Intro
Samenvatting
‘De na-oorlogse christendemocraten in Europa vormden een baken van stabiliteit. Ze waren een buffer tegen extremisme, cultuurclashes en klassenstrijd. Wat is daarvan over?’
Het voorgaande is een hartenkreet van Caroline de Gruyter in haar column in NRC van 7 februari. Aanleiding was de sneer die kanselier Sebastian Kurz had uitgedeeld naar het Oostenrijkse Openbaar Ministerie, dat vol socialisten zou zitten. Maar dit was niet het enige. Begin februari ontstond in Duitsland commotie over de samenwerking tussen de Duitse CDU en de radicaal-rechtse AfD in Thüringen, waardoor een liberale deelstaatpresident in het zadel werd gebracht. ‘Onvergeeflijk’, oordeelde bondskanselier Merkel. Voor De Gruyter waren de twee gebeurtenissen geen toeval. ‘Veel centrumrechtse politici doen dit, in heel Europa: verder naar rechts schuiven om kiezers bij radicaalrechts weg te halen.’
Hier ligt noodzaak tot debat dat ook aan het CDA niet voorbij kan gaan. Natuurlijk, wij christendemocraten in Nederland willen ons niet in hokjes laten vangen, alsof het CDA meer rechts dan links zou zijn. ‘We buigen niet naar links, we buigen niet naar rechts’, zei Dries van Agt al in 1977, en velen na hem hebben het CDA als ‘middenpartij’ getypeerd, waaraan sommigen graag ‘radicaal’ en anderen liever ‘gematigd’ toevoegen.
Overlegdemocratie
In deze CDV komt naast het thema over de coronacrisis de vraag aan de orde in hoeverre het CDA zich door populisten van de wijs laat brengen. Aanleiding vormt de samenwerking met Forum voor Democratie in Brabant. Deze heeft binnen het CDA weerzin opgeroepen, deed leden hun lidmaatschap opzeggen en sneed de wond van de landelijke gedoogcoalitie met de PVV open. Diverse schrijvers, zoals columniste Janne Nijman, CDJA-voorzitter Hielke Onnink en ‘partijhistoricus’ Pieter Gerrit Kroeger, voelen dan ook weinig voor samenwerking met populisten als Wilders en Baudet. Daarvoor zijn de verschillen in opvatting over politiek en de democratische rechtsstaat te groot.
Toch is met dit laatste niet alles gezegd. Want dát het verschil tussen CDA en populistische partijen als PVV en FvD de kern van de politieke overtuiging betreft, betekent niet dat iedereen dezelfde ideeën heeft over hoe hiermee om te gaan. In zijn bijdrage stelt Piet Hein Donner de vraag centraal wat het effectiefst is om Nederland te vrijwaren van de bedenkelijke opvattingen van Forum-leider Baudet. Zijns inziens is dat niet per definitie een boycot van populisten. Samenwerking vóórdat dubieuze opvattingen gemeengoed worden, kan wel degelijk bijdragen aan de strijd ertegen, stelt Donner, waarvoor hij zijn argumenten geeft.
Iets verder gaat politiek deskundige Sjaak Koenis van Maastricht University. Hij houdt het CDA en hun die niets van enige samenwerking met populisten willen weten een spiegel voor. Door zichzelf als rationalisten te zien die de overlegdemocratie voorstaan, en de populist als de door emotie gedreven irrationalist, miskennen critici de functie van het populisme als signaal van een vastgelopen democratie. Bovendien: hoe rationeel heeft het CDA zelf gehandeld als het gaat om de problemen in de landbouw en om het verzet van boeren?
De charme van Koenis’ bijdrage is dat deze de bal terugkaatst naar het CDA. Het is wel makkelijk om op populisten af te geven, maar hoe komt het dat de christendemocraten zoveel kiezers aan hen en andere partijen hebben verloren? Waar is de eigenheid van de christendemocratie gebleven?
Naar deze eigenheid zijn we in Christen Democratische Verkenningen steeds op zoek. Ook ditmaal. Kamerlid Chris van Dam en publicist Frank van den Heuvel laten als ‘linkse protestant’ en ‘rechtse rooms-katholiek’ zien hoe hun beider inspiratie leidt tot een gezamenlijke passie voor de christendemocratische visie op de samenleving. En in een interview over de geopolitieke situatie als gevolg van de coronacrisis staat Jaap de Hoop Scheffer stil bij de mensenrechten in China en de hulp aan Afrika, en roept hij het CDA op om zijn Europese roeping niet te verloochenen. ‘Laten we alsjeblieft niet denken dat we door de populisten te kopiëren de kiezer kunnen terughalen. Want kiezers gaan liever voor het echte product dan voor namaak.’
Tegen de stroom in
Ook Jan Peter Balkenende noemt in een interview de waarde van de christendemocratische visie op de verhouding tussen markt, overheid en samenleving. Nu mede door de coronacrisis de balans naar overheid en natiestaat lijkt door te slaan, is deze visie van wezenlijk belang. Naar aanleiding van het veertigjarig jubileum van het CDA staat Balkenende stil bij het overlijden vorig jaar van Arie Oostlander, de eerste directeur van het Wetenschappelijk Instituut. ‘Het CDA is in essentie geen middenpartij, zei hij vaak, maar “extreem christendemocratisch”. Van hem heb ik geleerd dat het inhoudelijke denken echt de kracht is van de christendemocratie’, aldus de oud-premier. Een inspiratie die elke CDA-politicus nodig heeft en niet enkel meegaandheid oplevert. ‘De christendemocratie heeft altijd al de moed gehad om tegen de stroom in te roeien.’
Die moed is nodig, nu we met de grootste crisis na de Tweede Wereldoorlog zijn geconfronteerd. We hebben onlangs in bijzondere omstandigheden 75 jaar vrijheid gevierd. In zijn vorig jaar uitgekomen boek What is Christian Democracy? noemt Carlo Invernizzi Accetti, politicoloog in New York, de bijzondere rol die de christendemocratie in het naoorlogse Europa heeft vervuld. Dat betreft niet alleen de opbouw van een gemeenschappelijk Europa, maar ook die van de verzorgingsstaat. Invernizzi Accetti is zelf geen christendemocraat, maar stelt wel dat de christendemocratie ook nu een belangrijke rol kan spelen om het populisme in Europa en elders tegen te gaan. Vooral omdat zij na de oorlog het rechts-extremisme, waar ook christenen niet ongevoelig voor bleken, via een specifieke visie op democratie heeft weten te temmen.
Draagvlak
Misschien schuilt hier wel waarheid in. Wie het beest in zichzelf voelt, erkent en weet te weerstaan, is sterker gewapend dan wie zegt dat het hem nooit raakt. Zowel het christelijke als het volkskarakter in de herkomst van de christendemocratie heeft soms de neiging in populisme of autocratie te ontaarden. Zie Oost-Europa, waar de christendemocratie slecht is ontwikkeld en christendom en nationalisme een verkeerd verbond aangaan.
Christendemocraten hebben na de oorlog hun visie op geloof, volk en democratie verbonden tot iets wat ook voor niet-christenen heilzaam is geweest en nog altijd is. Dat betekende tegen de stroom op roeien, want niet iedereen zag samenwerking met vijand Duitsland direct zitten. Indien de christendemocratie ook nu van die eigenheid uitgaat, kan ze in deze coronatijden van onzekerheid opnieuw een verbindende en vernieuwende kracht vormen. Of het nu om eurobonds gaat (zie Dwars), om het landbouw- en voedselbeleid (zie Koenis en Henk Jan Ormel), om geopolitiek en mensenrechten (zie De Hoop Scheffer), om samenleving en mondiale instituties (zie Balkenende), of om een duurzaam en sterk Europa (zie Govert Buijs en vele anderen).
Een christendemocratie die van haar eigen kracht uitgaat, kijkt niet of er draagvlak is, maar creëert draagvlak omdat we van iets overtuigd zijn. Dat vergt inhoudelijke denkkracht en politieke moed. Maar het is de enige manier waarop christendemocraten weer ‘een baken van stabiliteit’ en ‘een buffer tegen extremisme’ kunnen zijn.
© 2009-2024 Uitgeverij Boom Amsterdam
ISSN 0167-9155
De artikelen uit de (online)tijdschriften van Uitgeverij Boom zijn auteursrechtelijk beschermd. U kunt er natuurlijk uit citeren (voorzien van een bronvermelding) maar voor reproductie in welke vorm dan ook moet toestemming aan de uitgever worden gevraagd:
Behoudens de in of krachtens de Auteurswet van 1912 gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch door fotokopieën, opnamen of enig andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
Voor zover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikelen 16h t/m 16m Auteurswet 1912 jo. Besluit van 27 november 2002, Stb 575, dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoeding te voldoen aan de Stichting Reprorecht te Hoofddorp (postbus 3060, 2130 KB, www.reprorecht.nl) of contact op te nemen met de uitgever voor het treffen van een rechtstreekse regeling in de zin van art. 16l, vijfde lid, Auteurswet 1912.
Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16, Auteurswet 1912) kan men zich wenden tot de Stichting PRO (Stichting Publicatie- en Reproductierechten, postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp, www.cedar.nl/pro).
No part of this book may be reproduced in any way whatsoever without the written permission of the publisher.