Klem tussen regels en voorschriften
Samenvatting
Het vorige nummer van CDV had als thema ‘Vermorzeld door macht’, en bevatte tal van beschouwingen over hoe de relatie van burgers met hun overheid kan ontsporen. Over het schandaal rondom de kinderopvangtoeslag las ik Zo hadden we het niet bedoeld van Jesse Frederik. Zijn boek is mede zo goed omdat het laat zien dat bij dit schandaal niets is wat het lijkt. De Kamerleden die inmiddels een heiligenstatus hebben verworven voor het boven tafel krijgen van de misstanden, blijken eerder van harte voor wetgeving te hebben gestemd die de ontsporing mede heeft veroorzaakt. En de ambtenaren van de verguisde Belastingdienst blijken verschillende keren hun collega’s van de ministeries van Financiën en Sociale Zaken tevergeefs te hebben gewaarschuwd over de hardvochtige wetgeving. Dit journalistieke nonfictieboek is geen kunst, maar zeker wel een kunststukje.
Schrijver Jan van Mersbergen publiceerde vorig jaar een roman over een man en een vrouw die vast komen te zitten in de molen van jeugdzorg en de ggz. Het boek gaat voor een groot deel over zijn eigen leven, bekende Van Mersbergen in een interview met Het Parool. Zijn ex-vrouw kampte met depressies en bleek niet zelfstandig voor hun dochter te kunnen zorgen. Hij vond in Een goede moeder de goede toon om een liefdevol boek over de moeder van zijn dochter te schrijven.
Jan van Mersbergen, Een goede moeder. Amsterdam: Cossee, 2021.
Het leeuwendeel van de roman bestaat uit ingesproken WhatsAppberichten van moeder Anja aan haar ggz-behandelaar. Daarin vertelt zij op zijn verzoek wat er volgens haar allemaal is gebeurd vanaf het moment dat zij thuis in bed werd gevonden met een lege pillenstrip naast zich, terwijl haar 10-jarige dochter Anouska met een vriendinnetje in de woonkamer aan het spelen was. Het bleek de bekende druppel. ‘Een week of wat later kwam er een brief van de eerste instantie’, vertelt ze aan haar behandelaar. ‘Ze sturen altijd wel een herinnering. Instanties bestaan uit post en herinneringen.’
De ingesproken boodschappen van Anja worden afgewisseld met de schriftelijke communicatie van vader Evert met die ‘instanties’ over zijn dochter en haar moeder. Ik veronderstel dat Van Mersbergen hier ruim heeft geput uit de correspondentie die hij zelf voerde met onder meer leerkrachten, mensen van het ouder-kindcentrum en de behandelaars van zijn ex-vrouw. Politiek gezien zijn deze mailtjes, brieven en WhatsAppberichtjes het interessantst. Ze laten zien dat de participatiesamenleving misschien een leuk uitgedacht concept is, maar in de praktijk stuit op veel obstakels.
Ga maar na: Anoeska woont inmiddels volledig bij haar vader Evert. Die probeert ervoor te zorgen dat zij met enige regelmaat haar moeder kan bezoeken. Dat moet voorlopig wel onder begeleiding. Maar wie geeft die begeleiding? Een welzijnsstichting probeert een bezoekregeling onder begeleiding van het eigen netwerk van moeder op te zetten. Twee buurvrouwen zijn bereid om Anoeska elke woensdagmiddag vanuit school op te vangen voor een bezoek aan haar moeder. Maar Evert komt er al snel achter dat de buurvrouwen zijn dochter tegen de afspraken in met haar moeder alleen laten.
De buurvrouwen willen vooral de relatie met Anja goed houden. Plus: ze zijn geen professionals, en zien niet zozeer de risico’s van een meisje van 10 of 12 jaar dat in een mantelzorgrol voor haar moeder wordt gedrukt. Het is toch lief als een meisje zo goed voor haar moeder zorgt? Vader Evert schrijft een verbolgen e-mail aan de buurvrouw van zijn ex: ‘Begeleid je het bezoek van Anouska aan haar moeder of voorzie je de moeder van het door haar gewenste bezoek?’ Het antwoord: ‘Ik ben jouw loopjongen niet.’
Vader schort het bezoek aan moeder op en vraagt de professionals om elke woensdagmiddag met dochter mee te gaan. Dan raken Evert en Anouska pas echt verstrikt in de regels en voorschriften. Behandelaars en de jeugdzorg zeggen heel graag de behandeling van Anja en de begeleiding van Anouska te willen starten. Maar het lukt hen maar niet om Anja te spreken te krijgen. Niet heel gek, want de situatie is nu juist dat de moeder niet in staat is om de telefoon op te nemen of te reageren op een mail of brief.
Blijkbaar staan ‘de instanties’ dan machteloos. Het gebrek aan daadkracht is stuitend. Regels en voorschriften lijken belangrijker dan de mensen. Of is de beleidsfilosofie dat ieder mens verantwoordelijk is voor zijn of haar eigen leven zo dominant geworden dat zelfs mensen die niet in staat zijn om zelf beslissingen te nemen, eerst zelf moeten aangeven dat ze hulp willen ontvangen voordat ze de benodigde hulp krijgen?
© 2009-2024 Uitgeverij Boom Amsterdam
ISSN 0167-9155
De artikelen uit de (online)tijdschriften van Uitgeverij Boom zijn auteursrechtelijk beschermd. U kunt er natuurlijk uit citeren (voorzien van een bronvermelding) maar voor reproductie in welke vorm dan ook moet toestemming aan de uitgever worden gevraagd:
Behoudens de in of krachtens de Auteurswet van 1912 gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch door fotokopieën, opnamen of enig andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
Voor zover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikelen 16h t/m 16m Auteurswet 1912 jo. Besluit van 27 november 2002, Stb 575, dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoeding te voldoen aan de Stichting Reprorecht te Hoofddorp (postbus 3060, 2130 KB, www.reprorecht.nl) of contact op te nemen met de uitgever voor het treffen van een rechtstreekse regeling in de zin van art. 16l, vijfde lid, Auteurswet 1912.
Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16, Auteurswet 1912) kan men zich wenden tot de Stichting PRO (Stichting Publicatie- en Reproductierechten, postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp, www.cedar.nl/pro).
No part of this book may be reproduced in any way whatsoever without the written permission of the publisher.