Hoe China in stilte aan de wereld bouwt
Samenvatting
Terwijl Trump, Poetin en Erdogan met scherpe taal steeds in het nieuws zijn, is president Xi in stilte bezig China in het centrum van de wereld te plaatsen. Hoog tijd voor tegenspel, en daartoe is de EU voor Nederland de aangewezen weg. Ook moet het WRR-advies dat de langetermijnplanning voor de Nederlandse internationale veiligheid wil borgen, terug op tafel.
Daar waar Trump met een tweet choqueert en Poetin met zijn oorlogstaal imponeert, roept Erdogan afschuw op met zijn inval in Syrië en boezemt Kim Jong-un ons angst in met zijn kernbommen. We volgen deze leiders op de voet omdat we weten dat zij beslissers zijn die onze welvaart kunnen raken. Hun holle frasen klinken hard en zelfverzekerd, en zo weten zij onze aandacht vast te houden.
In stilte bouwt China intussen aan de eigen wereld. Terwijl Nederland ‘verlichte’ waarden en democratische normen in Afrika aanprijst, legt China daar spoorwegen aan. Als Nederland een weg opent in ruil voor gay pride of sociale rechten, sluit China harde contracten over grondstoffen. De vastbeslotenheid waarmee China doorgaat, lijkt zo geruisloos dat we de opkomst niet naar waarde schatten. Immers, aan de wellevende buiging van de Chinees gaat de nauwkeurige voorbereiding van langetermijnplanning vooraf.
In zijn boek De wraak van de geografie analyseert Robert Kaplan een artikel van H.J. Mackinder.1 In dit artikel over geopolitiek, gepubliceerd in 1904,2 beargumenteert Mackinder de volgende drie stellingen. Ten eerste: de wereldmacht draait om het Euraziatische binnenland (door hem het ‘Hartland’ genoemd). Ten tweede: samen met het Afrikaanse continent vormt Eurazië (een zesde deel van de aardbol) het Wereldcontinent, dat steeds meer samenhang zal gaan vertonen. Ten derde stelt hij: wie Oost-Europa controleert, beheerst het Hartland.3 Aan het einde van het artikel geeft Mackinder een enge waarschuwing: als China Rusland ooit zal incorporeren, dan kan het een gevaar vormen voor de hele vrije wereld.
Geopolitieke competitie
Welnu, het artikel is meer dan honderd jaar oud, en complottheorieën zijn geen goede basis voor een nuchtere kijk op geopolitiek. Het valt echter wel op dat China zichtbaar veel in Oost-Europa investeert, en ook in Afrika dringt de Chinese investering irreversibel door. Hiermee lijken de Chinezen zich de drie stellingen van Mackinder eigen te hebben gemaakt.
In de Westelijke Balkan spendeert Peking vele miljarden aan infrastructuur. De haven van Piraeus en de spoorlijn van Belgrado naar Boedapest zijn daarvan de vlaggenschepen.4 De Europese Unie erkent de opkomst van China in Oost-Europa, maar kan er (nog) niets tegen doen. ‘De Balkan kan gemakkelijk een van de schaakborden worden waarop het grote machtsspel wordt gespeeld’, zo stelt EU-Buitenlandcommissaris Mogherini over de geopolitieke competitie.5
Zelf ondervond ik dit aan den lijve toen ik in Sofia te gast was bij de interparlementaire bijeenkomst in februari dit jaar. Bij een side event over de handelsrelatie tussen Bulgarije en China vertelde de Bulgaarse staatssecretaris Georg Georgiev over de goede band tussen beide landen – niets dan lof voor de Chinezen. Ik meld mij op een gegeven moment voor het stellen van een vraag. Mijn kritische vraag over de mensenrechten in China, met als voorbeeld de penibele situatie voor christenen aldaar, wordt met een lach weggewuifd. Met de nodige knipogen naar de Chinese ambassadeur op de eerste rij betoogt Georgiev dat wanneer hij in China komt, hij telkens ziet dat het beter gaat met de mensenrechten. De ambassadeur lacht breeduit en buigt wellevend.
Ook in Afrika groeit het belang van China. De investeringen in snel- en spoorwegen en in het luchthavennetwerk vallen op. Afrika is de ideale partner voor China. Nu in China de loonkosten stijgen en het land dit voordeel verliest op de concurrentie, wordt Afrika ingericht om de maakindustrie van China over te nemen.6
Overal op aarde kan China sneller invloed krijgen dan je zou denken. De populariteit van de Chinese app WeChat groeit met het uur. Het is een innovatieve app die zijn gelijke in Europa of Amerika niet kent. Een beschrijving als ‘een combinatie van Facebook, Instagram, bankieren en shoppen’ zou de lading van WeChat niet dekken: Chinezen doen er álles mee. En de overheid maakt gebruik van alle gegevens; nog meer gegevens dan waarvoor Facebook onlangs terechtstond in het Amerikaanse Congres. Als we in Europa niet snel een alternatief hebben voor WeChat, zullen onze jongeren de Chinese app gaan gebruiken. Dan heeft China een inkijk in onze maatschappij die we als Nederlandse overheid niet hebben.
Wat doet China anders dan de grote wereldleiders die we elke dag in de social media horen en zien? De Chinese vaten klinken niet, want ze hebben wél inhoud. Daarbovenop: wat in het vat zit, verzuurt niet. Chinezen denken meer aan de lange termijn.
President Xi Jinping mag – net als premier Mark Rutte, trouwens – onbeperkt herkozen worden, sinds in maart dit jaar de constitutionele herziening door het Nationale Volkscongres werd aangenomen.7 Hiermee is het langetermijndenken van de Chinezen nog meer gestimuleerd. Tijdens het negentiende partijcongres vorig jaar toonde Xi het toekomstplan voor China in twee fasen. Tot 2035 gaat hij vooral intern werken, om met China wereldleider te worden op het gebied van innovatie. Na 2035 gaat hij werken aan fase twee: China’s internationale invloed.8 Welke Nederlandse, Europese of Amerikaanse politicus heb je ooit over 2035 horen spreken, laat staan over de fase daarna?
Het vermogen om op de lange termijn te plannen is bij de Chinezen beter ontwikkeld dan in Nederland. Wij willen dat ook niet, want in ons land regeren we in periodes van vier jaar (of korter). Door de directheid van interactie door de sociale media lijkt dat vermogen nog meer te zijn verslechterd. Daarbij komt dat de ideologische oriëntatie van de kritische burger minder invloedrijk lijkt te worden.9
Tegenwicht nodig
Hoe kunnen we tegenwicht bieden? Kunnen we überhaupt tegenwicht bieden? De China-express zullen we niet stoppen, maar nietsdoen is geen optie.
Via verschillende lijnen kunnen we ons voorbereiden op de toekomst met China. Allereerst moeten we de relatie met onze nieuwe buurtgenoten in deze wereld zo hecht mogelijk houden. Hierdoor kunnen we meningsverschillen bespreekbaar houden en begrip houden in China voor onze situatie. Door te investeren in wat blijvend is, houden we altijd een lijn open met de Chinezen. Een voorbeeld daarvan is onderwijs. Zolang Chinezen in Nederland blijven studeren, blijft er een connectie. Ter illustratie: ook in de moeilijkste periode met Indonesië onder Soeharto, bleef er toch contact via Indonesiërs die onderwijs hadden genoten in Nederland.10
Daarnaast kunnen we ook leren van China. Zouden wij (al dan niet met onze multilaterale verbanden) niet kunnen investeren in harde infrastructuur in Afrika of in Oost-Europa? En welke contracten vragen wij op plekken waar we al investeren in bijvoorbeeld waterprojecten of landbouw? Nederland kan innovatieve bedrijven stimuleren om een app te ontwikkelen die op zijn minst gelijkwaardig is aan WeChat.
Nederland zal in multilateraal verband – en de EU ligt dan het meest voor de hand – een eerlijker speelveld moeten creëren. China troeft ons af op dit punt. Chinese bedrijven zijn vaak in handen van de staat en kunnen daardoor over veel financiële middelen beschikken. Tevens stelt China eisen aan buitenlandse bedrijven (joint ventures, Research & Development-vestiging in China) die wij niet stellen. Ook beschouwt men in China een copyright te vaak als een right to copy. Oneerlijke handelspraktijken, waaronder ongeoorloofd gebruik van intellectueel eigendom en kennis, dumping en belemmering van verkopen van voedingsproducten in China zijn het gevolg van deze scheve verhoudingen.
In Europa kunnen we beleid maken om te voorkomen dat cruciale bedrijven in buitenlandse handen komen, ook in die van China. Als Europees blok kunnen we ook beter met China onderhandelen. EU-landen exporteren nu afzonderlijk van elkaar naar China, maar het importeren van Chinese goederen is Europees geregeld. Hierdoor kan China Europese landen, dus ook Nederland, tegen elkaar uitspelen.
Zo heeft China een structureel voedseltekort voor zijn inwoners, en dat zal ook nog wel even duren. Daartoe kopen de Chinezen op grote schaal landbouwgronden, -kennis en -producten in het buitenland: altijd bilateraal. Zodoende zijn zij altijd spekkoper, omdat ieder land afzonderlijk blij is dat het een contract met zo’n groot land heeft gesloten. Echter, als we geopolitiek strategischer omgaan met de Chinese tekorten en onze overvloed, kunnen we bij China meer afdwingen dan alleen harde euro’s.
Langetermijndenken
Ons collectieve langetermijndenken zullen we moeten ontwikkelen. Een aanzet hiertoe is gegeven door de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid. Dit orgaan adviseert om een planbureau in te richten voor de strategische richting van de veiligheid van Nederland in de internationale omgeving.11 In zijn reactie laat het kabinet weten dit niet nodig te vinden, want vele ministeries zijn al heel goed bezig met plannen maken voor de veiligheid.12 Nu is het begrijpelijk dat het woord ‘planbureau’ bij liberale partijen niet direct enthousiasme genereert, maar mijn advies aan het kabinet is toch om dit besluit te heroverwegen. Een planbureau dat, naast alle plannetjes voor de komende vier jaar, denkt aan de toekomst van Nederland op de lange termijn, kan bijdragen aan onze interne kracht tot 2035 én onze internationale invloed daarna.
Noten
- 1.Robert D. Kaplan, De wraak van de geografie. Wat de wereldkaart ons voorspelt over komende conflicten en het gevecht tegen het onvermijdelijke. Houten: Het Spectrum, 2012.
- 2.H.J. Mackinder, ‘The geographical pivot of history’, The Geographical Journal 23 (1904), nr. 23, pp. 421-444.
- 3.Kaplan 2012, p. 87.
- 4.Alexandr Lagazzi en Michal Vít, ‘The good, the bad and the ugly. Chinese influence in the Western Balkans’, website Europeum.org, oktober 2017.
- 5.Michal Makocki, ‘China in the Balkans. The battle of principles’, Clingendael Spectator 71 (2017), nr. 4.
- 6.Cui Xiaotao, ‘China’s “belt and road”. Where is Africa?’, website The Diplomat, 14 juni 2016.
- 7.Kyodo News, ‘China’s constitutional revision draft adopted by parliament’, website Kyodo News+, 11 maart 2018.
- 8.Bonnie S. Glaser en Matthew P. Funaiole, ‘Xi Jinping’s 19th party congress speech heralds greater assertiveness in Chinese foreign policy’, website Center for Strategic & International Studies (CSIS), 26 oktober 2017.
- 9.https://fd.nl/economie-politiek/1247028/lokalepartijen-zetten-opmars-voort-in-versplinterd-politieklandschap
- 10.Zie over de destijds behoedzaam voortgezette samenwerking: Centre for International Legal Cooperation, Report of activities in 1994. Leiden: CLIC. Zie http://www.cilc.nl/cms/wp-content/uploads/2015/03/AnnRep1994.pdf.
- 11.Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid, Veiligheid in een wereld van verbindingen. Een strategische visie op het defensiebeleid. Den Haag: WRR, 2017, p. 180.
- 12.Kamerstukken II, vergaderjaar 2017-2018, Kamerstuk 33 763 (Toekomst van de krijgsmacht) nr. 141 (brief van minister van Defensie A.Th.B. Bijleveld-Schouten). Den Haag, 28 maart 2018.
© 2009-2025 Uitgeverij Boom Amsterdam
ISSN 0167-9155
De artikelen uit de (online)tijdschriften van Uitgeverij Boom zijn auteursrechtelijk beschermd. U kunt er natuurlijk uit citeren (voorzien van een bronvermelding) maar voor reproductie in welke vorm dan ook moet toestemming aan de uitgever worden gevraagd:
Behoudens de in of krachtens de Auteurswet van 1912 gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch door fotokopieën, opnamen of enig andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
Voor zover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikelen 16h t/m 16m Auteurswet 1912 jo. Besluit van 27 november 2002, Stb 575, dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoeding te voldoen aan de Stichting Reprorecht te Hoofddorp (postbus 3060, 2130 KB, www.reprorecht.nl) of contact op te nemen met de uitgever voor het treffen van een rechtstreekse regeling in de zin van art. 16l, vijfde lid, Auteurswet 1912.
Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16, Auteurswet 1912) kan men zich wenden tot de Stichting PRO (Stichting Publicatie- en Reproductierechten, postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp, www.cedar.nl/pro).
No part of this book may be reproduced in any way whatsoever without the written permission of the publisher.