Conflict Oekraïne gebaat bij moreel-realistische benadering
Samenvatting
Niet moralisme, maar moreel realisme is een verstandige wijze van opereren in de internationale politiek. Dit erkent de pluriformiteit in wereldbeelden en machtsaanspraken, maar probeert de wereld wel wat rechtvaardiger te maken. Daarbij is het van belang de ander niet tot het absolute kwaad te bombarderen, maar te streven naar compromis en transnationale samenwerking.
Het is heel begrijpelijk dat mensen geschokt reageren als het ene land het andere land aanvalt. De beelden van kapotgeschoten huizen, vernielde steden, vluchtende mensen en stervende burgers roepen bij ons terechte verontwaardiging op. Dit is onrechtvaardig en immoreel! Het herinnert ons als mensen eraan hoezeer wij morele wezens zijn. Als deze morele verontwaardiging echter tot moralisme leidt, het opgestoken vingertje waarmee de ander vermanend wordt toegesproken en bestraft, dan dreigt het gevaar van escalatie en verheviging van het conflict. Een dergelijke houding belemmert een adequate analyse van wat er aan de hand is – wat drijft de ander en wat staat er hier op het spel? – en staat een verstandige reactie in de weg.
Maar waarom zijn mensen dan toch geneigd zo te reageren? Dat heeft te maken met twee dingen. Allereerst ontbreekt het veel mensen aan kennis over de internationale politiek. Men kijkt ernaar alsof het zoiets is als een conflict in een land waar een overheid aanwezig is die rechtspreekt en een van de partijen kan dwingen of straffen. In de internationale politiek is zo’n overheid echter afwezig. In de tweede plaats is moralisme ethisch gezien een veilige positie. Jij staat immers volledig aan de goede kant en de ander is volledig fout. Maar dat laatste maakt het heel moeilijk om nog een compromis te sluiten of tot een second-best-oplossing te komen. Terwijl de internationale politiek voor een groot deel is opgebouwd uit second-best-arrangementen. Dat betekent niet dat er geen moreel onderscheid gemaakt kan worden. Het is overduidelijk dat Poetin het internationale recht heeft geschonden. Moreel onderscheiden is echter iets anders dan moralisme.
Moreel onderscheiden is bijvoorbeeld zien met wat voor soort vijandschap we hier te maken hebben. Ziet Poetin het Westen als een echte vijand waartegen hij zich moet verdedigen, of als een absolute vijand?1 In het eerste geval gaat het om een conflict dat eventueel territoriaal beslecht kan worden. Het gaat erom dat landen elkaar erkennen en tot een oplossing van het geschil komen. In het tweede geval ziet Poetin het Westen als het grote kwaad en is hij uit op de totale vernietiging van westerse sociale en politieke structuren. Als er sprake is van echte vijandschap, dan is de kunst om te voorkomen dat het tot absolute vijandschap komt. Dat kan bijvoorbeeld door de aanval niet op te vatten of te framen als een aanval op de westerse manier van leven en denken.
Hans Morgenthau
Toen na de Tweede Wereldoorlog het vakgebied van de internationale betrekkingen opkwam, was dat omdat er behoefte was aan de doordenking van de internationale politiek. Dit werd mede ingegeven door het feit dat Amerika’s macht zo groot was geworden dat ze behoefte had aan goede onderbouwing van haar buitenlandse politiek. Een van de grondleggers van het vakgebied van de internationale betrekkingen is Hans Morgenthau (1904-1980). Zijn boek Politics among nations heeft vele generaties studenten beïnvloed.2
Morgenthaus verdienste is dat hij ervoor heeft gepleit om de eigenheid van de internationale betrekkingen serieus te nemen. De internationale politiek is een eigenstandige sfeer die fundamenteel verschilt van die van het recht, van de economie of van sociale of religieuze verbanden. In de internationale politiek gaat het namelijk om de botsing van machtsbelangen die ideëel of materieel kunnen zijn. Dit betekent dat staten van alles kunnen willen of roepen, maar dat uiteindelijk hun gedrag het best begrepen kan worden door een goede analyse te maken van hun machtsbelangen. In het geval van Morgenthau omvat dat ook ideeën en wereldbeelden. Volgens hem fungeren wereldbeelden als een soort schakelaars die ervoor zorgen dat belangen op een bepaalde manier een rol gaan spelen. Wat kunnen we daarmee ten aanzien van het Rusland-Oekraïneconflict?
Om absolute vijandschap te voorkomen, moet de Russische inval niet geframed worden als een aanval op de westerse manier van leven en denken
Allereerst dat de inval van Rusland te verklaren is vanuit een machtsanalyse. Zoals oud-ambassadeur Edy Korthals Altes betoogde in een postuum verschenen opiniestuk in Trouw, voelt Rusland zich als grootmacht bedreigd doordat landen die voorheen bij de Sovjet-Unie hoorden, de banden met de EU aanhalen en zich eventueel bij de NAVO willen aansluiten.3 Nu kunnen wij vinden dat dat niet zo is, maar een goede analyse betekent ook dat je serieus neemt wat de ander daarover zegt. Poetin heeft keer op keer duidelijk gemaakt dat Rusland een dreiging van de NAVO voelt uitgaan en dat hij dat een halt toe wil roepen. Daarmee wil ik de inval van Poetin niet goedkeuren of rechtvaardigen: een verklaring is namelijk geen rechtvaardiging. Een dergelijke analyse kan ons echter helpen in te zien dat we er zelf wellicht ook een aandeel in hebben. De Amerikaanse theoloog Reinhold Niebuhr bestempelde dit als ironie: we roepen door ons gedrag zaken over ons af die ons vervolgens bedreigen.4 Hierin zit echter ook iets hoopvols: door dit in te zien, kunnen we ervan leren en onze verantwoordelijkheid nemen.
Wereldbeelden
In de tweede plaats leert het Rusland-Oekraïne-conflict ons dat we wereldbeelden serieus moeten nemen. We kunnen het oneens zijn met het wereldbeeld van de ander, maar ze beïnvloeden nu eenmaal hoe wereldleiders de wereld zien, hoe landen elkaar zien, en bepalen daarmee ook de loop van de geschiedenis. Het heeft dan ook weinig zin om Poetins redevoeringen of religieuze ideeën weg te zetten als irrationeel of krankzinnig. Zijn wereldbeeld is misschien fundamenteel anders, maar het vereist een soort overkoepelend neutraal gezichtspunt om te bepalen of zijn ideeën ook irrationeel zijn. Dat gezichtspunt hebben wij niet, of maar heel beperkt. Het hoopgevende van de rol van wereldbeelden is dat ze ook weer niet allesbepalend zijn, en dat ze kunnen veranderen. Niet voor niets stelde Morgenthau dat ze als een soort schakelaars functioneren. Het heeft dus zin om ook op het niveau van wereldbeeld met elkaar in gesprek te gaan en je daarbij bewust te zijn van je eigen wereldbeeld.
Het heeft weinig zin om Poetins redevoeringen of religieuze ideeën weg te zetten als irrationeel of krankzinnig
Moreel realisme
Ik bepleit een moreelrealistische benadering. Dat betekent dat we diep begaan zijn met het lot van de mensen in Oekraïne en met de bedreigde vrede op het Europese continent. Om dat te beschermen en levens te sparen, en om verdere escalatie te voorkomen, moet er zo snel mogelijk naar een oplossing worden gezocht. Ook als dat een ongemakkelijk compromis oplevert. Dat betekent verder dat landen bereid moeten zijn hun macht te gebruiken, zowel economisch en financieel als militair. Maar we zullen ook moeten accepteren dat Rusland een van de grootmachten is in de wereld die invloed wil uitoefenen en zich bedreigd voelt. Dit streven kunnen politici afkeuren, maar veel beter is het, om met Morgenthau te spreken, dat ze met deze krachten rekening houden en die zelf ook gebruiken. Dat betekent dat macht vraagt om tegenmacht. Morele principes kunnen in de wereld van de internationale politiek nooit volledig worden gerealiseerd, hooguit worden benaderd door een altijd tijdelijk evenwicht van belangen.
Ik noem het bewust een moreel-realistische benadering, omdat anders de gedachte kan zijn dat het hier om simpele realpolitik gaat waarin de moraal geen enkele rol zou spelen. In het laatste geval zouden we vervallen in het soort realpolitik waartegen Theo Brinkel zich elders in dit CDV-nummer verzet. In de traditie van het politiek realisme zijn echter verschillende schakeringen aanwezig. Er is inderdaad een cynische variant die op basis van de constatering dat macht een belangrijke rol speelt in de internationale politiek, het uitgangspunt heeft dat het dus om macht gaat en dat machtsstreven het doel van staten moet zijn. Er is echter ook de variant die het belang van macht serieus wil nemen, maar het gebruik ervan wil reguleren of dienstbaar wil maken aan rechtvaardigheid. Deze stroming volgt niet alleen de lijn van Machiavelli en Hobbes, maar ook die van Augustinus.5 Daarin verschilt het dan ook van het neorealisme van John Mearsheimer, wiens video ‘UnCommon Core: The Causes and Consequences of the Ukraine Crisis’ uit 2015 inmiddels miljoenen keren is bekeken en gedeeld op social media.6
Vanuit dit moreel realisme is het verantwoord om te streven naar een machtsevenwicht om een beetje meer rechtvaardigheid of een beetje minder onrechtvaardigheid te realiseren. Er blijft echter altijd een soort dialectische spanning aanwezig met het liefdesideaal: ‘Justice without the pull of love would degenerate into mere order. This does not mean that order is not important because order is needed to approximate justice, but order without justice could not long endure.’7 Moreel realisme bestaat uit het willen gebruiken van macht uit liefde tot de rechtvaardigheid.8
Democratie bevorderen?
Het optreden van Rusland laat zien dat de wereld pluriform is
Leert het optreden van Rusland ons dat we actiever moeten werken aan het bevorderen van democratie in de wereld? Voorop staat dat democratie als regeringsvorm goed aansluit bij de menselijke natuur. Niebuhr weet dit mooi samen te vatten: ‘Man’s capacity for justice makes democracy possible, but man’s inclination to injustice makes democracy necessary.’9 Aan de andere kant laat het optreden van Rusland zien dat de wereld pluriform is. Zelfs als het Westen daar niet van overtuigd zou zijn, is het goed om te beseffen dat anderen de wereld wel zo zien. Om daar een indruk van te krijgen is het goed om het interview te bekijken dat Bas Heijne hield met Aleksandr Doegin, een van de mensen die Poetin sterk heeft beïnvloed.10 Daaruit blijkt namelijk dat er mensen zijn die bijvoorbeeld het liberalisme beschouwen als een imperialistische filosofie die andere samenlevingen bedreigt.11
Vanuit een christendemocratische visie zou het accepteren van pluriformiteit een belangrijk uitgangspunt moeten zijn. Dat ontslaat de christendemocratie en de internationale gemeenschap echter niet van de verplichting om samen te zoeken naar overlappende consensus, juist als het gaat om internationale vraagstukken. Zo’n benadering zal, zoals Menno Kamminga dat zo mooi beschrijft, het midden moeten houden tussen ‘“rechts” amoreel anarchisme en “links” moralistisch centralisme’.12 Ze beseft dat de wereld van natiestaten uiteindelijk onder kritiek staat van het ideaal dat de wereld bedoeld is als een gemeenschap van mensen. Het zal daarom blijven investeren in transnationale samenwerking waarbij organisaties vanuit verschillende religieuze en culturele tradities bouwen aan een weefsel dat lijkt op een internationaal maatschappelijk middenveld. Dit weefsel kan soms het optreden van staten aan de voorkant vormen, maar veel vaker wellicht het optreden van staten overstijgen.
Artikel in het kort:
- Dat mensen met afschuw reageren op oorlogsdaden zoals in Oekraïne toont aan dat we morele wezens zijn
- Dit besef moet echter niet tot moralisme leiden, omdat dit een verstandige analyse van en reactie op de geopolitieke ontwikkelingen in de weg staat
- Een goede geopolitieke analyse neemt het bestaan van diversiteit aan wereldbeelden serieus en probeert ook op dat niveau tot een gesprek tussen conflicterende machten te komen
- In plaats van moralisme is een moreel-realistische benadering nodig, die wegblijft van een cynische realpolitik maar wel vanuit het denken in machtsevenwicht naar een zo rechtvaardig mogelijke wereld streeft
- Juist de christendemocratie, die pluriformiteit en waarden hoog in het vaandel heeft, zou kunnen bijdragen aan een internationaal maatschappelijk middenveld dat recht doet aan deze combinatie van machtsevenwicht en rechtvaardigheid
Noten
- 1.Ik ontleen dit onderscheid aan de kundige maar ook omstreden Duitse politiek filosoof Carl Schmitt (1888-1985). Met dank aan Govert Buijs die mij op dit onderscheid wees.
- 2.Hans J. Morgenthau, Politics among nations. The struggle for power and peace. New York: Knopf, 1948.
- 3.Edy Korthals Altes, ‘De EU moet in beweging komen, de spanning rondom Oekraïne is zorgwekkend’, Trouw, 5 januari 2022.
- 4.Reinhold Niebuhr, The irony of American history. New York: Scribner, 1952.
- 5.Cf. Alastair J.H. Murray, Reconstructing realism. Between power politics and cosmopolitan ethics. Edinburgh: Keele University Press, 1997.
- 6.Zie: The University of Chicago, ‘Why is Ukraine the West’s Fault? Featuring John Mearsheimer’, YouTube, 25 september 2015. Zie www.youtube.com/watch?v=JrMiSQAGOS4. Zie ook: Isaac Chotiner, ‘Why John Mearsheimer blames the U.S. for the crisis in Ukraine’, The New Yorker, 1 maart 2022. Zie www.newyorker.com/news/q-and-a/why-john-mearsheimer-blames-the-us-for-the-crisis-in-ukraine
- 7.Roger Ivan Epp, The Augustinian moment in international politics. Niebuhr, Butterfield, Wight and the reclaiming of a tradition. Aberystwyth: University College of Wales, 1991, pp. 16-17.
- 8.Met dank aan Maarten Neuteboom, die deze formulering inbracht tijdens een van onze gesprekken.
- 9.Reinhold Niebuhr, The children of light and children of darkness. A vindication of democracy and a critique of its traditional defense. New York: Scribner, 1944.
- 10.Heijne interviewde Aleksandr Doegin in 2018 voor het HUMAN-programma Onbehagen. Zie www.human.nl/onbehagen/kijk/interviews/aleksandrdoegin.html
- 11.John Mearsheimer maakte in 2014 hetzelfde punt: John J. Maersheimer, ‘Why the Ukraine crisis is the West’s fault. The liberal delusions that provoked Putin’, Foreign Affairs, september/oktober 2014, pp. 1-12. Zie www.mearsheimer.com/wp-content/uploads/2019/06/Why-the-Ukraine-Crisis-Is.pdf
- 12.Menno Kamminga, ‘Internationaal postliberalisme. Middenweg naar een duurzame wereldorde?’, in: Patrick Overeem en Hans-Martien ten Napel (red.), Het radicale midden overzee. Verkenningen van het postliberalisme. Utrecht: Eburon, 2021, pp. 121-143, aldaar p. 123.
© 2009-2024 Uitgeverij Boom Amsterdam
ISSN 0167-9155
De artikelen uit de (online)tijdschriften van Uitgeverij Boom zijn auteursrechtelijk beschermd. U kunt er natuurlijk uit citeren (voorzien van een bronvermelding) maar voor reproductie in welke vorm dan ook moet toestemming aan de uitgever worden gevraagd:
Behoudens de in of krachtens de Auteurswet van 1912 gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch door fotokopieën, opnamen of enig andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
Voor zover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikelen 16h t/m 16m Auteurswet 1912 jo. Besluit van 27 november 2002, Stb 575, dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoeding te voldoen aan de Stichting Reprorecht te Hoofddorp (postbus 3060, 2130 KB, www.reprorecht.nl) of contact op te nemen met de uitgever voor het treffen van een rechtstreekse regeling in de zin van art. 16l, vijfde lid, Auteurswet 1912.
Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16, Auteurswet 1912) kan men zich wenden tot de Stichting PRO (Stichting Publicatie- en Reproductierechten, postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp, www.cedar.nl/pro).
No part of this book may be reproduced in any way whatsoever without the written permission of the publisher.