‘Europa moet zich druk maken om de nieuwe generatie’
Samenvatting
De EU als eengemaakte markt en machtsblok is een groot succes, maar er schort ook nog veel aan, stelt CDA-Tweede Kamerlid Pieter Omtzigt, die zich zorgen maakt over de nieuwe generatie en de demografische ontwikkeling van Europa. ‘Een samenleving is niet een optelsom van individuen en economische cijfers, maar een levend geheel van relaties tussen mensen.’
Waaruit bestaat Europa’s economische macht momenteel?
‘Het grootste en succesvolste Europese project is toch wel de eengemaakte markt. Die binnenmarkt, met een heel sterke commissaris voor Mededinging, maakt dat Europa op het handelstoneel wereldwijd gezien wordt als één machtsblok. Een van de grote onderschattingen van de brexiteers is dan ook dat het Verenigd Koninkrijk zonder de EU net zo makkelijk goede handelsakkoorden zou kunnen sluiten. Dat is niet zo. Dit is echt een van de weinige terreinen waar de EU effectief macht uitoefent.’
De brexit en de huidige eurosceptische stromingen in de EU gaan daar niets aan veranderen?
‘Nee. Je moet niet denken dat Hongarije eurosceptisch is en uit de Unie wil. Het is geen Verenigd Koninkrijk. In Hongarije steunt tachtig procent het EU-lidmaatschap, al is de regering van dat land zeer sceptisch tegenover een aantal dingen die de EU doet. Ditzelfde geldt voor Polen. Die landen beseffen heel goed wat de meerwaarde van het gezamenlijke beleid is.’
‘Kritiek op bepaalde Europese besluiten wordt vaak verward met de wens om uit de EU te stappen, maar als je tegen een besluit van de Nederlandse regering bent, ben je toch niet automatisch ook tegen Nederland?’

Pieter Omtzigt Foto: CDA Tweede Kamerfractie
Unie onder felle kritiek
Toch is de kritiek fel en merk je een verminderd enthousiasme voor het Europese integratieproject. Waar komt dat vandaan?
‘De Europese Unie heeft last van de groeiende kloof tussen noord en zuid en tussen oost en west. Er zijn lidstaten die kampen met corruptieproblemen. Door de eengemaakte markt, het btw-stelsel, Schengen en de erkenning van financiële toezichthouders in andere lidstaten lopen zulke problemen direct over van het ene land naar de overige landen.
Wanneer er bijvoorbeeld gevallen zijn van verkoop van paspoorten en visa door staten aan kwaadwillende personen, hebben door Schengen (vrij reizen) alle landen daar last van. En bij nieuwe overeenkomsten over het belastingstelsel is dat stelsel zo sterk als de zwakste schakel, zoals te zien is bij de btw-carrouselfraude. Verder heeft de EU te makkelijk kandidaat-lidstaten toegelaten zonder dat zij voldeden aan de eisen en voorwaarden. Wij stemden als CDA tegen de komst van Griekenland in de eurozone, tegen de toetreding van Roemenië en Bulgarije tot de EU, en tegen Albanië als kandidaat-lidstaat. Deze landen voldeden namelijk gewoon niet aan de voorwaarden – en aan die voorwaarden moet je je houden in de EU.’
Wopke Hoekstra had het in zijn rede voor de Humboldt-Universität zu Berlin ook over het belang van ‘een unie van rechten én plichten’.1U benadrukt dat belang dus?
‘Ik vond het belangrijk dat Hoekstra een lans brak voor de naleving van afspraken. Dat is waar het in de Europese Unie is misgegaan. We hebben heel mooie afspraken, zoals het Stabiliteits- en Groeipact, maar als men – zie Frankrijk, Italië en Griekenland – zich er niet aan houdt, krijgen we uiteraard problemen. Ook als de afspraken een tikkeltje imperfect zijn, en dat zijn ze af en toe, is het essentieel om vertrouwen te werven, zodat alle landen zich er wel aan houden. Het is dan ook zaak om naleving goed te controleren en tegelijkertijd kritisch te zijn als dit niet goed gaat, net zoals dat moet gebeuren op andere Europese besluiten en wetsvoorstellen. En zulke inhoudelijke kritiek moet serieus genomen worden.’
Sommige pro-Europese politici doen meer aan ondermijning van de EU dan de eurokritische partijen
Wordt EU-kritiek niet op waarde geschat?
‘Kritiek op bepaalde besluiten van de Europese Unie wordt in het debat vaak geframed als euroscepsis. Dit zie je bij Hongarije en Polen, die in de anti-Europese hoek worden gezet vanwege hun kritiek op het migratiebeleid. En als ik het niet eens ben met een pensioenvoorstel vanuit de EU, ben ik ineens anti-EU. Nou, dacht het niet! Ik ben juist in Europa bezig om alles op de inhoud te beoordelen. Eigenlijk doen sommige pro-Europese politici die maar doordrammen en enthousiasme eisen voor alle Franse of Duitse voorstellen, meer aan ondermijning van de EU dan de eurokritische partijen.’
Hoe kijkt u zelf naar die geuite kritiek op het migratiebeleid?
‘Sinds de Tweede Wereldoorlog heeft Europa een heftige vorm van demografische ontwikkeling gekend. De totalitaire regimes van de jaren veertig hadden een heel heftig pro-geboortebeleid, net zoals Roemenië onder Ceaușescu in de jaren zeventig. Dit verleden maakte discussie en beleid over bevolkingsgroei erg moeilijk in de EU-landen. Alleen Frankrijk behield nog een middenpositie. In Italië bijvoorbeeld is het aantal geboortes sinds de jaren zestig tot nu gehalveerd. De bevolking loopt hard terug. Veel mensen in Europa deden alsof gemeenschappen uitwisselbaar zijn; de gaten zouden zijn aan te vullen met migratie. “Migranten lossen de problemen op”, is dan het uitgangspunt. Maar dat is een fata morgana. Succesvol migratiebeleid gebeurt vaak met strenge selectie aan de poort, zoals in Canada en Australië, waar wordt gekeken of migranten passen in hun samenleving. Om dat te kunnen doen, moet je eerst een idee hebben van hoe je eigen samenleving eruitziet. Een samenleving is niet een optelsom van individuen en economische cijfers, maar een levend geheel van relaties tussen mensen. Dit werd een aantal Nederlandse politici pas duidelijk toen men in het dorpje Oranje tien keer zo veel asielzoekers onderbracht dan dat het inwoners had. Van integratie is dan sowieso geen sprake, hooguit van omgekeerde integratie, want de Nederlanders vormen de minderheid. Wie moet dan eigenlijk bij wie integreren?’
‘Buma stelde terecht vragen omtrent het huidige vluchtelingenrecht, waaronder de vraag of echt elke vluchteling asiel kan aanvragen en krijgen. In Noord-Korea, Irak, Syrië (tijdelijk) en in nog wel tien andere landen gaat het zodanig slecht dat mensen daarvandaan zich hier allemaal kunnen melden voor asielaanvraag. Maar op het moment dat zij allemaal hier komen, kunnen ze eigenlijk helemaal niet opgevangen worden, vanwege gebrek aan capaciteit. De EU vindt het heel lastig om uit die klem te komen. Buma pleitte daarom ook voor aanpassing van het vluchtelingenverdrag.’
Wat is een alternatief?
‘Opvang in de regio. Als je vlucht voor oorlog moet je veilig zijn, maar dat betekent niet dat je gelijk een ander continent op moet. In de Eerste Wereldoorlog was Nederland bijvoorbeeld in staat om grote groepen Belgen op te vangen. Als het aan de grens gebeurt kun je veel meer, is het draagvlak groter en keren veel mensen aan het eind van een conflict terug. Dit is niet zo wanneer de opvang plaatsvindt aan de andere kant van de wereld. Belangrijk hierin is dus dat Europa zijn buitengrenzen beschermt. Zonder harde buitengrenzen kun je geen vrije binnengrenzen hebben.’
Rijnlands model
Welke boodschap heeft u voor de christendemocratie in Europa, en welke rol ziet u daarin weggelegd voor het Rijnlands model?
‘Het Rijnlands model gaat uit van een zeker corporatisme, wat een bepaalde bescherming van de factor arbeid meebrengt. In tegenstelling tot in de cultuur van hire and fire in de Angelsaksische wereld, heeft voor ons christendemocraten arbeid intrinsiek veel waarde. Een arbeider investeert in het leren van een bepaald vak, oftewel in een directe werkgever-werknemerrelatie, terwijl een investeerder van het ene op het andere moment aandelen van een ander bedrijf kan kopen. In Europa is echter momenteel de factor kapitaal machtiger geworden dan de factor arbeid. De verdeling van opbrengsten valt uit in het voordeel van de kapitaalbezitters, de investeerders. Dit is niet allemaal vanuit een bedoeling gebeurd. Toen men de beslissing nam dat je vrijelijk ergens anders kon gaan werken, is bijvoorbeeld hevig onderschat hoe groot de arbeidsmigratie zou zijn vanuit de landen met lagere lonen in de Unie. Zo zie je op dit moment in Nederland tijdens economische voorspoed dat de cao-lonen zelfs achterblijven bij de inflatie, waardoor dus de werkelijke koopkracht afneemt. Het is belangrijk dat we, juist vanwege de enorme intrinsieke waarde van arbeid, kijken naar een goede bescherming ervan.’
‘Verder maak ik me in Europees verband grote zorgen over de nieuwe generatie. In Nederland zien we dat hbo- en universitair geschoolden hoge studieschulden hebben, en dat mbo’ers vaker zzp’ers zijn met tijdelijke contracten. In heel Europa is over het algemeen het beurzenstelsel afgeschaft, wat oplopende schulden betekent. Vaste contracten (en een hypotheek) zijn schaarser. En mede dankzij het opkoopbeleid van de Europese Centrale Bank hebben we extreem goedkope hypotheekleningen die de huizenprijzen opjagen. Daardoor is er sprake van een totaal overspannen huizenmarkt in grote delen van Europa. Gevolg is dat jonge gezinnen de eerste stap op de woningmarkt bijna niet meer kunnen zetten. Ook wordt het jongvolwassenen ontzettend moeilijk gemaakt om de overgang van scholier naar gezin met kinderen fatsoenlijk te maken. In Zuid-Europese landen uitte zich dit al in massale jeugdwerkloosheid en zeer onzekere arbeidscontracten. Europa moet zich druk maken om de kansen voor de nieuwe generatie. Een vitale samenleving geeft om de kansen die jongeren hebben, en stelt die voorop.’
Ik maak me in Europees verband grote zorgen over de nieuwe generatie
Noot
- 1.Wopke Hoekstra, ‘Ein neues und besseres Europa. Für eine widerstandsfähige und wohlhabende Union der Gegenseitigkeit’, Humboldt-Rede zu Europa, uitgesproken in Berlijn op 7 mei 2019.
© 2009-2025 Uitgeverij Boom Amsterdam
ISSN 0167-9155
De artikelen uit de (online)tijdschriften van Uitgeverij Boom zijn auteursrechtelijk beschermd. U kunt er natuurlijk uit citeren (voorzien van een bronvermelding) maar voor reproductie in welke vorm dan ook moet toestemming aan de uitgever worden gevraagd:
Behoudens de in of krachtens de Auteurswet van 1912 gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch door fotokopieën, opnamen of enig andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
Voor zover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikelen 16h t/m 16m Auteurswet 1912 jo. Besluit van 27 november 2002, Stb 575, dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoeding te voldoen aan de Stichting Reprorecht te Hoofddorp (postbus 3060, 2130 KB, www.reprorecht.nl) of contact op te nemen met de uitgever voor het treffen van een rechtstreekse regeling in de zin van art. 16l, vijfde lid, Auteurswet 1912.
Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16, Auteurswet 1912) kan men zich wenden tot de Stichting PRO (Stichting Publicatie- en Reproductierechten, postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp, www.cedar.nl/pro).
No part of this book may be reproduced in any way whatsoever without the written permission of the publisher.