wat? Het CDA verwijst in zijn partijnaam en -programma nog altijd expliciet naar het christendom. Wat dat betreft zou het schrappen van de C uit de naam een passend gebaar zijn naar de Heilige. En dat komt ook nog praktisch goed uit. Bijvoorbeeld voor het kandidaat-Kamerlid van het CDA die me vertelde hoe lastig het soms is om de partij aan de kiezer te verkopen met die C in de naam.
Er is voor partijen als CDA, ChristenUnie en SGP ook geen expliciet beroep nodig op het christendom om bepaalde belangrijke punten te verdedigen. Neem nu vrijheid van onderwijs, in de negentiende eeuw een belangrijke aanleiding om überhaupt tot christelijke partijvorming te komen. Christelijke partijen wisten aan het begin van de twintigste eeuw de vrijheid van onderwijs in de grondwet te verankeren, met daarbij ook staatsfinanciering voor het bijzonder onderwijs. Ook al zijn CDA, ChristenUnie en SGP nu fors gekrompen tot slechts elf zetels, het schrappen van artikel 23 van de grondwet, waarin de vrijheid van onderwijs is vastgelegd, is niet direct te verwachten. BBB en NSC hebben zich bijvoorbeeld ook voor de vrijheid van onderwijs uitgesproken.
Vergevingsgezindheid is in bepaalde christelijke kringen een belangrijke waarde
Gemeenschappen
Ook leggen partijen als CDA en ChristenUnie, niet het minst bij de afgelopen verkiezingscampagne, sterk de nadruk op het belang van gemeenschappen. Er is meer dan markt en overheid alleen, is de gedachte. In dat licht kregen partijen als BBB en zeker ook NSC bijzondere aandacht in christelijke kringen. Die komen immers ook op voor gemeenschappen.
Nu zijn er zeker christelijke stromingen die het belang van gemeenschappen benadrukken, zoals het katholieke personalisme waar NSC expliciet naar verwijst in zijn beginseldocumenten. In het verkiezingsprogramma van NSC was uiteindelijk geen verwijzing naar christendom of God te vinden. Dat zou potentiële kiezers namelijk kunnen afstoten, aldus de toenmalige NSC-voorzitter Hein Pieper.5 Die gedachte is niet verwonderlijk. De secularisatie is stevig verdergegaan in de afgelopen tien jaar, zo constateerde het SCP vorig jaar nog.6 Bovendien stuit vermenging van politiek en religie bij zo’n twee derde van de Nederlanders tegen de borst; religie moet vooral een privézaak zijn.7
Er zijn echter ook seculiere stromingen die het belang van gemeenschappen benadrukken. Denk aan het communitarisme van Amitai Etzioni. Dat communitarisme (of gemeenschapsdenken) heeft juist ook bij het CDA furore gemaakt, maar terecht wees hoogleraar reformatorische wijsbegeerte Jan Dengerink er in CDV ooit al op dat de moraal die burgers in politiek en maatschappij uiteindelijk met elkaar afspreken, niks van doen hoeft te hebben met christelijke waarden, althans op de manier waarop het CDA die heeft geïnterpreteerd.8 En de PVV en haar radicaal-rechtse tegenhangers elders in Europa hebben al laten zien dat christelijke waarden ook anders invulling kunnen krijgen. Een beroep op christendom blijft zo politiek richtingloos.
Heel wat kiezers hebben nu op partijen gestemd die een gesloten gemeenschap wensen, waarin de (gevoelde) ruimte voor verschillen in cultuur en religie beperkter is. Deels zullen die stemmen primair zijn ingegeven door andere redenen, zoals het huizentekort of de klimaatkosten, maar dan vonden deze kiezers het blijkbaar toch niet zo’n probleem dat de partij van hun keuze de ruimte voor medeburgers wil inperken. Een deel van de Nederlanders is zo nogal selectief in met wie ze ‘zij aan zij’ willen staan. Wie tot de gemeenschap behoort van het ‘gemeenschappelijke goede’ is bij hen nogal begrensd. En die begrensde opvatting van gemeenschap kan nogal beperkend werken, ook voor christenen. Want stel nu dat er inderdaad politiek neutrale leraren en politiek neutrale boeken in het onderwijs moeten komen, zoals de PVV bepleit? Dat zal de ruimte voor religieuze scholen zeker inperken. Dan staan christelijke geluiden pas écht op het spel in Nederland.
Fusie
De conclusie voor CDA, ChristenUnie en SGP zou dan ook moeten zijn dat ze niet langer blijven claimen te weten wat de politieke boodschap uit de christelijke traditie is. Want die christelijke traditie biedt de basis voor allerlei mogelijke boodschappen. En daarmee raakt de heilige naamgever van het christendom besmeurd door de politieke interpretatiestrijd. Als voorvechter van een pluriforme samenleving met een diversiteit aan gemeenschappen en individuen zou het CDA zich juist nu moeten inzetten om de vrijheden voor álle gemeenschappen en individuen te verdedigen – zowel voor mensen van het islamitische geloof als voor mensen die zich lange tijd veronachtzaamd en miskend voelden door politiek Den Haag. Daarvoor heeft het CDA geen verwijzing naar de C nodig. Maar als het dat toch per se wil, dan kan het een beroep op de zeventiende-eeuwse christelijke auteur John Locke, met zijn pleidooi voor een nieuw maatschappelijk contract,9 waardoor ook van religieuze individuen de vrijheden en rechten gegarandeerd moeten blijven. Als machtspartij weet het CDA als geen ander dat het beter groot kan zijn om een tegenwicht te bieden aan de afbraak van de vrijheden van gemeenschappen en individuen. Een snelle fusie met het veel grotere Nieuw Sociaal Contract zou wat dat betreft logisch zijn – inhoudelijk én strategisch. Is dat niet lastig, gelet op de ontstaansgeschiedenis van Omtzigts partij? Niet per se, want vergevingsgezindheid is in bepaalde christelijke kringen ook een belangrijke waarde.
Noten
- 1.Zie onder meer: Esther Lammers, ‘Verdwijnt de christelijke stem uit de politiek?’, Trouw, 19 november 2023; Auke van Eijsden, ‘CDA, CU en SGP rouwen om historisch dieptepunt voor christelijke partijen. “Het is een droevige dag”’, Trouw, 25 november 2023.
- 2.Zie voor een goed overzicht van radicaal-rechtse partijen wereldwijd het werk van Cas Mudde.
- 3.Zie voor nadere reflectie op dit debat: Ernst van den Hemel, ‘“Hoezo christelijke waarden?” Postseculier nationalisme en uitdagingen voor beleid en overheid’, Tijdschrift voor Religie, Recht en Beleid 8 (2017), nr. 2, pp. 5-23.
- 4.Jan Schippers, ‘De SGP: een karakteristieke eik in een Hollands weidelandschap. Protestants, conservatief en stabiel’, in: Friso Wielenga, Carla van Baalen en Markus Wilp (red.), Een versplinterd landschap. Bijdragen over geschiedenis en actualiteit van Nederlandse politieke partijen. Amsterdam: Amsterdam University Press, 2018, pp. 167-196, aldaar pp. 173-183.
- 5.Ilse Brandemann, ‘Deze man moet de partij van Omtzigt optuigen. “De grootste uitdaging is waarmaken wat we zelf zeggen”’, Nederlands Dagblad, 26 augustus 2023.
- 6.Joep de Hart, Pepijn van Houwelingen en Willem Huijnk, Religie in een pluriforme samenleving. Diversiteit en verandering in beeld. Deel 3: Buiten kerk en moskee. Den Haag: Sociaal en Cultureel Planbureau, maart 2022.
- 7.Ton Bernts en Joantine Berghuijs, God in Nederland, 1966-2015. Utrecht: Ten Have, 2016.
- 8.Jan Dengerink, ‘Een kritiek op “Anders en beter” van Jan Peter Balkenende’, Christen Democratische Verkenningen 23 (2003), zomer, pp. 84-93.
- 9.Zie: John Locke, Two treatises of government, 1689.
© 2009-2025 Uitgeverij Boom Amsterdam
ISSN 0167-9155
De artikelen uit de (online)tijdschriften van Uitgeverij Boom zijn auteursrechtelijk beschermd. U kunt er natuurlijk uit citeren (voorzien van een bronvermelding) maar voor reproductie in welke vorm dan ook moet toestemming aan de uitgever worden gevraagd:
Behoudens de in of krachtens de Auteurswet van 1912 gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch door fotokopieën, opnamen of enig andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
Voor zover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikelen 16h t/m 16m Auteurswet 1912 jo. Besluit van 27 november 2002, Stb 575, dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoeding te voldoen aan de Stichting Reprorecht te Hoofddorp (postbus 3060, 2130 KB, www.reprorecht.nl) of contact op te nemen met de uitgever voor het treffen van een rechtstreekse regeling in de zin van art. 16l, vijfde lid, Auteurswet 1912.
Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16, Auteurswet 1912) kan men zich wenden tot de Stichting PRO (Stichting Publicatie- en Reproductierechten, postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp, www.cedar.nl/pro).
No part of this book may be reproduced in any way whatsoever without the written permission of the publisher.