‘Christendemocratisch verhaal vergt dappere politici’
Samenvatting
Het grote gevaar van christendemocratische partijen is dat ze problemen uit de weg gaan, omdat ze mensen uit hun achterban met diverse verlangens niet voor het hoofd willen stoten, zegt de Vlaamse staatssecretaris Sammy Mahdi. ‘Wij zijn voor boeren én voor het milieu. Maar omdat we zien dat dit samen problemen oplevert, blijven we vaag en zeggen uiteindelijk niets. Dat is dodelijk. Christendemocratisch leiderschap betekent dat je altijd het enerzijds én het anderzijds van een kwestie benadrukt. Als een van beide ondersneeuwt, verlies je geheid.’
Direct na de exitpoll van de Tweede Kamerverkiezingen op 17 maart verstuurde Sammy Mahdi, christendemocraat en namens de Vlaamse CD&V staatssecretaris voor Asiel en Migratie in de Belgische federale regering, deze tweet: ‘Zorg, normen en waarden en leiderschap blijken de drie thema’s die #TK21 hebben bepaald. Christendemocraten zijn aan bezinning toe, want dit zouden onze thema’s moeten zijn.’ Uit dit bericht spreekt bezorgdheid, erkent Mahdi. ‘Ik geloof erg in de potentie van de christendemocratie, omdat ze het beste voor onze samenlevingen te bieden heeft. Maar ik ben ook pessimistisch. Als we de komende tien jaar niet ons eigen verhaal durven te vertellen, kan het afgelopen zijn. De christendemocratie staat voor een strijd op leven en dood.’
Mahdi (1988) is een christendemocraat in hart en nieren. Sinds oktober vorig jaar is hij bewindspersoon in de Belgische regering-De Croo, en daarvoor was hij van 2017 tot 2020 voorzitter van de jongerenafdeling van CD&V. Zijn vader is eind jaren zeventig uit Irak naar België gevlucht, zijn moeder is Vlaamse. De christendemocratie heeft hij niet met de paplepel ingegoten gekregen, maar is een gevolg van een overtuigde keuze, vertelt hij daags na de verkiezingen in Nederland, die voor het CDA teleurstellend verliepen. ‘Ik heb niet zozeer voor een partij, CD&V, gekozen, maar veeleer voor de christendemocratie als ideologie. Van alle politieke stromingen frustreerde zij me het minst, omdat ze niet dogmatisch is door slechts één oplossingsrichting aan te bieden. De christendemocratie gelooft niet dat als we het individu maar vrijlaten en de staat zo klein mogelijk houden, we de beste oplossing voor de problemen in de samenleving krijgen. Maar ze gelooft ook niet in een almachtige overheid die alles kan oplossen. Nee, ze gaat met een soort boerenverstand te werk en heeft als centrale overtuiging dat iedereen een verantwoordelijkheid draagt ten opzichte van de ander. Niet de overheid is in eerste instantie voor jou verantwoordelijk, en jij bent ook niet enkel verantwoordelijk voor jezelf: we zijn voor elkaar verantwoordelijk. En we moeten ons beleid zó inrichten dat overheid, organisaties en mensen dit zo goed mogelijk ondersteunen.’
Heeft een geloofsovertuiging bij u nog een rol gespeeld om voor de christendemocratie te kiezen?
‘Bij mij persoonlijk niet, hoewel ik wel vind dat iedereen volledig vrij moet zijn om zijn geloof te beleven en te belijden en daarin niet door de staat mag worden gedwarsboomd, zeker in een samenleving die steeds leger en vluchtiger wordt. Ik merk nogal eens dat christendemocraten zich niet op hun gemak voelen bij bepaalde geloofsovertuigingen, zoals de islam. Terwijl hét antwoord op radicalisme binnen de islam is dat we de islamitische gemeenschap de ruimte geven om zich te kunnen ontplooien. Hierin verschillen we, in ieder geval in België, sterk met het liberalisme. Dat laat liever moskeeën in garageboxen ontstaan, waar geen enkel toezicht meer op is, en imams uit het buitenland komen die dingen zeggen die we niet willen horen. Als christendemocraten zijn we ervoor om moskeeën te erkennen, zodat we zicht kunnen hebben op de financiering vanuit het buitenland. Daarin verschillen we zowel van de linkse als van de rechtse politiek in België.’
Sammy Mahdi
U zegt expliciet gekozen te hebben voor een politieke stroming en van daaruit mensen voor de christendemocratische politiek te willen winnen. Maar stemmen mensen tegenwoordig niet eerder voor een bepaalde persoon of uit eigen belang?
‘Mensen kiezen voor een duidelijk verhaal. Wat drijft een politicus of een partij tot bepaalde keuzes in de politiek? Dat verhaal moet een partij op elk thema zo goed mogelijk uitwerken. Neem de N-VA hier in Vlaanderen. Die zal altijd benadrukken waarom veel problemen beter opgelost kunnen worden als Vlaanderen een vorm van zelfbestuur krijgt. En de liberalen zullen steeds aangeven waarom het individu algehele vrijheid moet krijgen om gelukkig te worden. Zo moet de christendemocratie voortdurend aangeven op welke manier onze overtuiging het best is, niet alleen voor de samenleving als geheel, maar ook voor ieder persoonlijk. Bepaalde thema’s zijn daarbij zeer christendemocratisch.’
Zoals?
‘De zorg is dat op dit moment bij uitstek. Zeker midden in de gezondheidscrisis rond corona waarin we nu zitten. CDA en CD&V zouden dé zorgpartij moeten zijn, omdat we opkomen voor de zwaksten in de samenleving. En niemand is zo zwak als degene die zich zorgen maakt om zijn lichamelijke of geestelijke gezondheid. We moeten dus veel investeren in de zorg. Mensen moeten de zorg krijgen die ze nodig hebben, zeker in deze coronacrisis. Heel veel mensen zijn nu eenzaam door de lockdowns, maar er zijn ook velen die het knobbeltje dat ze ergens zien, niet laten onderzoeken uit vrees in een ziekenhuis COVID-19 op te lopen.
Dit zou ons thema moeten zijn. We moeten niet denken dat we als centrumpartij geen eigen verhaal hebben. Dat hebben we en moeten we luid en duidelijk vertellen. Maar de vraag is of dat ook gebeurt.’
De zorg is bij uitstek een christendemocratisch thema
Wat is het christendemocratische verhaal op uw eigen terrein als staatssecretaris, dat van asiel en immigratie? Christendemocraten staan hier nogal verschillend in. De een benadrukt barmhartigheid, de ander het draagvlak en de eigen, door christelijke waarden gedomineerde cultuur. Hoe hierin een eigen verhaal te verkondigen?
‘Christendemocraten gaan er, net als conservatieven, van uit dat de samenleving niet maakbaar is, maar dat het goede via organische verbanden als familie, traditie en gemeenschap tot stand moet komen. Het is duidelijk dat als je barmhartigheid hoog in het vaandel draagt, zoals wij doen, je je moet bekommeren om mensen die op de vlucht zijn voor oorlog en geweld. Tegelijk, en dat wordt door ons nog weleens vergeten, moeten we ons inzetten voor de integratie van nieuwkomers. Het is niet christendemocratisch om een vluchteling of asielzoeker te laten opsluiten in de eigen bubbel, waardoor hij of zij geen uitzicht krijgt om echt deel te nemen aan onze maatschappij. Bubbels leven in onze samenleving te veel naast elkaar, in plaats van met elkaar. We delen met conservatieven dus dat we streng zijn aan de poort en op de integratie moeten inzetten, maar we verschillen met hen omdat wij wel barmhartig willen zijn. Christendemocraten moeten altijd het enerzijds en het anderzijds benadrukken.’
Waar rechts-conservatief én links-progressief elk één kant van de zaak benadrukken, moet de christendemocratie dus altijd met twee woorden spreken?
‘Ja, het gaat ons altijd om het enerzijds én het anderzijds, maar het enerzijds mag nooit zo beklemtoond worden dat het het anderzijds overschaduwt en andersom. Tegelijk mag het ook niet betekenen dat we daarom maar geen van beide benadrukken, want dat is onze grootste valkuil. Wat mijn portefeuille betreft: we moeten heel simpel erkennen dat het Europese asielbeleid mislukt is. Twee derde van de mensen die naar Europa toe komen, heeft geen recht op een verblijf. Maar hun komst zet onze samenleving zozeer onder druk dat we hier iets tegen moeten doen. Dat betekent sterkere Europese buitengrenzen, een betere screening aan die grenzen, en een veel harder onderscheid tussen vluchteling en migrant. Dit gebeurt nu allemaal te weinig. Voor echte vluchtelingen moeten we ruimte blijven bieden. Om dit te verdedigen moeten we de mensen in onze uitleg tegemoetkomen. Toen ik laatst 156 Syrische vluchtelingen uit Turkije naar België heb laten overkomen, heb ik twee dingen gezegd. Enerzijds dat het goed is dat we dit doen omwille van de nood van deze mensen, maar anderzijds ook omdat we anders een heel systeem omverblazen. We zijn voorstander van opvang in de regio. Als je dat in stand wilt houden, moet je de nood van Turkije erkennen, dat inmiddels 3,6 miljoen vluchtelingen herbergt. Het is daarom onze taak een heel klein stukje van de taart voor onze rekening te nemen, om er zo voor te zorgen dat het grootste deel van de taart in de regio blijft.’
Hoe kijkt u in dit verband aan tegen de opstelling van het CDA tegenover vluchtelingen in kamp Moria op Lesbos? De partij is niet bereid vluchtelingen naar Nederland te laten overkomen.
‘Ik kan begrijpen dat hier in Nederland en ook in het CDA zo tegen aangekeken wordt. Vanuit de ratio redeneert men dan: vluchtelingen laten overkomen helpt niet om een structurele oplossing te vinden voor de problematiek, dus doen we het niet. Maar hier geldt dat er meer is dan ratio. Natuurlijk los je de problemen niet op door een klein groepje naar hier te laten komen. Ik vergelijk het met een dakloze op straat die je twee euro geeft. Los je zijn problemen hiermee structureel op? Nee, maar je helpt hem tijdelijk wel en bent even solidair met hem. Zo moeten we ook naar de problemen op Moria kijken: structureel is mensen laten overkomen geen oplossing, maar als je ziet dat daar een kamp in brand staat, dat vluchtelingen op straat lopen en zelfs verkracht worden, dan moet je je solidair tonen en jouw kleine aandeel nemen en je niet verschuilen achter het feit dat andere Europese landen ook niet over de brug komen. Tegelijk moet je tegen deze landen zoals Polen en Hongarije wel hard optreden.
Het gaat altijd om het enerzijds én het anderzijds. Christendemocraten zijn vaak bang dat als ze het ene benadrukken, een bepaalde groep boos wordt. En dat als ze het andere benadrukken, er een andere groep boos wordt. En dus benadrukken ze maar niets en zwijgen ze. Maar wie bang is, heeft niets te zoeken in de politieke arena.’
Mensen uit Moria laten overkomen helpt structureel niets, maar je moet het uit solidariteit wel doen
Die neiging om het debat te ontwijken omdat je als politicus in beide kanten iets van de waarheid ziet maar ook niemand voor het hoofd wilt stoten, is zichtbaar in het Nederlandse debat over de landbouw. Het CDA is vanouds een boerenpartij, maar beseft ook dat er iets voor het milieu en het klimaat moet gebeuren, wat voor boeren consequenties heeft. Hoe adviseert u de partij om hiermee om te gaan?
‘CD&V heeft naast subsidiariteit en personalisme rentmeesterschap als een van de drie pijlers van de christendemocratie geformuleerd, en volgens mij is dat wat betreft de laatste bij het CDA ook het geval.
Rentmeesterschap betreft zowel de landbouw als het milieu. Ik zeg altijd dat het de schuld van de christendemocratie is dat er groene partijen in Europa zijn ontstaan, die bij ons met name in steden als Brussel, Leuven en Antwerpen veel aanhang hebben gekregen. Klimaat, milieu en levensomstandigheden zoals de luchtkwaliteit zouden ónze thema’s moeten zijn. Dat betekent niet dat we ons niet tegelijk om de landbouw moeten bekommeren. Ook hier gaat het om enen. Daarbij is het van belang te erkennen dat een Vlaamse koe veel minder CO2 uitstoot dan een Ierse of een Argentijnse. Niet omdat onze koeien beleefder zijn, maar omdat onze wetenschappers koploper zijn op het gebied van innovatieve landbouw en voeding. Bovendien vraag ik me af of er veel Nederlanders en Belgen zijn die zó ver voor het milieu gaan dat ze helemaal geen stukje vlees meer willen eten. We moeten de landbouw dus helpen om verder te innoveren.’
Een goed milieubeleid betekent niet dat je boeren in de steek laat.
‘Ik zou sowieso niet weten waarom je iemand in de steek zou laten; dat geldt ook voor boeren. Wat hebben we eraan als we hier een enorme koolstoftaks heffen waardoor het voor boeren onmogelijk wordt een bedrijf te runnen, zodat bedrijven naar het buitenland vertrekken?
We moeten boeren niet in de steek laten maar hen juist helpen het goede te doen. Soms schuilt dat in kleine technische oplossingen. Zo is de irrigatie in Vlaanderen enorm geholpen door de bandenspanning van tractoren aan te passen, waardoor de grond minder verdicht raakte en het water beter wegzakte. Christendemocraten moeten vooroplopen in het innovatieve landbouwbeleid. Ik heb de verkiezingscampagne in Nederland niet intensief gevolgd, maar ik heb het idee dat het CDA hierover te weinig het debat is aangegaan, omdat de partij het een moeilijk onderwerp vindt.
Ze ziet de boeren als haar vrienden, maar vindt dat er ook wat voor het milieu en het klimaat moet verbeteren. Moeilijk, moeilijk. Dus zeggen ze er maar niets over. Dat is zo eigen aan christendemocraten. Maar als je geen leiderschap durft te tonen, ga je het verliezen.’
Het gevaar is nu dat we als volkspartij zoveel mensen willen bedienen dat we heel breed worden maar ook heel vaag
Heeft het CDA meer thema’s laten liggen?
‘Zoals gezegd heb ik de campagne niet intensief gevolgd, maar als er één thema christendemocratisch is, dan is dat waarden en normen. En ook daar drukken we te weinig ons stempel op. Het gaat dan om waarden en normen in de hele breedte van de samenleving, die aan het verruwen is. Mensen die politieagenten of ambulancepersoneel aanvallen, mensen die op straat spugen, maar ook homoseksuelen die zich niet meer veilig voelen. Het hele debat over veiligheid is een debat over waarden en normen. Ook hier geldt dat christendemocraten een standpunt vaak niet te veel willen benadrukken, uit angst te stigmatiseren. Natuurlijk moeten we niemand stigmatiseren. Maar we moeten problemen wel benoemen om te voorkomen dat mensen door andere politici gestigmatiseerd worden.’
Hier geldt dus eveneens het enerzijds-anderzijds, maar dan niet om weg te duiken maar juist om alles te benadrukken.
‘Ja, christendemocraten hebben niet meer de luxe om het debat niet aan te gaan. We komen uit een verzuilde samenleving waarin iemand in België in een katholiek ziekenhuis geboren werd en via de katholieke studentenvereniging bij de christendemocratie uitkwam. Die vanzelfsprekendheid is er niet meer. Het gevaar is nu dat we als volkspartij zoveel mensen willen bedienen dat we heel breed worden, maar tegelijk ook heel vaag. Terwijl we juist alles vanuit onze ideologie moeten aanvliegen, wat een enorme diepte in het denken en het politiek handelen geeft.’
Mogen CDA en CD&V wel een belangenpartij zijn van specifieke groepen, of moeten ze enkel voor het algemene belang opkomen?
‘We moeten opkomen voor de belangen van de christendemocratie. Dat betekent opkomen voor kwetsbare groepen en dat kunnen afhankelijk van de situatie asielzoekers, zieken maar ook boeren of ondernemers zijn. Er wordt vaak gedacht dat christendemocraten vooral voor het maatschappelijk middenveld moeten opkomen, maar dat is niet zo. In onze filosofie nemen maatschappelijke organisaties een belangrijke rol in de samenleving in, maar de christendemocratie is geen spreekbuis van deze organisaties, alsof zij even hun wagonnetje aan onze partij kunnen hangen.
Zo simpel is het niet. We gaan van onze visie op de samenleving uit. En dat betekent opkomen voor mensen, maar soms ook hard zijn.’
Veel mensen zijn lid van een christendemocratische partij, terwijl ze niet echt in de christendemocratie geloven
Heeft u vertrouwen in de toekomst van de christendemocratie in Europa? Op dit moment is Duitsland het enige land waar ze nog echt de dienst uitmaakt.
‘Het belangrijkste is dat we in ons eigen verhaal blijven geloven. Ik heb helaas gemerkt dat het hiervoor geen garantie biedt dat mensen lid zijn van een christendemocratische partij. Net zoals je vanbinnen Ajax-fan kunt zijn terwijl je een PSV-shirt aanhebt, zijn veel mensen lid van een christendemocratische partij, terwijl ze niet echt in de christendemocratie geloven.
Daarom is het ontzettend nodig in ons verhaal te blijven investeren: wat maakt CDA en CD&V tot de partijen die ze zijn? Wie zijn onze geestelijke voorouders? Waarom is de encycliek Rerum Novarum belangrijk geweest voor onze visie op armoede en werkgelegenheid? Waarom is niet alleen Plato van belang, maar ook Levinas?
Als een politicus van onze partijen van dit alles niet doordrongen is, is het gevaar groot dat hij of zij vanuit de buik politiek gaat bedrijven. Dat is een enorm risico, want mensen verwachten van ons leiderschap op basis van ons verhaal. Alleen daarmee kunnen we hen weer voor ons winnen.’
© 2009-2024 Uitgeverij Boom Amsterdam
ISSN 0167-9155
De artikelen uit de (online)tijdschriften van Uitgeverij Boom zijn auteursrechtelijk beschermd. U kunt er natuurlijk uit citeren (voorzien van een bronvermelding) maar voor reproductie in welke vorm dan ook moet toestemming aan de uitgever worden gevraagd:
Behoudens de in of krachtens de Auteurswet van 1912 gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch door fotokopieën, opnamen of enig andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
Voor zover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikelen 16h t/m 16m Auteurswet 1912 jo. Besluit van 27 november 2002, Stb 575, dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoeding te voldoen aan de Stichting Reprorecht te Hoofddorp (postbus 3060, 2130 KB, www.reprorecht.nl) of contact op te nemen met de uitgever voor het treffen van een rechtstreekse regeling in de zin van art. 16l, vijfde lid, Auteurswet 1912.
Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16, Auteurswet 1912) kan men zich wenden tot de Stichting PRO (Stichting Publicatie- en Reproductierechten, postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp, www.cedar.nl/pro).
No part of this book may be reproduced in any way whatsoever without the written permission of the publisher.