Intro
Samenvatting
De kiezer heeft op 22 november gesproken en daarbij de oude coalitie gestraft. Dat is hard aangekomen. Allereerst bij de partijen zelf, waaronder het CDA. De christendemocratie heeft nog nooit zo weinig zetels in de Kamer gekregen, wat tot nadenken stemt. Terecht wordt de campagne van Henri Bontenbal geprezen, maar de meeste kiezers stemmen niet op iemand omdat hij overal op posters te zien is of aardig en deskundig overkomt, maar om waar zijn partij de afgelopen jaren voor heeft gestaan. En daar schort het blijkbaar aan. Het CDA heeft met onvoldoende gezag de stem van de burger naar een afgewogen maar vertrouwenwekkende politiek kunnen vertalen. Te veel stond de werkelijkheid van het compromis voor ogen, en te weinig de burgers zelf.

Foto: ANP
Frans Timmermans (Groenlinks/Pvda), Henri Bontenbal (CDA), Dilan Yesilgoz (VVD) en Geert Wilders (PVV) voorafgaand aan een gesprek met kamervoorzitter Vera Bergkamp en de beoogd fractievoorzitters, twee dagen na de verkiezingen voor de Tweede Kamer. ANP/ Hollandse Hoogte / Bart Maat
Het kost tijd om dit vertrouwen terug te winnen, maar onmogelijk is dat zeker niet. Nu de christendemocratische overtuiging weer centraal staat in de (top van de) partij, moet doordacht worden hoe deze overtuiging in praktijk gebracht kan worden. Dat zal gebeuren in een politiek landschap waarin twee nieuwe partijen in de buurt van het CDA zijn opgekomen. En dat is de tweede klap die is uitgedeeld. BBB en NSC zijn weliswaar geen voluit christendemocratische partijen, maar dragen elk op eigen manier – de eerste met een wat volkse, de tweede met een meer intellectuele inslag – wel christendemocratische elementen in zich, zoals de waarde van gemeenschap. In de rubriek ‘Dwars’ vindt dan ook discussie plaats over de vraag of de christendemocratie in deze partijen voortleeft en wat dit betekent voor het CDA. Ook politicoloog Hans Vollaard en CDA-fractievoorzitter in Zaanstad Julie van ’t Veer buigen zich over de verkiezingsuitslag en de betekenis daarvan voor het CDA.
Ontzuiling
Het is alsof we met deze verkiezingsuitslag voor het eerst de gevolgen van de ontzuiling in Nederland in al haar rauwheid ervaren. Dat is de derde klap. Waar eind vorige eeuw de zuilen al behoorlijk waren afgebroken, leefden in de politiek de liberale, de sociaaldemocratische en de christendemocratische zuil – de laatste als verbond tussen katholieken en protestanten dat op basis van de politieke overtuiging ook anderen wist te trekken – voort. Nog kortgeleden bepaalden de middenpartijen afkomstig uit deze zuilen in wisselende sterkte de politiek. Met de winst van de PVV is dat niet meer het geval. Het populisme heeft nu zo stevig voet aan de grond gekregen dat het moeilijk meer te negeren valt. Niet alleen katholieken, ook protestanten hebben en masse op Wilders gestemd, maar ook op NSC en BBB, partijen die niet op de oude zuilen terug te brengen zijn. Daar komt bij dat met de samenwerking tussen GroenLinks en PvdA ook de sociaaldemocratie zich nog verder van de arbeider vandaan heeft bewogen en zich meer op de links-progressieve kiezer is gaan richten.
Het CDA zal de gevolgen van deze ontzuiling verder moeten doordenken. Niet dat het zich nu van de christelijke kiezer, die nog altijd – en misschien wel meer – het kernelectoraat van de partij vormt, moet vervreemden, wel dat het beseft wat die afbraak van de zuilen echt voor Nederland betekent. Want hoewel niemand meer terug wil naar de situatie dat je als katholiek enkel bij de eigen bakker brood kocht, hadden de zuilen wel iets wat we nu missen. Ze waren op pacificatie gebouwd, en veel minder op polarisatie. Bovendien kenden ze organisaties die vanuit een gezamenlijke levensbeschouwelijke overtuiging het noodzakelijke tegengas konden geven aan een al te dominante overheid. Inmiddels lijkt dat tegengas vooral (maar niet uitsluitend) van populisten te komen, die weliswaar zeggen namens de Nederlander te spreken, maar daarbij voor het gemak alle burgers over één kam scheren, namelijk die van ‘hét volk’.
Aan het CDA de moeilijke maar noodzakelijke taak om te blijven benadrukken dat het volk niet één en ondeelbaar is. Dat we niet allemaal links-progressief of rechtsconservatief zijn, maar dat zowel personen als gemeenschappen pluriform zijn en opvattingen kunnen hebben die haaks staan op de eigen overtuiging, maar daarom nog wel geuit mogen worden. Nu de PVV de grootste is geworden, zal het spannende debat moeten gaan over hoe we de democratisch tot stand gekomen verkiezingsuitslag recht kunnen doen, zonder ook maar één millimeter van de rechtsstaat af te knabbelen. In een ontzuilde samenleving waar het stuttende maatschappelijke middenveld wellicht te dicht naar de overheid toe is gekropen, zal de volkspartij die het CDA nog altijd wil zijn, juist het contact met die burgers weer moeten hervinden, zodat deze beseffen: die van het CDA staan er niet voor zichzelf, maar ook voor mij en mijn buurman, zelfs als ze niet altijd doen wat in mijn straatje past.
Pers en politiek
Dat de gevolgen van de ontzuiling fors zijn, blijkt ook in het thema dat we in deze CDV bij de kop pakken: de staat van de journalistiek, waarbij we vooral de relatie tussen pers en politiek onder de loep nemen. Voor een indruk of samenvatting van de diverse artikelen verwijs ik naar het redactioneel, maar vast staat dat niet alleen de politiek ontzuild is, maar ook de pers. Waar landelijke dagbladen en nieuwsrubrieken vroeger hun bestaansgrond vonden in de eigen levensbeschouwing, onderscheiden ze zich nu hooguit door een wat linksere of rechtsere oriëntatie, maar vooral door hun onderwerpskeuze en goede of minder goede journalistiek. Om op te vallen is ophef en sensatie steeds meer een verdienmodel geworden, wat zich bij de verkiezingscampagne ook uitte in de vraag welke partij aan kop staat en wie verliest. In diverse artikelen en interviews analyseren we met journalisten zelf hoe de journalistiek ervoor staat en wat er beter kan. Kernvraag: dragen media vooral bij aan het vertrouwen of aan het wantrouwen in de samenleving, en welke rol spelen politiek en overheid daarbij? Dat de ontzuiling ook in medialand definitief is, brengt Hans Hillen tot de oproep de publieke omroep drastisch te herzien, zodat deze geen platform meer kan bieden aan omstreden organisaties om op publieke kosten hun geluid te laten horen.
Europa
Is er na de verkiezingsuitslag voor de christendemocratie nog plaats in Nederland? In een uitgebreid interview laat Tom Berendsen, CDA-lijsttrekker bij de komende Europese verkiezingen, zien dat juist de christendemocratie nog altijd de noodzakelijke verbinding weet te leggen tussen groene politiek en industriebeleid, tussen bestaanszekerheid en geopolitiek, tussen een sterk Nederland en een krachtig Europa. De leus ‘De Nederlander weer voorop’ lijkt aantrekkelijk, maar wie niet beseft dat de toekomst van die Nederlander afhankelijk is van geopolitieke factoren en van een sterk maar deels ook bescheiden Europa, tast uiteindelijk in het duister.
Het zal de christendemocratie nooit lukken om enkel met oneliners of goedkope retoriek de kiezers voor zich te winnen; daarvoor is haar overtuiging te veel gebaseerd op bruggen bouwen tussen bijvoorbeeld economie en ecologie, tussen een politiek van waarden en een politiek van realisme, en tussen nationaal belang en internationale inbedding. In tijden van polarisatie is dat uitgangspunt niet gemakkelijk. Zelfs de relatie tussen overheid en politiek enerzijds en de pers anderzijds is er niet enkel een van afstand en onafhankelijkheid; ze zit, zo blijkt uit deze CDV, complexer in elkaar. Ook hier is het van belang om die complexiteit te onderzoeken en, met inachtneming van ieders eigen rol, de verbinding te zoeken. Om die reden hebben we er een hele Christen Democratische Verkenningen aan gewijd.
© 2009-2025 Uitgeverij Boom Amsterdam
ISSN 0167-9155
De artikelen uit de (online)tijdschriften van Uitgeverij Boom zijn auteursrechtelijk beschermd. U kunt er natuurlijk uit citeren (voorzien van een bronvermelding) maar voor reproductie in welke vorm dan ook moet toestemming aan de uitgever worden gevraagd:
Behoudens de in of krachtens de Auteurswet van 1912 gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch door fotokopieën, opnamen of enig andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
Voor zover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikelen 16h t/m 16m Auteurswet 1912 jo. Besluit van 27 november 2002, Stb 575, dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoeding te voldoen aan de Stichting Reprorecht te Hoofddorp (postbus 3060, 2130 KB, www.reprorecht.nl) of contact op te nemen met de uitgever voor het treffen van een rechtstreekse regeling in de zin van art. 16l, vijfde lid, Auteurswet 1912.
Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16, Auteurswet 1912) kan men zich wenden tot de Stichting PRO (Stichting Publicatie- en Reproductierechten, postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp, www.cedar.nl/pro).
No part of this book may be reproduced in any way whatsoever without the written permission of the publisher.