Voer zo snel mogelijk de basisbeurs weer in
Samenvatting
Het is helder dat het sociaal leenstelsel niet sociaal uitpakt, maar wat is het alternatief? Het opnieuw invoeren van de basisbeurs ligt voor de hand: studenten ontvangen dan maandelijks een bedrag van de overheid. Maar alleen herinvoering van de eerder afgeschafte basisbeurs lost het probleem onvoldoende op.
Overigens is de basisbeurs niet helemaal afgeschaft, want voor mbo’ers bestaat die nog steeds, als een gift. Thuiswonenden ontvangen een beurs van circa 100 euro, en uitwonenden een van 300 euro. Dat zijn bedragen die in de buurt liggen van de oude basisbeurs voor studenten in het hoger onderwijs. Daarnaast is er nog de aanvullende beurs van maximaal circa 400 euro voor studenten van wie de ouders een laag middeninkomen hebben.
DUO, de organisatie waarbij studenten kunnen lenen, gaat ervan uit dat uitwonende studenten 920 euro per maand nodig hebben voor levensonderhoud en studieboeken, en 180 euro voor collegegeld. In totaal 1.100 euro per maand. Studenten kunnen dat hele bedrag lenen tegen een lage rente. Momenteel is die 0 procent.
Zonder basisbeurs is zo’n bedrag te groot om bij te verdienen voor een student. Er moet immers ook nog gestudeerd worden. Psychologisch werkt dat demotiverend. De neiging is dan snel om maar van DUO te lenen. Want vakantie en gewoon lekker leven horen er ook bij, en lenen bij DUO is een kwestie van een hokje aanvinken. Gevolg is dat studenten afstuderen met forse studieschulden.
Overigens kan een student met een basisbeurs van een paar honderd euro nog steeds niet rondkomen – ook niet met een aanvullende beurs erbij of vergelijkbare steun van ouders. Er zal gewerkt moeten worden, of geleend. Maar de basisbeurs legt wel een bodem.
Herinvoeren van de basisbeurs is niet afdoende
De aversie tegen het leenstelsel heeft echter niet alleen te maken met het ontbreken van de basisbeurs, maar ook met de consequenties van de lening. De bedoeling leek zo mooi: studenten gaan meer lenen, maar krijgen in ruil daarvoor beter onderwijs en hoeven hun lening minder snel af te lossen. De praktijk is echter dat studenten afstuderen met torenhoge schulden die ze jarenlang meetorsen en waar ze last van hebben als ze een woning willen kopen.
Het moge sympathiek lijken dat de studieschuld niet meer in 15 jaar, maar in 35 jaar moet worden afgelost, maar dit heeft als nadeel dat oud-studenten heel lang aan de schuld vastzitten. Kwijtschelding van de schuld voor hen die het niet lukt om af te lossen is er ook pas na 35 jaar. Beter is een kortere aflossingsperiode, met een kleine opslag op de rente voor leningen die niet worden afgelost. Die lange periode lijkt dus genereus (sociaal), maar is het niet per se.
Het is nodig dat nu nagedacht wordt over structurele oplossingen die goed zijn voor het onderwijs én voor de studenten. En laten we dan gelijk een weeffout in het hele onderwijsstelstel herstellen.
Beter is het om de middelen direct aan studenten te geven, in de vorm van vouchers of leerrechten
De onderwijsinstellingen krijgen van de overheid een vast bedrag, ongeacht het aantal studenten. In andere sectoren werkt dat anders. Groeit de economie, dan gaat er automatisch meer geld naar ontwikkelingssamenwerking. En als er meer ouderen komen, stijgt het budget voor de zorg. Alleen bij onderwijs blijft de begroting ieder jaar gelijk, ook al komen er meer studenten. Het gevolg is dat door de groei van het aantal studenten in de afgelopen decennia, er per student minder geld is. Niet gek dat het onderwijs klaagt.
Wat zou er dan wel moeten gebeuren?
Onderwijsinstellingen zouden per jaar, per student geld moeten krijgen, in plaats van een vast bedrag. Nu worden ze te veel afgerekend op doorstroming. Dat klinkt mooi, maar dan krijg je een leerfabriek, met focus op efficiency. Studenten willen echter ook gevormd worden, en dat kan niet steeds sneller. Vorming kost nu eenmaal tijd.
Nog beter is het om de middelen niet direct aan de onderwijsinstellingen te geven, maar aan de studenten, in de vorm van vouchers of leerrechten. De student gaat dan over zijn eigen onderwijsbudget. Het WI schreef er in 2004 al eens een rapport over: De ontbrekende schakel. Eind 2005 stelde toen nog staatssecretaris Rutte voor om leerrechten in te voeren. Studenten waren tegen. De wet sneuvelde in de Eerste Kamer.
In plaats van alleen de basisbeurs weer in te voeren zou de positie van studenten structureel moeten worden verbeterd door de financiering via de student te laten lopen, en door studenten leerrechten toe te kennen die recht geven op hoger onderwijs. Dit biedt meer flexibiliteit voor studenten en stimuleert levenslang leren.
© 2009-2025 Uitgeverij Boom Amsterdam
ISSN 0167-9155
De artikelen uit de (online)tijdschriften van Uitgeverij Boom zijn auteursrechtelijk beschermd. U kunt er natuurlijk uit citeren (voorzien van een bronvermelding) maar voor reproductie in welke vorm dan ook moet toestemming aan de uitgever worden gevraagd:
Behoudens de in of krachtens de Auteurswet van 1912 gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch door fotokopieën, opnamen of enig andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
Voor zover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikelen 16h t/m 16m Auteurswet 1912 jo. Besluit van 27 november 2002, Stb 575, dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoeding te voldoen aan de Stichting Reprorecht te Hoofddorp (postbus 3060, 2130 KB, www.reprorecht.nl) of contact op te nemen met de uitgever voor het treffen van een rechtstreekse regeling in de zin van art. 16l, vijfde lid, Auteurswet 1912.
Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16, Auteurswet 1912) kan men zich wenden tot de Stichting PRO (Stichting Publicatie- en Reproductierechten, postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp, www.cedar.nl/pro).
No part of this book may be reproduced in any way whatsoever without the written permission of the publisher.