Het CDA-gehalte van de Tweede Kamerverkiezingen 2021
Samenvatting
De verkiezingen als geheel voldeden behoorlijk aan de criteria ‘christelijk’, ‘democratisch’ en ‘appellerend’. Het CDA zelf heeft zijn belangrijkste troef, waarden en normen, onvoldoende uitgespeeld. Het leek langzamerhand te verzeilen in de sfeer van Judas, Kajafas en Korinthe, ofwel de afdeling verraad, samenzwering en scheuringen. Toch is ook mildheid op zijn plaats.
De lijsttrekkers van de twee winnende liberale partijen getuigden openlijk van hun geloof in de aanloop naar de Tweede Kamerverkiezingen. Zo sprak D66-leider Sigrid Kaag van haar godsvertrouwen dat ze had meegenomen uit haar katholieke opvoeding, en zij zag de barmhartige Samaritaan terug in het D66-programma.1 Op zijn beurt gaf VVD-leider Mark Rutte aan dat hij troost putte uit de christelijke traditie. Kerk betekende voor hem: gezamenlijkheid, samenkomen.2 Dat ‘samen’ kwam terug in de VVD-slogan: ‘Samen sterker verder.’ Dat doet allemaal sterk denken aan het CDA, ook al boekte dat het op één na slechtste verkiezingsresultaat in zijn geschiedenis. De vraag in deze terugblik is daarom hoe christelijk, democratisch en appellerend de Tweede Kamerverkiezingen 2021 toch nog waren.
Christelijk?
Alleen al de verkiezingsdag laat christelijke sporen zien. Verkiezingen vinden in Nederland niet op zondag plaats, zoals in veel andere landen. De vrees is dat anders sommige kiezers niet gaan stemmen. Dat is overigens ook de reden voor groeiende reserves onder gemeenten om kerken te gebruiken als stembureaus. De gemeente Tilburg bleef met een beroep op de scheiding van kerk en staat het gebruik van kerken afwijzen.3 Andere gemeenten gingen juist meer kerken gebruiken, omdat die geschikt waren om coronaproof verkiezingen te organiseren.
Het christendom was ook op een andere manier te zien. SGP-magazine De Banier had geteld hoeveel expliciet christelijke verwijzingen verkiezingsprogramma’s bevatten.4 De SGP verwees het vaakst naar God, de Bijbel en een zogeheten (joods-)christelijke traditie. Ook de ChristenUnie deed dat geregeld. Gods zoon kwam logischerwijs ruim aan bod bij Jezus Leeft. Het CDA beperkte zich tot een enkele verwijzing naar de Bijbel als basis voor zijn grondbeginselen en naar christelijke waarden. God kwam er niet in voor – net zomin als bij seculiere partijen. Wel vroeg JA21 aandacht voor christenvervolging in het Nederlandse buitenlandbeleid. PVV en Forum voor Democratie wensten daarnaast het behoud van een (joods-)christelijke traditie in Nederland. Ubuntu Connected Front keerde zich juist tegen de christelijke Sinterklaastraditie, terwijl Splinter oproepen tot gebed zoals klokgelui wilde verbieden. En de VVD wenste acceptatie van lhbti’ers ‘op de biblebelt’. Voor de rest betroffen religieuze opmerkingen Allah of algemene uitspraken over bijvoorbeeld onderdrukking door of van gelovigen. Het expliciet christelijke gehalte van verkiezingsprogramma’s was dus beperkt.
Wel kenden veel programma’s het protestantse trekje om zo veel mogelijk schriftelijk uit te werken. Zelfs het PVV-programma was dit keer meer dan vijftig pagina’s dik.
Ook al neemt hun aantal af, nog altijd beschouwen zo’n vier op de tien Nederlanders zichzelf als christen
Verder kwam niet alleen bij Kaag en Rutte het christendom aan bod. PvdA-leider Lilianne Ploumen sprak over de betekenis van haar katholieke kerklidmaatschap. CDA-lijsttrekker Wopke Hoekstra liet optekenen dat hij zeker in God geloofde en Jezus’ woorden ‘Hebt uw naaste lief als uzelf’ als kernboodschap van het christendom beschouwt.5 Kees van der Staaij (SGP) en Gert-Jan Segers (ChristenUnie) stonden vaker stil bij hun geloof. Segers was de enige lijsttrekker die in het laatste tv-debat expliciet verwees naar God. Ook FvD-aanvoerder Thierry Baudet sprak van het christendom.
Voor hem is het geen persoonlijk geloof, maar een cultuurbron. Gelet op de sympathie waarop Baudet kan rekenen in SGP-kringen, was het overigens opmerkelijk dat hij op campagne op Tholen de SGP omschreef als ‘een soort heel impotent christendom’, omdat met het toekeren van de ‘andere wang’ geen kruistochten te organiseren zouden zijn.6
Ook al neemt hun aantal af, nog altijd beschouwen zo’n vier op de tien Nederlanders zichzelf als christen. Daarnaast overtreft het aantal kerkleden ruimschoots het aantal boeren of het ledenaantal van partijen, vakbonden of omroepen.7 Het is wel de vraag in hoeverre kerkleden zich laten leiden door de kerkelijke leiding. De bisschoppen riepen de katholieke kiezers op om zich uit te spreken voor de waardigheid van ieder mens, een samenleving die openstaat voor migranten, vluchtelingen en armen, en vooral voor ‘het eigenlijke normaal’, dat wil zeggen het normaal ‘van het Rijk Gods’.8
Door de beperkte mediaaandacht zullen maar weinig kerkleden daar iets van hebben meegekregen.
Katholieken die minstens één keer per maand naar de kerk gaan (3 procent van de bevolking) overwogen uiteindelijk vooral een stem op CDA, VVD en D66. Veel protestantse kerkgangers (7,6 procent van de bevolking) hadden een voorkeur voor de ChristenUnie, maar ook voor CDA, SGP en VVD.9 De helft van de kerkgangers was uiteindelijk van plan voor een seculiere partij te stemmen, van radicaal-rechts, seculier midden tot alle soorten links. Dat is niet zo vreemd. Van oudsher zijn christenen immers betrokken bij seculiere partijen. Denk aan de vele protestanten die liberale partijen vroeger herbergden, of aan de christelijke voorlopers van PvdA en GroenLinks. Zoveel christenen, zoveel meningen – zoals het altijd al is geweest.
De SGP kan nog rekenen op een hechte sociale gemeenschap die vrij trouw op haar stemt. En het CDA kent met het oudste electoraat van alle partijen nog een redelijk aandeel gewoontekiezers. Door individualisering maken echter veel kerkgangers hun eigen, bewuste keuze in het stemhokje. Daarbij wensen veel christenen, ook regelmatige kerkgangers, religie en politiek niet met elkaar te verbinden. Geen wonder dat het aandeel kerkgangers dat op de christelijke partijen stemt, al langer flink varieert, van 50 procent (2012) en 60 procent (1998) tot dik 70 procent (2002, 2006).10
Gezien het slinkende aantal (kerkgaande) christenen en hun bewustere partijkeuze is het een prestatie dat ChristenUnie en SGP hun zetelaantal in de Tweede Kamer hebben gehandhaafd. Vanuit het oogpunt van electorale aantrekkelijkheid is het wel te begrijpen dat het CDA niet meer al te nadrukkelijk naar boven wijst. Bij vorige verkiezingen deed het nog wel een appel op het cultuurchristendom met termen als ‘(joods-)christelijke traditie’, ook al bleef het een worsteling of dat nu een verwelkomende cultuur voor migranten betekende of niet. Het CDA gebruikte op dit punt nu een andere christelijke notie in zijn verkiezingsprogramma: ‘Het toelaten van mensen zonder hun echt een plaats te kunnen bieden in onze samenleving is niet echt barmhartig.’11 Over de vraag of zo de barmhartige
Samaritaan de juiste navolging krijgt, verschillen christenen van mening. Denk maar aan Kaag; die wilde ‘niemand laten vallen’. In ieder geval legt het CDA op dit punt een andere nadruk dan de katholieke kerk en ook de Raad van Kerken.12
Democratisch?
Elk mens telt – dat is een kernidee van het (christen)democratisch gedachtegoed. Hoe was dat bij deze verkiezingen? De overheid probeerde de angst voor coronabesmettingen weg te nemen door de mogelijkheid van poststemmen voor de 2,4 miljoen kiezers ouder dan 70 jaar, drie in plaats van twee machtigingen per kiezer, meerdaagse verkiezingen en ruimere stembureaus. Tevergeefs bepleitten onder meer Ieder(in) en Partij voor de Dieren om ook kwetsbare kiezers jonger dan 70 jaar de mogelijkheid tot poststemmen te geven.13 Uiteindelijk noemde één op de vijf niet-stemmers angst voor coronabesmetting als reden om niet op te komen.
De vraag is wel of met poststemmen en machtigingen elk mens echt telt, omdat het dan makkelijker is dat iemand anders de stem van een kiezer (mede) bepaalt. Het is dan ook lastig om het grondwettelijk recht op geheim stemmen te bewaren, zo gaf de verkiezingswaarnemingsmissie van de Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa (OVSE) in 2017 al aan.14 Het vertrouwen in het verkiezingsproces lag uiteindelijk onder kiezers van ChristenUnie, CDA, VVD, PvdA, D66 en GroenLinks boven de 80 procent.15 Bij kiezers van radicaalrechtse partijen lag dat beduidend lager. Meer transparantie kan het vertrouwen versterken; men zou bijvoorbeeld het tellen van de stemmen kunnen laten volgen via een webcam, zoals in de Verenigde Staten wel gebeurt.
65-plussers zijn in de nieuwe Kamer fors ondervertegenwoordigd, terwijl die in andere landen nog als president worden verkozen
De OVSE had eerder ook aanbevolen om meer aandacht te geven aan de mogelijkheden voor mensen met een beperking om te stemmen. Verkiezingsprogramma’s waren in ieder geval vaak beschikbaar in eenvoudige taal (zoals GL en 50PLUS), via een voorleesknop (onder meer VVD en SP), in gebarentaal (bijvoorbeeld D66 en PvdD) of in braille (zoals CDA en ChristenUnie).16 Het College voor de Rechten van de Mens rapporteerde echter toch nog klachten van mensen met een beperking bij de verkiezingen.17
Met 79 procent week de opkomst weinig af van eerdere verkiezingen. Meer nog dan corona waren gebrek aan vertrouwen en gebrek aan interesse in politiek belangrijke redenen voor niet-stemmers.18 De wensen van niet-stemmers komen niet altijd overeen met wat stemmers willen. Een opkomstplicht zou daarom goed zijn om de partijen te prikkelen meer de steun van niet-stemmers te verwerven, zodat ook hun stem meetelt. Het kiesstelsel kan dus nog democratischer.
Het motto ‘Elk mens telt’ betreft ook het verkozen worden. Er waren dit keer de nodige vrouwelijke lijsttrekkers. Het aantal verkozen vrouwen in de Tweede Kamer steeg weer, al is dat in het verleden hoger geweest.19 Het aantal mensen met een migratieachtergrond steeg eveneens. Niettemin blijft er een overwicht aan mannelijke, autochtone en theoretisch opgeleide Kamerleden die werkzaam zijn (geweest) in politiek en bestuur. Provincies als Drenthe, Zeeland en Flevoland komen er bovendien bekaaid af. En 65-plussers zijn fors ondervertegenwoordigd, terwijl die in andere landen nog als president worden verkozen. Diversiteit was er wel in politiek opzicht, met zeventien partijen die erin slaagden om een of meer zetels in de Tweede Kamer te bemachtigen – een naoorlogs record. Wel is de vraag hoeveel van die diversiteit zal doorklinken in het regeringsbeleid. Het is zeker voor onervaren kleinere fracties een zware klus om via wetgeving en controle het regeringsbeleid te beïnvloeden én daarnaast te concurreren om (kiezers)aandacht.
Een paar zetels verlies is zo’n slecht resultaat nog niet
Het motto ‘Elk mens telt’ geldt niet alleen het gehele electoraat, maar ook de invloed van partijleden. D66 en 50PLUS hadden een lijsttrekkersverkiezing, net als het CDA. Dat ging daar met het nodige interne trammelant gepaard. En toen trok de verkozen lijsttrekker zich later ook nog terug. De CDA-leden stemden vervolgens voor minister van Financiën Wopke Hoekstra als lijsttrekker. De inzet van Hoekstra was het premierschap en meer dan dertig zetels. Inzet op ‘eenheid, saamhorigheid en de partij verbinden’ was volgens hem nodig om vervolgens ‘met een ijzersterk verhaal naar de kiezer te gaan’.20
Appellerend?
Het CDA behaalde onder Hoekstra uiteindelijk vijftien zetels. Met een verlies van vier zetels werd het de vierde partij van het land. Dat is geen slecht resultaat voor een regeringspartij, die immers ook impopulaire maatregelen moet nemen. Waar de tevredenheid met de regering was toegenomen in het begin van de coronacrisis, nam juist richting de verkiezingen de steun voor de coronamaatregelen af. En de CDA-ministers Hugo de Jonge (Volksgezondheid, Welzijn en Sport) en Ferd Grapperhaus (Justitie en
Veiligheid) vormden daarvan met VVD-premier Rutte het gezicht. Ondertussen droeg het CDA verantwoordelijkheid voor stikstofmaatregelen, wat niet bij alle boeren in de achterban op evenveel waardering kon rekenen. Daar komt nog bij dat regeringspartijen die niet de premier leveren, vaak verliezen. Denk maar aan de PvdA in 2017. Dus een paar zetels verlies is zo’n slecht resultaat nog niet.
Het verlies is echter wel een slecht resultaat in het licht van de goede uitgangspositie die het CDA had. In februari 2021 gaf 16 procent van de kiezers namelijk aan dat de kans groot was dat ze op het CDA zouden stemmen (dik twintig zetels dus), terwijl 41 procent een kans zag.21 Alleen de VVD scoorde qua stemkans hoger, met respectievelijk 28 procent grote kans en 30 procent een kans. Het CDA had ook een andere troef in handen: Wopke Hoekstra. Vanaf het begin van de coronacrisis gaven kiezers aan meer belang te hechten aan een stabiel bestuur en de lijsttrekker. Hoekstra scoorde op die punten goed. 48 procent van de kiezers zag hem aanvankelijk als betrouwbare premierskandidaat.
Alleen Ruttes VVD lag op deze punten (ver) voor op het CDA. En dat is toch opmerkelijk. Rutte en Hoekstra droegen immers beiden verantwoordelijkheid voor het met voeten treden van de rechtsstaat in de toeslagenaffaire.22 Het CDA had echter op dit punt met zijn Kamerlid Pieter Omtzigt nog een troef in handen, omdat deze een belangrijke rol had gespeeld om die affaire boven tafel te krijgen.
Hoekstra noemde nog een andere troef van het CDA: een ijzersterk verhaal. Zeker de laatste twintig jaar bevindt het CDA zich met zijn economische en culturele voorkeuren in het rechtse vaarwater van de conservatiefliberale VVD.23 De VVD was dan ook nu weer de belangrijkste concurrent. Nu werd de VVD door kiezers het vaakst genoemd als partij met de beste oplossingen voor economie, aanpak van de coronacrisis, werkgelegenheid, overheidsfinanciën en veiligheid. Het CDA kon zich inhoudelijk echter onderscheiden van de VVD doordat het minder het liberale individualisme is toegedaan en kan putten uit de christelijke traditie.
Daardoor kan het morele noties en het belang van gemeenschappen makkelijker als politieke boodschap uitdragen. Het is daarom niet voor niks dat het CDA door kiezers het vaakst wordt gezien als partij met de beste oplossingen op het vlak van waarden en normen. En daarmee heeft het CDA inderdaad een ijzersterk verhaal. Het kan allerlei kiezers aanspreken, omdat die er hun eigen aanvulling aan kunnen geven, van christelijke waarden tot aanpassingsnormen voor (islamitische) migranten en fatsoenseisen.
Daarnaast waren waarden en normen voor maar liefst 61 procent van de kiezers van belang bij hun partijkeuze. Alleen gezondheidszorg (64 procent) was nog belangrijker.
Hoe heeft het CDA nu zijn troeven uitgespeeld in de campagne? Nog onervaren in het campagne voeren, kwam Hoekstra niet lekker uit de verf in debatten en had hij een in coronatijd ongepaste werkbespreking met schaatser Sven Kramer in Thialf. Kiezers zagen vervolgens in hem steeds minder een goede debater en premierskandidaat, terwijl de waardering voor D66-leider Kaag op die punten juist steeg.24 Rutte bleef als leider het meest gewaardeerd tijdens de campagne. Alleen al in het licht van leiderschap is het daarom niet verwonderlijk dat het CDA vooral verloor aan VVD en D66.25 Terwijl Rutte en Kaag niet schroomden om een morele kaart uit te spelen, onderscheidde het CDA zich daar niet zo mee. Pieter Omtzigt had wel laten zien wat gerechtigheid zoeken betekende. CDA-leider Hoekstra speelde de morele kaart nauwelijks, ook al gaf het toekomstperspectief Zij aan zij uit 2020 daarvoor allerlei aanknopingspunten.26 In plaats daarvan benadrukte Hoekstra onderwerpen als economie, overheidsfinanciën en veiligheid, waar de VVD juist als de betere kandidaat gold. Kortom, het CDA had zich inhoudelijk kunnen onderscheiden van zijn belangrijkste concurrent, maar verspeelde dat in de campagne.
Het CDA had zich inhoudelijk kunnen onderscheiden van zijn belangrijkste concurrent, maar verspeelde dat in de campagne
Het CDA liet zich wel op een andere manier inspireren door de christelijke traditie. Het kwam namelijk meer in de sfeer van Judas, Kajafas en de gemeente Korinthe. Voor de minder Bijbelvaste lezers: dat is de afdeling verraad, samenzwering en scheuringen. Tijdens de campagne klonk bijvoorbeeld de suggestie of het niet beter was geweest als Omtzigt de CDA-leider zou zijn geweest, terwijl van hem gezegd werd dat hij meermalen had gedreigd zich af te splitsen.27 Andere kandidaat-Kamerleden probeerden tevergeefs op eigen houtje een zetel te verwerven. Eén van hen flirtte vervolgens met aansluiting bij de BoerBurgerBeweging. Oud-interim-voorzitter Henk Bleker zocht zijn heil ondertussen bij Forum voor Democratie. Het gaf niet het beeld dat het CDA ‘zij aan zij’ een appel op de kiezers deed.
Mildheid en genade
In het seculariserende Nederland hadden de Tweede Kamerverkiezingen van 2021 nog allerlei christelijke en democratische kenmerken. Het CDA zelf boerde echter minder goed. De VVD had met haar lijsttrekker, competentieprofiel en stemkans een veel betere uitgangspositie – en buitte dat zonder al te veel interne verdeeldheid goed uit. Het CDA had een goede tweede partij kunnen meeblazen, maar speelde zijn kaarten niet goed uit. Het wist normen en waarden niet goed uit te dragen, extern noch intern.
Ook de premierwaardigheid van Hoekstra kwam niet goed uit de verf. Voor hem past echter mildheid en genade: hij werd pas op het laatste moment lijsttrekker. Voor de hele partij is er echter huiswerk te doen. Het CDA heeft met Lubbers en Balkenende eerder laten zien zich opnieuw te kunnen oprichten. Er bleek op zich nog duidelijk kiezerspotentie voor het CDA. CDA-succes bij de komende verkiezingen hangt deels af van de zwaktes van de grootste concurrent, de VVD. De vraag is echter vooral of de partij nog genoeg bindmiddel heeft om eensgezind – zij aan zij – in het kabinet te gaan of zich te onderscheiden in het oppositioneel gekrioel.
Noten
- 1.Maaike van Houten, ‘Sigrid Kaag: “D66 denkt vanuit de barmhartige Samaritaan, maar zonder de letter c”’, Trouw, 27 februari 2021.
- 2.Rijksoverheid, ‘Is een goed leven een perfect leven?’ [toespraak; online Protestantse Lezing van minister-president Mark Rutte op Hervormingsdag 31 oktober 2020, opgenomen op 29 oktober 2020 in de Kloosterkerk in Den Haag], rijksoverheid.nl, 31 oktober 2020. Zie www.rijksoverheid.nl/documenten/toespraken/2020/10/31/is-een-goed-leven-een-perfect-leven
- 3.L. Vogelaar, ‘Stemmen in de kerk kan nog niet overal’, Reformatorisch Dagblad, 17 maart 2021.
- 4.J. Schippers, De SGP maakt het verschil! Een vergelijking op speerpunten met andere partijen, De Banier, jrg. 100, no. 2, maart 2021.
- 5.Wilfred Hermans, ‘Wopke Hoekstra: “Mijn gezin is het belangrijkste deel van mijn leven”, EO Visie, maart 2021. Zie https://visie.eo.nl/artikel/2021/03/wopke-hoekstra-ik-ben-een-buitengewoon-feilbaar-mens. Overigens zei Hoekstra eerder, minder stellig, dat hij hoopt dat God bestaat.
- 6.Zie de beelden via Twitter: https://twitter.com/gwdubbeldam/status/1363940659871236099
- 7.Joep de Hart en Pepijn van Houwelingen, Christenen in Nederland. Kerkelijke deelname en christelijke gelovigheid. Den Haag: Sociaal en Cultureel Planbureau, december 2018, p. 150 e.v.
- 8.Rooms-Katholieke bisschoppen van Nederland, ‘Kiezen voor “het eigenlijke normaal”’, open brief, Utrecht, 10 maart 2021. Zie www.rkkerk.nl/wp-content/uploads/2021/03/Bisschoppelijke-Brief-Verkiezingen-Tweede-Kamer-2021-def.pdf
- 9.Eduard Sloot, ‘Helft van de kerkgaande christenen stemt niet op een christelijke partij’, Nederlands Dagblad, 5 maart 2021 (percentages van het Centraal Bureau voor de Statistiek).
- 10.Eigen berekeningen op basis van het Nationaal Kiezersonderzoek 1998-2017.
- 11.CDA, Nu doorpakken. Verkiezingsprogramma 2021-2025. Den Haag: CDA, 2020, p. 99.
- 12.Raad van Kerken, ‘Opvang 500 vluchtelingenkinderen in NL’, raadvankerken.nl, 11 maart 2020. Zie www.raadvankerken.nl/nieuws/2020/03/opvang-500-vluchtelingenkinderen-in-nl
- 13.Ieder(in), ‘Kabinet belooft veilige verkiezingen, niet iedereen is er gerust op’, iederin.nl, 4 maart 2021. Zie https://iederin.nl/kabinet-belooft-veilige-verkiezingen-niet-iedereen-is-er-gerust-op
- 14.OVSE/ODIHR, Nederland. Parlementsverkiezingen 15 maart 2017. Eindrapport OVSE/ODIHR Verkiezingswaarnemingsmissie. Warschau: OVSE/ODIHR, 7 juni 2017. Zie www.osce.org/files/f/documents/c/6/322761.pdf
- 15.Joost Schellevis, ‘Meeste mensen hebben vertrouwen in de verkiezingen, enig wantrouwen is “van alle tijden”’, nos.nl, 19 maart 2021. Zie https://nos.nl/artikel/2373291-meeste-mensen-hebben-vertrouwen-in-de-verkiezingen-enig-wantrouwen-is-van-alle-tijden.html
- 16.leder(in), Partijprogramma’s Tweede Kamer Verkiezingen 2021. Analyse. Utrecht: leder(in), maart 2021. Zie https://iederin.nl/wp-content/uploads/2021/03/Analyse-Verkiezingen-Partijprogrammas-maart2021.pdf
- 17.College voor de Rechten van de Mens, ‘Meldpunt Onbeperkt Stemmen: Verkiezingen nog steeds niet volledig toegankelijk voor mensen met een beperking’, mensenrechten.nl, 21 maart 2021. Zie https://mensenrechten.nl/nl/nieuws/meldpunt-onbeperkt-stemmen-verkiezingen-nog-steeds-niet-volledig-toegankelijk-voor-mensen
- 18.NOS Nieuws, ‘Verkiezingen in cijfers: hoge opkomst onder jongeren en zorg belangrijkste thema’, nos. nl, 18 maart 2021. Zie https://nos.nl/collectie/13860/artikel/2373083-verkiezingen-in-cijfers-hoge-opkomst-onder-jongeren-en-zorg-belangrijkste-thema
- 19.PDC Informatie Architectuur, ‘Voorlopige verkiezingsuitslag: PDC ziet toename aantal Kamerleden met migratie-achtergrond’, tkverkiezingen.com, 18 maart 2021. Zie https://www.tkverkiezingen.com/id/vlh6klggdesn/nieuws/voorlopige_verkiezingsuitslag_pdc_ziet
- 20.Jan Hoedeman, ‘CDA-lijsttrekker Wopke Hoekstra: “Ik ga voor het premierschap”, Het Parool, 14 december 2020.
- 21.Peter Kanne en Milan Driessen, De TK-verkiezingen van 2021: terug- en vooruitkijken. Rapport. Amsterdam: I&O Research i.o.v. de Volkskrant, februari 2021.
- 22.Zie: Parlementaire ondervragingscommissie Kinderopvangtoeslag, Ongekend onrecht. Verslag Parlementaire ondervragingscommissie Kinderopvangtoeslag. Den Haag, 17 december 2020.
- 23.Hans Vollaard, ‘De flexibele formules van het CDA’, in: Huib Pellikaan en Sebastiaan van der Lubben (red.), Ruimte op rechts? Conservatieve onderstroom in de Lage Landen. Utrecht: Het Spectrum, 2006, pp. 107-136.
- 24.Jeroen Kester, ‘Kiezers vinden Sigrid Kaag (D66) nu geschikter als premier dan Wopke Hoekstra (CDA)’, eenvandaag.avrotros.nl, 16 maart 2021. Zie https://eenvandaag.avrotros.nl/panels/opiniepanel/alle-uitslagen/item/kiezers-vinden-sigrid-kaag-d66-nu-geschikter-als-premier-dan-wopke-hoekstra-cda
- 25.Eelco Harteveld en Sjoerd van Heck, ‘Onderzoek nu zelf de kiezersstromen: wisselvallig maar voorspelbaar’, StukRoodVlees, 23 maart 2021. Zie https:// stukroodvlees.nl/onderzoek-nu-zelf-de-kiezersstromen-wisselvallig-maar-voorspelbaar
- 26.Wetenschappelijk Instituut voor het CDA, Zij aan zij. Toekomstperspectief voor Nederland in 2030. Den Haag: CDA, 2020.
- 27.L. Aharouay, Zo’n verlies had het CDA niet verwacht, NRC, 18 maart 2021.
© 2009-2025 Uitgeverij Boom Amsterdam
ISSN 0167-9155
De artikelen uit de (online)tijdschriften van Uitgeverij Boom zijn auteursrechtelijk beschermd. U kunt er natuurlijk uit citeren (voorzien van een bronvermelding) maar voor reproductie in welke vorm dan ook moet toestemming aan de uitgever worden gevraagd:
Behoudens de in of krachtens de Auteurswet van 1912 gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch door fotokopieën, opnamen of enig andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
Voor zover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikelen 16h t/m 16m Auteurswet 1912 jo. Besluit van 27 november 2002, Stb 575, dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoeding te voldoen aan de Stichting Reprorecht te Hoofddorp (postbus 3060, 2130 KB, www.reprorecht.nl) of contact op te nemen met de uitgever voor het treffen van een rechtstreekse regeling in de zin van art. 16l, vijfde lid, Auteurswet 1912.
Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16, Auteurswet 1912) kan men zich wenden tot de Stichting PRO (Stichting Publicatie- en Reproductierechten, postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp, www.cedar.nl/pro).
No part of this book may be reproduced in any way whatsoever without the written permission of the publisher.