Intro
Samenvatting
Thumos. Met dit Griekse woord uit Plato’s Staat typeert de Amerikaanse politicoloog Francis Fukuyama in zijn recente boek Identiteit de basis van wat tegenwoordig ‘identiteitspolitiek’ wordt genoemd. Thumos staat voor dat deel van de menselijke ziel dat hunkert naar erkenning. In de vorige eeuw gingen we er nog van uit dat materiële voorspoed de drive van veel politiek handelen was, zowel van kiezers als gekozenen – vergelijk Bill Clintons uitspraak ‘It is the economy, stupid’ in de verkiezingscampagne van 1992 tegenover president Bush sr. Maar nu blijkt dat achter de wens tot voldoende financiële middelen een dieper verlangen schuilt: de hang naar erkenning van wie de mens ten diepste denkt dat hij is.
De analyse van Fukuyama sluit aan bij wat we tegenwoordig waarnemen. Terwijl de politiek zich voorheen bewoog op de links-rechts-as van arbeid en kapitaal, doen veel politici nu verwoede pogingen om op te komen voor de belangen van specifieke groepen in de samenleving. Links maakt zich niet meer sterk voor verheffing en emancipatie van het volk, maar zet zich in voor de erkenning van homoseksuelen, vrouwen, transgenders en moslims. Daar is op zich niets mis mee, oordeelt Fukuyama, maar deze linkse identiteitspolitiek kent wel vervelende bijwerkingen. Allereerst zorgt ze ervoor dat niet het individu vooropstaat, wat zijns inziens in een liberale samenleving zou moeten, maar de belangen van specifieke deelgroepen. Belangrijker is echter dat de linkse identiteitspolitiek een rechtse equivalent heeft opgeroepen die veel gevaarlijker is. Waar de linkse variant meestal genoegen neemt met isothymia, de drang om als gelijke aan anderen te worden beschouwd, ontpopt rechtse identiteitspolitiek zich eerder tot megalothymia: het verlangen om als superieur te worden beschouwd.
Fukuyama’s analyse roept herkenning op. Jongeren van Forum voor Democratie die na twee verkiezingsoverwinningen vol eigenliefde roepen hoe geweldig ze zijn en dat alleen zij met overheersingsdrang de zwakte van onze samenleving kunnen overwinnen. Het is de andere kant van het slachtofferdenken dat eigen is aan identiteitspolitiek. Want niet alleen ter linkerzijde voelen groepen zich ongezien, ook rechts meent dat ‘de elite’ de belangen van hen, veelal de autochtone bevolking, heeft verkwanseld. Donald Trump, de brexit, Viktor Orbán en zelfs de tegenbeweging van de Deense sociaaldemocraten, die inzien dat je met enkel progressieve identiteitspolitiek de verkiezingen niet wint en zich succesvol als belangenbehartigers van de traditionele bevolking hebben opgeworpen: het valt allemaal aan de hand van identiteitspolitiek te analyseren.
En de christendemocratie dan? Deze CDV gaat niet over identiteitspolitiek, maar ook wij christendemocraten kunnen niet om de vraag heen hoe we een eigen lijn moeten trekken te midden van dit verschijnsel, dat ook op de achtergrond van de thema’s in dit nummer een rol speelt. De behoefte aan een eigen identiteit onder ogen zien, is dan ook beslist niet verkeerd. Maar anders dan Fukuyama beschouwt de christendemocratie niet het individu als basis van de samenleving, maar de mens in zijn relatie tot anderen, en voor velen zelfs de Ander. Het leven is ons niet gegeven om via de politiek enkel voor het eigen belang of voor het belang van de eigen groep op te komen, maar voor elkaar. Christendemocraten hebben als het goed is oog voor het algemeen belang.
Die focus kenmerkt ook de christendemocratie in Europa, waaraan het themadeel van deze CDV is gewijd. Voor een overzicht verwijs ik naar het redactioneel, maar duidelijk is dat de christendemocratische uitgangspunten geen kant-en-klare panacee opleveren die altijd en overal tot de ideale samenleving leidt. De titel ‘Divers Europa’ kan dan ook meervoudig uitgelegd worden. Het betekent niet alleen dat de Europese verkiezingen een wisselende uitslag in de lidstaten hebben laten zien, of dat we om in Europa verder te komen, diversiteit als gegeven moeten beschouwen en dus in steeds meer verschillende (kop)groepen of einddoelen moeten denken. Het betekent óók dat binnen christendemocratisch Europa verschillend over het hoe van de Europese politiek wordt gedacht. De uiteenlopende visies op de frase ‘een steeds hechter verbond’ in het Europese Verdrag zijn daar een voorbeeld van. Verschil van mening is niet erg; sterker, dat voedt het politieke debat – maar dan is het wel van belang dit debat zo openlijk mogelijk te voeren. Het themadeel wil hieraan een bijdrage leveren.
Kernwaarden
Politiek debat over de christendemocratie is ook aanwezig in het actualiteitsdeel. In april kwam via Trouw het discussiestuk Verandering en vertrouwen naar buiten van een aantal christendemocraten onder aanvoering van Jeroen Kremers. Nog recenter nam Sybrand Buma afscheid als fractievoorzitter van het CDA in de Tweede Kamer, en daarmee als partijleider. Op de leiderschapswissel en het discussiestuk en daarmee ook op de huidige positie van het CDA wordt in deze CDV een blik geworpen. Allereerst door politicoloog Tom van der Meer, die de partij een spiegel voorhoudt als het gaat om politiek bedrijven vanuit de eigen kernwaarden. Dat doet het CDA onvoldoende, waarmee de partij niet alleen haar eigen overtuiging veronachtzaamt, maar ook nog eens electoraal met vuur speelt.
Frank van den Heuvel, zelf bij het zojuist genoemde discussiestuk betrokken, schrijft over de achtergrond en bedoeling ervan en gaat ook in op de leiderschapswissel in het CDA. Dat laatste doet ook Hans Hillen, die daarnaast uit eigen ervaring een analyse van de politiek in het algemeen en van het CDA in het bijzonder biedt. Ten slotte pikken we in de rubriek ‘Dwars’ één specifiek punt eruit, dat van de kernenergie. Past dit bij een christendemocratische politiek of juist niet?
In de interviewrubriek ‘Vanuit de basis’ komt Elco Brinkman aan het woord. Hij heeft zijn afscheid van de Senaat en daarmee van zijn politieke loopbaan gemarkeerd met de uitgave van zijn memoires. We blikken terug op de voor het CDA en hem persoonlijk roerige jaren tachtig en negentig, maar tasten ook af waar de kern van christendemocratische politiek ligt. Daarbij komt een niet onbelangrijke vraag aan de orde: hoe gaan we om met het feit dat steeds meer financiële gevolgen van individuele keuzes in onze ‘alles-moet-kunnen-maatschappij’ voor rekening van de overheid komen? Voor de christendemocratie met haar eigen visie op het spanningsveld tussen staat, markt en samenleving biedt deze vraag een mooie uitdaging.
Eigenstandig
De christendemocratie, weliswaar deels voortgekomen uit de belangen van het christelijke deel der natie, heeft vanuit een eigenstandige visie altijd het algemeen belang voor ogen gehouden. Hoezeer ook in gesprek met de eigen achterban en oog hebbend voor de burgers in het land, houdt de christendemocratie afstand tot identiteitspolitiek en het enkel opkomen voor het deelbelang van de kleine groep. Het hieraan verbonden slachtofferdenken, maar ook de keerzijde in de vorm van narcistische zelfoverschatting is haar als het goed is vreemd. Bescheiden verwondering over wat geschonken is en een gematigd trotse inzet voor de algemene zaak, met realistisch oog voor de harde kanten van het leven, passen haar beter. Met die inzet heeft Elco Brinkman zich in vele functies in politiek en bestuur ingespannen, net als Sybrand Buma dat de afgelopen decennia in Den Haag heeft gedaan, wat hij nu in Leeuwarden voortzet. Diezelfde inzet hopen wij als CDV met onze verkenningen, interviews en analyses te bevorderen.
© 2009-2025 Uitgeverij Boom Amsterdam
ISSN 0167-9155
De artikelen uit de (online)tijdschriften van Uitgeverij Boom zijn auteursrechtelijk beschermd. U kunt er natuurlijk uit citeren (voorzien van een bronvermelding) maar voor reproductie in welke vorm dan ook moet toestemming aan de uitgever worden gevraagd:
Behoudens de in of krachtens de Auteurswet van 1912 gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch door fotokopieën, opnamen of enig andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
Voor zover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikelen 16h t/m 16m Auteurswet 1912 jo. Besluit van 27 november 2002, Stb 575, dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoeding te voldoen aan de Stichting Reprorecht te Hoofddorp (postbus 3060, 2130 KB, www.reprorecht.nl) of contact op te nemen met de uitgever voor het treffen van een rechtstreekse regeling in de zin van art. 16l, vijfde lid, Auteurswet 1912.
Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16, Auteurswet 1912) kan men zich wenden tot de Stichting PRO (Stichting Publicatie- en Reproductierechten, postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp, www.cedar.nl/pro).
No part of this book may be reproduced in any way whatsoever without the written permission of the publisher.