Data te belangrijk om aan China en de VS over te laten
Samenvatting
In de VS zijn de data van de grote bedrijven, in China van de overheid. Maar data zouden van de burgers en de samenleving moeten zijn. Het is daarom dringend nodig met een specifiek christendemocratisch antwoord te komen op Europees en nationaal niveau.
Nederland heeft in het verleden vaak achter de feiten aangelopen bij de ontwikkeling van de online wereld. Dit heeft tot grote problemen geleid – van nepnieuws tot de macht van de zogenoemde big tech.1 De Europese Commissie is bezig om dit te repareren. Maar de online wereld ontwikkelt zich snel door. Morgen wordt het internet het zenuwstelsel van onze datagedreven samenleving, waarin verbonden objecten autonome beslissingen nemen met algoritmen. Bigtechbedrijven uit China en de VS zijn verwikkeld in een race om deze datagedreven wereld naar zich toe te trekken. Als wij onze economie willen beschermen en meester willen zijn over de algoritmen die onze leefwereld vormgeven, moeten ook wij gaan bouwen aan de datagedreven wereld met de juiste regulering. Data zijn namelijk het nieuwe goud. Om dit in cijfers uit te drukken: sinds 2020 zijn de beursgenoteerde techbedrijven in Amerika meer waard dan onze gezamenlijke Europese aandelenmarkt.2 Data zijn het belangrijkste ingrediënt van de moderne economie. Helaas worden grote hoeveelheden data echter gecontroleerd door een kleine groep techbedrijven (denk aan bedrijven als Facebook, Google en Amazon). Dit is absoluut onwenselijk voor onze Nederlandse samenleving. Hierdoor kunnen Nederlandse bedrijven steeds moeilijker concurreren en komt privacy voor individuele burgers in het geding.
Grote hoeveelheden data worden gecontroleerd door een kleine groep techbedrijven
Om dit te voorkomen moet Nederland zijn eigen overheid en bedrijven stimuleren (of in sommige gevallen zelfs verplichten) data op grote schaal te gaan delen. Hierdoor krijgen kleinere Nederlandse bedrijven een eerlijkere kans om te concurreren met deze grote Amerikaanse dataslurpers, zodat ook zij in staat zijn om op basis van deze grote hoeveelheden data nieuwe producten en services te ontwikkelen. Nederland heeft een goede uitgangspositie: er zijn voorlopers met de juiste kennis, waaronder de Data Sharing Coalition (een verbond van bedrijven en instellingen op initiatief van het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat). Nu is het tijd voor het CDA, het bedrijfsleven en de politiek om in actie te komen.
Christendemocratisch gedachtegoed heeft een lange traditie om oplossingen te zoeken voor complexe vraagstukken. Hierin moet een balans gevonden worden tussen de belangen van de economie, het individu en de samenleving. Het stimuleren van datadeling past in deze gedachte; het is een belangrijke voorwaarde tot het creëren van een eerlijke, toekomstbestendige en maatschappelijke economie.
Nederland loopt achter de feiten aan
Hoewel het internet is uitgegroeid tot een essentieel onderdeel van de Nederlandse samenleving, is de vormgeving ervan onder het mom van ‘vrijheid en innovatie’ op haar beloop gelaten. Maar ‘vrijheid’ is vandaag ver te zoeken: burgers zitten vast binnen ecosystemen van bijvoorbeeld Google en Facebook, en worden gemanipuleerd met gepersonaliseerde content en advertenties. Bovendien wordt ‘innovatie’ van Nederlandse bedrijven gehinderd door poortwachters als Apple en Amazon. Zij weigeren hun ecosystemen open te stellen voor concurrenten of vragen torenhoge commissies.
De Nederlandse overheid heeft zich de afgelopen decennia laten verrassen door de ontwikkelingen in de online wereld. Twintig jaar geleden zijn we verrast toen Amerikaanse bedrijven met de bouw van de ‘digitale infrastructuur’ startten: de fundamentele diensten die de spelregels van het internet bepalen, zoals Googles zoekmachine, Apples inlog-ID en Amazons cloud. Deze diensten hebben enorm veel bijgedragen aan de waarde van de online wereld. Maar de bedrijven achter de digitale infrastructuur zijn hun centrale positie op het internet ook gaan gebruiken voor het verzamelen van onvoorstelbare hoeveelheden data. Met deze data hebben ze honderden nieuwe producten ontwikkeld, waardoor enorme ecosystemen zijn ontstaan. Het massale datastofzuigen van dataconglomeraten heeft geleid tot de afbrokkeling van privacy van burgers en tot een gebrek aan eerlijke concurrentie in internetmarkten.
Een oneerlijke datastrijd
Inmiddels is de Europese Commissie begonnen met een ‘reparatie’ van de online wereld. Sinds twee jaar kennen we de AVG, en afgelopen december zijn de Digital Markets Act (DMA) en de Digital Services Act (DSA) aangekondigd om dataconglomeraten en platformbedrijven aan banden te leggen. Maar de online wereld staat niet stil. In de datagedreven economie zullen bedrijven met veel data winnen. Algoritmen kennen namelijk een sterk leereffect: hoe meer data ze hebben om te verwerken, hoe beter het product. Een beter product trekt meer gebruikers en heeft dus meer data om te verwerken. Dit is ook de reden waarom Googles zoekalgoritme nog steeds ongeëvenaard is. Daarnaast geldt dat bedrijven met diverse data zullen winnen; zo zal bijvoorbeeld 85 procent van de toepassingen in slimme steden gebruikmaken van data uit verschillende sectoren. Denk daarbij bijvoorbeeld aan het scannen van nummerborden van auto’s en het bijhouden van de rijgegevens. Een dataconglomeraat dat actief is in allerlei markten heeft dus een groot voordeel ten aanzien van bedrijven die enkel over data uit hun eigen sector beschikken. Dit is een essentieel groot probleem voor Nederlandse bedrijven die geen toegang hebben tot deze grote hoeveelheden data, en creëert een oneerlijke wedstrijd.
Het grote risico in de transitie naar de datagedreven wereld is dat dataconglomeraten uit de VS en China de economie naar zich toe trekken. Hiervan zien we al signalen. Zo zijn usual suspects als Amazon, Apple, Google en Alibaba leidend in zelfrijdende auto’s, slimme huizen en datagedreven gezondheidszorg. Dataconglomeraten hoeven niet zélf alle datagedreven toepassingen te ontwikkelen, ze kunnen ook partnerschappen sluiten waarbij zij de data en AI leveren. Dit doet Google bijvoorbeeld met Plex voor bankieren: Google regelt alle dienstverlening, de bank heeft enkel nog de leningen en tegoeden op zijn balans staan. In dit toekomstscenario zijn dataconglomeraten niet alleen poortwachters van internetmarkten, maar van onze hele economie. Dit leidt ertoe dat Nederlandse bedrijven moeilijker nieuwe producten kunnen ontwikkelen op basis van data, aangezien zij daartoe geen toegang hebben.
Ook de afzetmarkt wordt grondig beperkt; Amazon verkoopt bijvoorbeeld allang niet meer alleen boeken, maar heeft zelfs een supermarktketen in Amerika overgenomen. Amazon wordt zo ook een toekomstige concurrent voor Albert Heijn, waar in het begin alleen de lokale boekwinkel de dupe was van de Amerikaanse grootmacht.
Door data te delen staan we samen sterk
Om dit scenario te voorkomen is het reguleren van dataconglomeraten niet genoeg. Als Nederland niet zelf ook de transitie doormaakt naar de datagedreven economie, zal ons land immers gaan achterlopen. Om te beginnen hebben Nederlandse bedrijven daarom toegang nodig tot veel en diverse data, afhankelijk van de sector, en dus moeten ze onderling data gaan delen. Dit is geen eenvoudige opgave. Ten eerste gebruikt ieder bedrijf zijn eigen ‘datataal’. Deze taal moet worden gestandaardiseerd, zodat data vrij kunnen worden uitgewisseld. Ten tweede moet er een systeem komen dat de betrouwbaarheid van datadelen waarborgt. Een bedrijf moet ervan uit kunnen gaan dat de data die het deelt niet worden misbruikt en dat de privacy van zijn klanten niet in het geding komt.
Om de datataal te standaardiseren en vertrouwen te creëren voor datadeling, moeten bedrijven en overheden samenwerken om zogeheten afsprakenstelsels te ontwikkelen. Dit kan kleinschalig beginnen per sector in Nederland, maar moet op de lange termijn uitgroeien tot een crosssectoraal en Europees systeem. Het is een grote opgave, maar het kan. Eerder hebben we gezien hoe telecombedrijven ervoor zorgden dat iedereen elkaar kon bellen, ongeacht telecomprovider, door een afsprakenstelsel voor onderlinge gegevensuitwisseling (gsm). Ook hebben de Nederlandse banken de afgelopen jaren samen het betalingssysteem iDEAL op deze manier ontwikkeld. Inmiddels kunnen wij als consument in alle winkels en webshops gemakkelijk betalen, ongeacht onze bank, door afsprakenstelsels van Nederlandse banken (pinnen en iDEAL). Vergelijkbare initiatieven moeten worden gestart in andere sectoren.
Politiek en bedrijfsleven moeten wel met spoed in actie komen
Nederland heeft een goede uitgangspositie om datadelen op schaal te realiseren. Er zijn enkele voorlopers met veel kennis, zoals de Data Sharing Coalition en de Nederlandse AI Coalitie (NL AIC). En Nederland is traditioneel goed in maatschappelijke samenwerking. Maar politiek en bedrijfsleven moeten wel met spoed in actie komen. Dataconglomeraten uit de VS en China bouwen hard door aan de datagedreven wereld, en wanneer zij eenmaal een voorsprong hebben, zijn ze moeilijk in te halen. Een gezond gevoel van paniek is dus op zijn plaats.
Bron: iStock
Een christendemocratisch antwoord
We lopen als Nederland achter de feiten aan. Enkele grote bigtechbedrijven uit de VS en China bepalen de richting, terwijl Nederlandse bedrijven en met name de Nederlandse overheid veel over zich heen laten komen.
In tegenstelling tot wat vaak wordt gesuggereerd, is er ook een grote rol voor nationale keuzes en inrichting van de online wereld – het is niet alleen aan Europa. De online wereld wordt in de Europese Unie gezien als hoogste prioriteit na het klimaat. De door de Europese Commissie in het leven geroepen Digital Services Act en Digital Markets Act zijn ambitieuze voorstellen. Met de DMA moet eerlijkere concurrentie online worden gewaarborgd, en met de DSA wordt online dienstverlening opnieuw gereguleerd en krijgen platforms meer verantwoordelijkheid. Deze voorstellen zijn echter niet genoeg. Omdat het mede om een nationale digitale leefomgeving gaat, ligt hier wel degelijk ook een nationale taak; we kunnen het niet aan de EU overlaten.
Helaas staat de online wereld veel te laag op de agenda van de Nederlandse politiek. Het Ministerie van Economische Zaken start wel goede initiatieven, maar de urgentie is te laag. Nederland moet veel meer zijn verantwoordelijkheid pakken; daarvoor is meer kennis en capaciteit nodig. Dit begint binnen het CDA. Laten we een oproep doen aan het nieuwe kabinet: creëer een Ministerie van Digitale Zaken en Dataverkeer, zodat er meer aandacht komt voor dit belangrijke onderwerp. Roep op tot meer publiek-private samenwerkingen om datadeling te stimuleren tussen de overheid, bedrijven en de maatschappij. Ook zal er door alle partijen moeten worden geïnvesteerd in zowel kennis als technologische oplossingen, om datadeling met elkaar zo goed en zo veilig mogelijk te laten verlopen. Dit is mogelijk: zo is ons iDEAL-betalingsverkeer op deze manier tot stand gekomen.
In de VS zijn de data van de grote bedrijven, in China zijn ze van de overheid. Voor christendemocraten is het cruciaal dat het eigenaarschap van data in balans moet worden gebracht tussen de burgers, het bedrijfsleven en de samenleving. Als we echter niet snel een enorme inhaalslag maken, zullen we overgeleverd zijn aan hetzij Amerikaanse bedrijven zonder scrupules (die primair door geld gedreven zijn), hetzij de Chinese overheid, die machtgedreven is. Daarom is er nu een Europees, Nederlands en specifiek christendemocratisch antwoord nodig. Nu missen we de boot, en dat is niet alleen economisch een groot probleem, maar vooral ook maatschappelijk. En daar gaat het de christendemocratie uiteindelijk om. Laten we daarom starten met het toegankelijk maken en het delen van data. Dit is van groot belang voor onze toekomstige Nederlandse en Europese maatschappij.
Helaas staat de online wereld veel te laag op de agenda van de Nederlandse politiek
Noten
- 1.Meer lezen over dit onderwerp? Lees de rapporten van de denktank DenkWerk (www.denkwerk.online), met name het volgende: DenkWerk, De datagedreven toekomst.nl. Hoe we vormgeven aan onze toekomst in de datagedreven wereld. Amsterdam: DenkWerk, 2021.
- 2.Jesse Pound, ‘U.S. tech stocks are now worth more than the entire European stock market’, CNBC. com, 28 augustus 2020. Zie https://www.cnbc. com/2020/08/28/us-tech-stocks-are-now-worth-more-than-the-entire-european-stock-market.html
© 2009-2024 Uitgeverij Boom Amsterdam
ISSN 0167-9155
De artikelen uit de (online)tijdschriften van Uitgeverij Boom zijn auteursrechtelijk beschermd. U kunt er natuurlijk uit citeren (voorzien van een bronvermelding) maar voor reproductie in welke vorm dan ook moet toestemming aan de uitgever worden gevraagd:
Behoudens de in of krachtens de Auteurswet van 1912 gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch door fotokopieën, opnamen of enig andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
Voor zover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikelen 16h t/m 16m Auteurswet 1912 jo. Besluit van 27 november 2002, Stb 575, dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoeding te voldoen aan de Stichting Reprorecht te Hoofddorp (postbus 3060, 2130 KB, www.reprorecht.nl) of contact op te nemen met de uitgever voor het treffen van een rechtstreekse regeling in de zin van art. 16l, vijfde lid, Auteurswet 1912.
Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16, Auteurswet 1912) kan men zich wenden tot de Stichting PRO (Stichting Publicatie- en Reproductierechten, postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp, www.cedar.nl/pro).
No part of this book may be reproduced in any way whatsoever without the written permission of the publisher.