Ondermijning: je ziet het pas als je het doorhebt
Samenvatting
De overheid heeft jarenlang te veel gedoogd. ‘We zien drugs oogluikend door de vingers en besteden er geen aandacht aan.’ Dat stelt Anton Ederveen. ‘Het heeft tot cynisme geleid in de samenleving: het mag, ze doen er toch niets aan, en als je belt met een klacht, wordt er niets mee gedaan.’
Anton Ederveen is inmiddels twaalfenhalf jaar burgemeester van Valkenswaard en sinds 2014 portefeuillehouder ondermijning bij de commissie Bestuur en Veiligheid van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG). Vanuit die laatste hoedanigheid neemt hij ook deel aan het Landelijk Overleg Veiligheid en Politie (LOVP): het overleg tussen de regioburgemeesters en de minister van Justitie en Veiligheid. Hij is met het thema ondermijning in aanraking gekomen dankzij partijgenoot Gerd Leers. Leers zette als burgemeester van Maastricht in Zuid-Limburg als eerste een zogenoemd Regionaal Expertise en Informatie Centrum (RIEC) op. Tien jaar geleden organiseerde Leers een congres in Maastricht om mensen in het veld te laten kennismaken met een vernieuwende aanpak van criminaliteit waarin gegevens van gemeente, justitie en Belastingdienst met elkaar werden gedeeld. Deze aanpak heeft landelijk navolging gekregen. Ederveen kopieerde de aanpak naar Noord-Brabant en zette in Valkenswaard met Nicolien Hermens (eveneens CDA) ook de pilot van het RIEC op. Afgelopen jaar werd het inmiddels tienjarig jubileum van dat RIEC-Brabant nog gevierd.
Bij de start van dit kabinet hebben de regioburgemeesters aan oud-collega Noordanus gevraagd om een proeve van wetgeving te maken waarin punten van verbetering worden geïnventariseerd op het terrein van privacy, geld en capaciteit. Dat heeft onder andere geleid tot een verzoek om meer capaciteit, middelen en mogelijkheden om als overheid criminaliteit effectief te kunnen aanpakken. Ederveen: ‘Je ziet dat dit ook in het regeerakkoord is terechtgekomen: 100 miljoen extra voor de politie aan het begin van de kabinetsperiode, al vroegen we om 1 miljard. Dat is iets minder, om het eufemistisch uit te drukken, maar het is wel een begin. Onlangs is er weer 110 miljoen extra toegezegd. Dan zeg ik: “We zijn meters aan het maken”, hoewel ik het liefst kilometers maak. De grote winst is ondertussen dat er erkenning is van de problematiek. Ik ben meer van het glas is half vol.’
Anton Ederveen
Wat is voor u ondermijning?
‘Mijn definitie van ondermijning is: grote criminaliteit dichtbij. Is het nieuw? Het verschijnsel grote criminaliteit is dat natuurlijk niet, maar de aanpak om daar als overheid integraal tegen op te treden is dat wel. De integrale aanpak die nu gedurende een aantal jaren bestaat, heeft een behoorlijk lange aanlooptijd gehad, alleen al op het terrein van elkaar leren kennen en het mogelijk maken van gegevensuitwisseling. Hierbij geldt: vertrouwen komt te voet en gaat te paard. Het kostte tijd voordat we als instituties uit onze torens kwamen en het vertrouwen er was dat je succesvol kunt optreden door informatie met elkaar te delen.’
‘Voorheen bekeken we elkaar argwanend en met oogkleppen op, zo van: “Dit is van de gemeente, of van de Belastingdienst, en dit is van het OM.” Het kost ook tijd om elkaar succes te gunnen. De ene keer is een interventie van het OM effectief, een andere keer kan beter bestuursrecht worden ingezet door bijvoorbeeld snel te kunnen overgaan tot het sluiten van een pand om de openbare orde en veiligheid te kunnen waarborgen.’
Interview in het kort:
- Ondermijning is grote criminaliteit dicht bij de mensen
- Het nieuwe is niet de omvang, maar het nabije karakter, plus de erkenning en doelgerichte, integrale aanpak ervan
- De gedoogcultuur vanuit de jaren zestig is medeschuldig aan ondermijning
- De samenleving moet eerst inzien dat er veel loos is, om zelf een belangrijke rol in de bestrijding te spelen
- Nederland is te mooi om het fundament eronder te laten wegslaan
‘Criminaliteit dichtbij ervaren mensen in hun directe omgeving. Denk bijvoorbeeld aan het afbranden van een hennepkwekerij op de zolder in het pand naast je, om over liquidaties op straat nog maar te zwijgen. Maar ook achter zo’n hennepkwekerij, waar men vanuit het beeld van de jaren zestig van de vorige eeuw misschien nog met een zekere nostalgie naar kijkt, blijkt een stevig vertakt netwerk van criminaliteit te zitten. Als je daar eenmaal in zit, kom je er echt niet zomaar uit.’
Hoe ziet zo’n netwerk eruit?
‘Timmerlui, elektriciens, leveranciers van lampen en benodigdheden, advocaten, makelaars en notarissen et cetera. Allemaal zijn ze er op een of andere manier gewild of ongewild bij betrokken. Deze structuur heeft zich inmiddels sluipenderwijs geworteld in de samenleving. Dat is gepaard gegaan met een zekere normalisering, met dank aan de overheid. Het is op papier moeilijk te verbeelden, maar de overheid is jarenlang goed geweest in artikel 5: we zagen het door de vingers en besteedden er geen aandacht aan. Met dank ook aan de gedoogcultuur: je mag het hebben, maar je mag het niet kweken. Dat heeft tot cynisme geleid in de samenleving: het mag, ze doen er toch niets aan, en als je belt met een klacht, wordt er niets mee gedaan. Het failliet van het gedoogbeleid noemde we dat vanuit de VNG een paar jaar geleden. Het vertrouwen waar ik het net over had, is echt wel te paard vertrokken. Om dat vertrouwen te herwinnen in de samenleving is een enorme kluif, omdat ondertussen die netwerken zich allang geworteld hebben.’
‘Wat als jouw kinderen benaderd worden om een pilletje te bezorgen?’
Hoe kan de overheid dat vertrouwen herstellen?
‘Hier geldt een uitspraak van Johan Cruijff: “Je ziet het pas als je het doorhebt.”
Het gaat er allereerst om te herkennen dat achter bijvoorbeeld een hennepkwekerij een heel crimineel netwerk schuilgaat of dat pillengebruik criminaliteit faciliteert. Ik had in april een discussie in De Balie met Amsterdammers, een stadsmarinier en iemand van het OM.1 Ik sprak over het gegeven dat het gebruik van pillen op feestjes en van cocaïne op de Zuidas of in het uitgaansleven in Amsterdam is genormaliseerd, en zei hoe bizar dat eigenlijk is. Ik zei: “Dat pilletje dat je gebruikt voorziet in een criminele netwerkstructuur waar je u tegen zegt.” In de tjokvolle zaal trilde het van verontwaardiging: hoe ik het durfde mensen zo in de hoek te zetten! Tot ik zei: “Maar wat nu als je kinderen benaderd worden om een pilletje te bezorgen of om hennepplantjes te gaan knippen – verleidelijk, want dat is veel lucratiever dan vakkenvullen bij Albert Heijn -, wat zeg je dan? Want met dat ene pilletje houd je immers wel een structuur in stand waarvan je tegen je kinderen zegt: ‘Begin er niet aan; begeef je er niet in.’” Waartegen je ze wilt beschermen. Als we ons dat niet realiseren en we het als overheid mensen niet vertellen, dan gaan we het als samenleving niet zien. Je ziet het pas als je het doorhebt en uiteindelijk kantelde de discussie. De zaal begon ook door te krijgen wat ik bedoelde, en mensen zeiden: “Ja, verrek, je hebt wel een punt.”’
‘Ik zag laatst ook een bericht voorbijkomen over een amateurvoetbalclub met de plaatselijke coffeeshophouder als shirtsponsor. Dan moet je je toch echt even achter de oren krabben. Als dat de mentaliteit blijft, komen we niet veel verder.’
Wat zijn de vervolgstappen, naast het anders kijken naar de onschuldig ogende coffeeshop om de hoek?
‘Dit alles vraagt – en laat duidelijk zijn dat dit echt een enorme opgave is – om een overheid die betrouwbaar en standvastig is, en effectief optreedt tegen misstanden. Dat is de enige manier om het vertrouwen te herwinnen. Laat ik een voorbeeld geven. In Valkenswaard hebben we een huis gehad waarvan de buurt het toch wel opmerkelijk vond dat er ’s nachts zo veel verkeersbewegingen waren en dat auto’s in een ondergrondse parkeergarage verdwenen. Toen zijn we er als gemeente, Belastingdienst, FIOD, politie en nog een paar partners maar eens een kijkje gaan nemen; we troffen er geld, wapens en harddrugs aan. We vonden die mede doordat de buurtbewoners de alertheid hadden gehad om zorgwekkende signalen te melden. Dat hebben we vervolgens ook aan de burgers teruggemeld, alsook dat het pand voor een langere tijd gesloten wordt.’
‘Het zichtbare signaal moet zijn: “Wij treden op en wat hier gebeurt, is niet normaal.” Nederland bestaat in doorsnee uit veel hardwerkende burgers die op een fatsoenlijke manier hun brood verdienen en belasting betalen voor publieke voorzieningen, waarvan we met zijn allen profiteren en trots op zijn. Dan is het onaanvaardbaar dat een aantal “windhappers” vlak in de buurt dat stelsel ondergraven en kunnen wegkomen met hun duistere zaakjes. Met elkaar daadwerkelijk optreden is de sleutel. We hebben als burgemeesters daarom bijvoorbeeld ook het capaciteitsgebrek bij de Belastingdienst aangekaart. We kunnen de Belastingdienst niet uitkleden als we de georganiseerde criminaliteit echt willen aanpakken. Al Capone is ook gepakt door de belastingdienst zeg ik dan.’
Wat is uw drijfveer? Waarom gaat dit thema u zo aan het hart?
‘We leven met elkaar in een fantastisch mooi land: welvarend, open en met topvoorzieningen die voortdurend hoog op de ranglijsten voorkomen. Dit stelsel is gebaseerd op de checks-and-balances van de rechtsstaat. Als je toestaat dat er parallel daaraan een samenleving ontstaat die zich daaraan volledig onttrekt, dan ondermijn je ook de basis van het stelsel waarvan we leven. Het is bizar dat we het normaal zijn gaan vinden dat wat aan de basis daarvan ligt, echt fundamenteel wordt ondergraven en bedreigd.’
‘Het gaat daarbij in essentie echt om de volgende basale vraag: welk land wil jij doorgeven aan de volgende generatie? Dat is het klassieke thema van rentmeesterschap. We hebben te lang als een nogal lakse tuinman geopereerd, totdat overal het onkruid welig tierde. Als we een tuin zonder onkruid willen, gaat dat niet zonder verplichtingen, zonder het onkruid steeds weer uit de grond te halen en het regelmatig wieden van de tuin totdat de grond schoon is.’
Hebben we dan niet vooral bezuinigd op de voorzorg? Gaat het, om in uw beeldspraak te blijven, in beginsel meer om het mogelijk maken van bloei in de tuin dan om het voorkomen van onkruid?
‘Hans Boutellier heeft recent een behartigenswaardig VNG-essay geschreven waarin hij een aantal van dit soort zaken benoemt.2 Hij wijst onder meer op het belang van preventieve voorzieningen, zoals onderwijs, sport en het hebben van een baan. Inderdaad: voorkomen is beter dan genezen. Als je wilt dat je kinderen opgroeien in een veilige omgeving, dan betekent dat niet alleen aandacht voor gezinspolitiek en levensloopbeleid, maar ook het in stand houden van publieke voorzieningen. Zo is het uitstekend dat er honderden miljoenen extra naar onderwijs zijn gegaan en dat er geïnvesteerd wordt in jeugd- en jongerenwerk. Ik ben blij dat we wijkagenten hebben die zien wat er speelt in de wijk, of dat er jongerenwerkers zijn die zorgen voor perspectief en jongeren zo op het goede pad houden. Als we pas aan de achterkant beginnen, is het dweilen met de kraan open.’
‘Toen ik dertien jaar geleden wethouder was in Amsterdam Nieuw-West, hadden we al een top 100-aanpak en een preventieve aanpak genaamd “Wij Amsterdammers”, opgezet in het kader van het grotestedenbeleid. Dat systeem bracht ook de familie- en gezinsrelaties van probleemjongeren in kaart. Het was een voorbeeld van een krachtige preventieve aanpak die ik heb zien opkomen en vanwege incidentele financiering weer heb zien wegzakken. Ik heb helaas op dit terrein te veel zigzagbeleid gezien. Een standvastige, duurzame en structurele aanpak die begint bij de basis is essentieel om op de lange termijn succes te kunnen boeken.’
Hoe taxeert u de mogelijkheid om informatie uit te wisselen tussen verschillende instanties en overheden?
‘Het verbeteren van de informatie-uitwisseling is een enorm belangrijk zorgpunt. Als ik informatie over een potentieel probleemadres wil, is dat niet direct mogelijk via het uitwisselen tussen gemeentelijke afdelingen. Dat mag simpelweg niet. Het kan wel als er indirect naar gevraagd wordt, zonder dat er al informatie wordt uitgewisseld. Pas als uit die navraag bij verschillende afdelingen blijkt dat er bijvoorbeeld een adres bij meerderen gekend is, kan dat een reden zijn om op te schalen en informatie te kunnen gaan delen. Bizar vind ik dat. Daarnaast zijn er momenteel forse capaciteitsproblemen, mede door de benodigde menskracht voor bewaking en beveiliging. We hebben als overheid straks het eigen basale niveau van publieke dienstverlening niet op orde als we niet uitkijken. We werken tegelijkertijd wel toe naar het tot stand komen van een overheid in de vorm van verknoping van informatievoorziening en gezamenlijke dienstverlening, maar als je alles bij elkaar beziet is het kwetsbaar en nog volstrekt onvoldoende.’
Bron - Getty Images
Dat klinkt vrij hopeloos.
‘Dat is het niet. Het is alleen belangrijk om in te zien dat het een kwestie is van de lange adem. Het vergt veel uithoudingsvermogen en tijd om de schade te herstellen van hetgeen we decennialang door de vingers hebben gezien. Het is nu tijd om van de nood een deugd te maken en door te pakken, ook internationaal. Nu we het eenmaal doorhebben, kunnen we ook niet door de vingers zien dat hennepkwekerijen naar het buitenland worden verplaatst. In België is pas onlangs een RIEC opgericht, maar qua bevoegdheden is lokaal bijvoorbeeld veel minder mogelijk dan hier in Nederland. Dat betekent dus ook werk aan de winkel wat grensoverschrijdende samenwerking betreft. Daar kun je moedeloos van worden, maar dat gebeurt me niet zo snel. Aanpakken denk ik dan.’
Nog even over de rol van burgemeester als schakel in de diverse samenwerkingsverbanden: is die voor u vooral crimefighter of burgervader?
‘We zijn per definitie burgervader. Dat raakt ook aan de vraag wat voor samenleving we willen doorgeven en beschermen. En ja, daar zitten zeker sheriffachtige elementen in, zoals de mogelijkheid om panden te sluiten en dwangsommen te innen. Maar de dieperliggende motivatie is altijd de bescherming van de openbare orde en veiligheid van de bewoners en de mogelijkheid van goed samenleven. Trots zijn op onze geweldige samenleving is echter alleen mogelijk als je ook jouw persoonlijke verantwoordelijkheid daarin erkent. Burgers mogen van de overheid terecht verwachten dat deze handelend optreedt tegen misstanden, overlast en misdaad, maar ze mogen daarbij hun eigen gedrag niet buiten beschouwing laten. Samenleven doe je niet alleen.’
Noten
- 1.https://debalie.nl/agenda/breaking-bad-in-de-vinexwijk/
- 2.Hans Boutellier, De andere kant van de medaille. Visiedocument over de rol van gemeenten in de aanpak van ondermijnende criminaliteit. Den Haag: Vereniging van Nederlandse Gemeenten, 2019.
© 2009-2024 Uitgeverij Boom Amsterdam
ISSN 0167-9155
De artikelen uit de (online)tijdschriften van Uitgeverij Boom zijn auteursrechtelijk beschermd. U kunt er natuurlijk uit citeren (voorzien van een bronvermelding) maar voor reproductie in welke vorm dan ook moet toestemming aan de uitgever worden gevraagd:
Behoudens de in of krachtens de Auteurswet van 1912 gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch door fotokopieën, opnamen of enig andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
Voor zover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikelen 16h t/m 16m Auteurswet 1912 jo. Besluit van 27 november 2002, Stb 575, dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoeding te voldoen aan de Stichting Reprorecht te Hoofddorp (postbus 3060, 2130 KB, www.reprorecht.nl) of contact op te nemen met de uitgever voor het treffen van een rechtstreekse regeling in de zin van art. 16l, vijfde lid, Auteurswet 1912.
Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16, Auteurswet 1912) kan men zich wenden tot de Stichting PRO (Stichting Publicatie- en Reproductierechten, postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp, www.cedar.nl/pro).
No part of this book may be reproduced in any way whatsoever without the written permission of the publisher.