EU en China: bruggen slaan en ophalen
Samenvatting
De opkomst van China stelt Nederland en de EU voor een belangrijke uitdaging. Wat zijn ten diepste onze waarden en hoe willen we die inbrengen in een wereldorde die snel aan het veranderen is?
Het is deze maand, oktober 2019, precies zeventig jaar geleden dat de Volksrepubliek China werd opgericht. En dat blijft ook buiten China niet onopgemerkt. China is bezig aan een duizelingwekkende opmars in de wereld, die niet alleen ontzag maar ook gevoelens van argwaan of zelfs angst inboezemt. Een van de auteurs gebruikte in de aanloop naar deze CDV het beeld van een tsunami: in Europa spelen we heerlijk op het strand, ons niet bewust van de gigantische vloedgolf die ophanden is. Wie de laatste jaren China heeft bezocht, kan het beamen: het land verandert terwijl je ernaar staat te kijken.
In dit themanummer van Christen Democratische Verkenningen behandelen we China’s groei en zoomen we in op wat die voor ons betekent. Voor lokale gemeenten die soms al jaren banden hebben met zustergemeenten in China. Voor Nederland, dat als handelsland baat heeft bij goede betrekkingen met de Volksrepubliek, maar zich ook zorgen maakt over de manier waarop China met individuele vrijheden en mensenrechten omgaat. Voor de Europese Unie, die China dit jaar voor het eerst als ‘systeemrivaal’ heeft aangemerkt en merkt dat ze onderling verdeeld is: wel of geen 5G van Huawei; wel of niet in zee met de Nieuwe Zijderoute van Xi Jinping; wel of niet Balkanlanden paaien met het EU-lidmaatschap omdat ze anders een soort vooruitgeschoven vazalstaat van China kunnen worden, terwijl ze feitelijk voor de EU nog niet klaar zijn? Landen dreigen niet alleen in economisch opzicht onder China’s invloedssfeer te vallen, maar via financiële afhankelijkheid ook politiek en wellicht zelfs militair, waarschuwt Rob de Wijk. Doordat China havens en andere openbare voorzieningen in Zuid-Europa in handen krijgt, dwingt het immers steun af van landen als Hongarije en Griekenland bij internationale stemmingen over mensenrechten, en kan het op termijn zelfs oorlogsschepen in Europa laten aanmeren.
Nu vindt de alarmistische taal van Rob de Wijk niet bij iedereen weerklank. Natuurlijk, naïviteit is ongewenst, stellen nagenoeg alle auteurs of geïnterviewden in deze CDV, en daarom is het goed ons te verdiepen in de Chinese manier van denken en doen. Kennis is nodig van de Chinese geschiedenis, die, zoals Ties Dams aangeeft, mede bepaald wordt door wat China de ‘Eeuw van Vernedering’ noemt, toen de Britten en Fransen de Chinezen via de Opiumoorlogen aan zich onderwierpen en culturele schatten vernietigden of als buit meenamen. Kennis is nodig van de Chinese cultuur, die door confucianisme, taoïsme en boeddhisme is bepaald en die zich volgens velen nooit echt door imperialisme heeft gekenmerkt. Dat wij denken dat China de hele wereld wil overnemen ‘zegt meer over onszelf dan over de Chinezen’, stelt wethouder Paul de Rook van Groningen dan ook. ‘Ook Chinese politici willen gewoon hun stad goed besturen. Ze zijn echt niet op verovering van de wereld uit.’ En oud-Kamerlid Kathleen Ferrier, van wie het tsunamibeeld afkomstig is, benadrukt dat alle democratische landen in de wereld hun krachten weliswaar moeten bundelen, maar ‘niet als doel om een blok “tegenover China” te vormen, maar om een sterkere, gelijkwaardigere gesprekspartner te worden voor dit continentale land’.
Wat te zeggen als China juist zijn expansie en drang naar autonomie baseert op de vernederingen door Europeanen?
Spiegel
Als er iets is wat uit dit themanummer naar voren komt, is het wel dat de opkomst van China Nederland en Europa een spiegel voorhoudt. Terecht maken we ons zorgen over de behandeling van minderheidsgroepen als Oeigoeren, christenen, Kazachen en Tibetanen in China, waarop journalist Aad Kamsteeg ingaat, en we mogen deze zorgen niet omwille van economisch gewin terzijde schuiven. Maar wat te zeggen als China juist zijn expansie en drang naar autonomie baseert op de vernederingen door Europeanen aangedaan? We hameren er vanuit Nederland op dat Zuid-Europese landen hun publieke voorzieningen als wegen, havens, vliegvelden en elektriciteitscentrales niet in handen van de Chinezen moeten geven. Maar wat te zeggen op het verwijt dat landen als Portugal en Griekenland juist vanuit Brussel en Noord-Europa gedrongen zijn om hun onrendabele voorzieningen te privatiseren?
China houdt Europa een spiegel voor, ook als het de omgang met waarden betreft. Diverse auteurs benadrukken het: het grootste verschil in waarden tussen China, dat door taoïsme, boeddhisme, confucianisme maar ook het communisme is beïnvloed, en Europa, dat door christendom, klassieke oudheid, humanisme en verlichting is gestempeld, is de nadruk op het collectief versus die op het individu. Vrijheid van godsdienst, vrijheid van meningsuiting en andere burgerlijke en politieke rechten gelden voor iedereen afzonderlijk, benadrukken we in het democratische Westen, hoezeer we ons ook in het verleden zelf schuldig hebben gemaakt aan de schending ervan. Daartegenover plaatst China de waarde van het collectief dat dezelfde overtuiging en doelen moet nastreven, en daaraan gekoppeld de waarden van hiërarchie en harmonie. Eenheid is in China van het grootste belang. Die wordt als het kan goedschiks bevorderd, binnen de familie en de staat, maar als het nodig is ook met dwang en met geweld.
De vraag is hoe deze verschillende opvattingen en waarden zich tot elkaar verhouden. In Europa benadrukken we dat de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens (UVRM) niet voor niets ‘universeel’ is en dat ook China zich aan zijn ondertekening moet houden. Bovendien heeft het land het Internationale Verdrag inzake Burgerrechten en Politieke Rechten getekend (IVBPR), dat toch echt over individuele rechten gaat. Het is echter uiterst twijfelachtig of China zich daar veel aan gelegen laat liggen. Ardi Bouwers wijst erop dat China deze twee internationale verklaringen als ‘overwinnaarsrecht’ van de zegevierende landen na de Tweede Wereldoorlog beschouwt, en Henk Schulte Nordholt stelt onomwonden dat het land niets opheeft met mensenrechten of welke ‘westerse’ waarde dan ook. ‘Eigenlijk zijn er maar twee Chinese waarden die er politiek gesproken toe doen: het herstel van China als grootste macht op aarde en de centrale, onveranderlijke rol van de Communistische Partij van China in dat proces.’
Als we de waarden die wij als universeel zien in China willen bevorderen, dan zullen we als Europa ook machtig moeten zijn
Boemerang
Hoe de naleving van waarden af te dwingen bij een soeverein land dat zich machtig waant en zelf geen intrinsieke motivatie voor deze waarden heeft? Eigenlijk keert deze vraag als een boemerang terug op Europa zelf, blijkt uit de diverse bijdragen in dit nummer. ‘Eén ding kunnen wij in Nederland, maar ook in Europa, maar moeilijk begrijpen: macht en waarden zijn twee kanten van dezelfde medaille’, zegt Rob de Wijk. Als we de waarden die wij als universeel zien in China willen bevorderen, dan zullen we als Europa ook machtig moeten zijn. De EU moet in haar eigen kracht geloven en richting China het quid pro quo hanteren: voor wat hoort wat. Als voorbeeld noemt De Wijk de landbouw, die volgens hem geopolitiek een belangrijke rol kan gaan spelen: Nederland en de EU hebben te veel landbouwgrond, China te weinig. ‘Wij leveren waar de Chinezen op zitten te wachten – melkpoeder, varkensvlees en veredelde zaden bijvoorbeeld –, en stellen daarvoor in de plaats harde eisen aan het gedrag van het land’, propageert De Wijk.
Europa moet zich richten op zijn eigen kracht en zich niet laten overlopen in de mondiale strijd die gaande is tussen de VS en China, is de rode draad in dit nummer. Dat geldt ten aanzien van 5G maar ook ten aanzien van de handelsrelatie met China, dat door zijn staatskapitalisme – ironisch genoeg de synthese van twee westerse concurrerende ideologieën, namelijk communisme en kapitalisme – ogenschijnlijke voordelen heeft. Waar we vroeger dachten dat China door zijn toetreding tot de WTO in 2001 vanzelf ook in politiek opzicht tot de vrije, westerse wereld zou gaan behoren – een aanname die volgens Sebastiaan den Bak en Alwyn de Jong in China als ‘arrogant en naïef’ wordt gezien – zien we nu met lede ogen aan dat het land ook voordelen uit zijn systeem van staatskapitalisme haalt. Bedrijven worden onbeschaamd met geld van Chinese staatsbanken gespekt om de concurrentie met de EU en de VS aan te gaan, terwijl de EU zelf met regels over het tegengaan van monopolies kampt. En wat te denken van de Europese wetgeving over privacy, een begrip dat de Chinezen nauwelijks kennen? ‘In China is wat openbaar lijkt, al snel collectief bezit’, zegt voormalig wethouder Wim Brus van Steenwijkerland over het gedrag van Chinese toeristen die het Overijsselse waterdorp Giethoorn overspoelen. Maar door dat gebrek aan privacy kunnen Chinese staatsbedrijven wel over allerlei data beschikken die voor Europese overheden en bedrijven niet toegankelijk zijn. Moeten we ons wellicht op sommige punten wat aanpassen aan de Chinese handelwijze, om de concurrentie te kunnen aangaan, of laten we dan iets wezenlijks van onze waarden en identiteit los?
Verkwanselen
Een ongemakkelijke vraag, aldus Rob de Wijk, en een die in dit nummer verschillend beantwoord wordt. De Wijk zegt onomwonden dat de EU protectionistischer moet worden, dient te stoppen met de 5G-veilingen en direct moet kiezen voor Europese bedrijven. De Vlaamse politicoloog Jonathan Holslag stelt echter dat we ver weg moeten blijven van elke vorm van staatskapitalisme. ‘Beter dan het staatskapitalisme binnen te halen, is het om het staatskapitalisme buiten te houden’, antwoordt hij. Holslag bepleit hartstochtelijk dat de EU vasthoudt aan haar interne regels, ook ten aanzien van monopolisten, maar ziet graag dat ze deze – anders dan nu gebeurt – ook voorhoudt aan externe partners zoals China. Door onze koopzucht en consumptief-materialistische opstelling op de korte termijn verkwanselen we in Europa onze eigen waarden en maken we China slapend rijk, aldus de Belg.
Ook binnen de EU zijn er landen en politici die vatbaar zijn voor de Chinese wereldorde
Te midden van de handelsoorlog tussen China en de VS, de expansiedrift van China via de Nieuwe Zijderoute en het (beoogde) leiderschap op het gebied van kunstmatige intelligentie, en de demonstraties in Hongkong, woedt dan ook een strijd over waarden. Dat is een strijd die Europa niet ongemoeid laat, want ook binnen de EU zijn er landen en politici die vatbaar zijn voor de Chinese wereldorde met haar afkeer van rechten voor minderheden en een voorkeur voor een allesbepalende overheid. Bovendien zien ook wij nu in dat het neoliberalisme zijn beperkingen kent. De Chinese eenheid legt de Europese verdeeldheid én beperkingen bloot.
De komende tijd zal het daarom over China moeten gaan en zullen we de Chinezen beter moeten leren kennen, zoals de Duitse christendemocraat Matthias Schäfer in een interview vanuit Shanghai aangeeft. Wat beweegt China, welke weg bewandelt Xi Jinping en wat is de rol van het confucianisme in de huidige Chinese samenleving? In zijn bijdrage relativeert Barend ter Haar deze rol en stelt hij dat de invloed van het confucianisme door de Chinese overheid ‘geconstrueerd’ wordt teneinde geen grote rol aan religies te hoeven toekennen. Religieuze tradities als boeddhisme en taoïsme, lokale gebruiken en tegenwoordig zelfs de islam en het christendom hebben op de bevolking een grotere aantrekkingskracht. Wellicht dat op termijn deze privatere levensbeschouwingen voor meer balans zorgen. Staatskapitalisme met een louter materialistische heilsleer, zonder aandacht voor het geestelijke leven en welzijn van mensen, wordt op termijn onmenselijk, ook naar klassiek Chinese maatstaven.
Tegelijk zal Europa, en zeker de christendemocratie, die vanouds een belangrijke bijdrage heeft geleverd aan (het debat over) de Europese waarden, moeten nadenken over waar we zelf voor staan: wat zijn de kernwaarden die voor ons onopgeefbaar zijn, en hoe beschermen of bevorderen we die? Daarover nadenken is noodzakelijk omdat we nu al fors achterlopen als het gaat om de vierde industriële revolutie ten aanzien van artificial intelligence, zoals Boudewijn Wijnands in zijn artikel aangeeft. Wie achterloopt, kan ook zijn normen en waarden als het gaat om gezichtsherkenning, robotisering en andere AI-mogelijkheden niet laten meetellen.
Drietrapsraket
De omgang met die waarden speelt een rol bij de vele internationale contacten die op lokaal en provinciaal niveau met China worden aangegaan en waarvan Ingrid d’Hooghe in haar bijdrage de dilemma’s schetst. Ze bepalen ons bij de manier waarop we China zelf tegemoet treden, waarbij we onderscheid moeten maken tussen het Chinese systeem met zijn staatskapitalisme en de allesoverheersende rol van de Communistische Partij van China (CPC) aan de ene kant, en de Chinese burger aan de andere. Als we ervoor kiezen om Chinese staatsbedrijven met oneerlijke concurrentievoordelen te weren, betekent dit niet dat we ook de Chinese privébedrijven in de ban doen. Die laatste hebben immers vaak niets op met het Chinese politieke systeem, zoals Henk Schulte Nordholt aangeeft.
De EU moet onderlinge verdeeldheid en eigen onbezonnenheid inzake kernwaarden tegengaan
Vasthouden aan waarden waarvan wij vinden dat ze universele geldingskracht hebben; werken aan de eigen kracht van de Europese Unie op tal van terreinen en strijden tegen onderlinge verdeeldheid en eigen onbezonnenheid als het om onze kernwaarden gaat; en tegelijk oog hebben voor de belangen van de Chinese burger, of deze nu een bedrijf heeft of om zijn geloof gevangenzit: ze vormen samen een drietrapsraket die gemakkelijker is opgeschreven dan afgevuurd. Soms betekent dit dat we bruggen moeten ophalen die te snel voor Chinese staatsbedrijven zijn neergelaten of waarover andersom essentiële informatie naar China weglekt. Maar het betekent ook dat we bruggen moeten slaan, om zo de ander te leren kennen en begrijpen. De Chinese schrijver en filosoof Lin Yutang is ons daarin de vorige eeuw al voorgegaan, zoals over hem beschreven wordt in het Intermezzo. Langs deze culturele zijderoute zijn nog werelden te winnen.
© 2009-2025 Uitgeverij Boom Amsterdam
ISSN 0167-9155
De artikelen uit de (online)tijdschriften van Uitgeverij Boom zijn auteursrechtelijk beschermd. U kunt er natuurlijk uit citeren (voorzien van een bronvermelding) maar voor reproductie in welke vorm dan ook moet toestemming aan de uitgever worden gevraagd:
Behoudens de in of krachtens de Auteurswet van 1912 gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch door fotokopieën, opnamen of enig andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
Voor zover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikelen 16h t/m 16m Auteurswet 1912 jo. Besluit van 27 november 2002, Stb 575, dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoeding te voldoen aan de Stichting Reprorecht te Hoofddorp (postbus 3060, 2130 KB, www.reprorecht.nl) of contact op te nemen met de uitgever voor het treffen van een rechtstreekse regeling in de zin van art. 16l, vijfde lid, Auteurswet 1912.
Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16, Auteurswet 1912) kan men zich wenden tot de Stichting PRO (Stichting Publicatie- en Reproductierechten, postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp, www.cedar.nl/pro).
No part of this book may be reproduced in any way whatsoever without the written permission of the publisher.