Als we niet meer geloven
Samenvatting
Jarenlang werd vaak een beetje lacherig gedaan over de teksten van de Zeeuwse popgroep bløf; onbegrijpelijk heetten ze te zijn. Totdat bassist en tekstschrijver Peter Slager vorig jaar de prestigieuze Lennaert Nijgh Prijs kreeg uitgereikt voor zijn inmiddels meer dan tweehonderd geschreven songteksten. De jury roemde de geheel eigen stijl van Slager en zijn subtiele benadering.
Voor mij als fan van bijna het allereerste uur voelt zo’n prijs als een erkenning van mijn goede smaak. Ik wist allang dat de teksten van Slager een sleutel zijn tot het ongekende succes van de band. Omdat sommige refreinen zo heerlijk lang in je hoofd blijven hangen. Omdat er zulke prachtige oneliners in de teksten zitten – of, als je cynisch bent, tegeltjeswijsheden. (Bijvoorbeeld over geluk: ‘Dit laat zich niet vasthouden / Dit komt en gaat / Maar we kunnen onthouden wat het is en dat het bestaat.’) En ja, ook omdat iedereen aan veel teksten zijn eigen interpretatie kan geven, erin kan horen dat het altijd iets over zijn of haar eigen leven zegt.
Het uitgesproken maatschappelijk engagement van de teksten is voor mij een belangrijke reden voor waardering en bewondering. Veel liedjes kun je klein lezen, alsof ze over ons dagelijkse leven gaan. Maar in veel teksten is ook scherpe maatschappijkritiek terug te vinden. Zoals in ‘Wij geloven nergens in’, van het akoestische album Oktober uit 2008.
We blijven liggen waar we liggen
Doodstil, doodsbang
Voor wat er komen gaat
Maar het wachten duurt zo lang
Zelfs de zwaartekracht verandert
Niets dat ons nog tegenhoudt
Het eerste couplet klinkt in combinatie met de muziek onheilspellend en bouwt de spanning snel en sterk op. Wie zijn ‘we’? Waar blijven ‘we’ dan precies liggen? Waar zijn ‘we’ zo bang voor?
Omdat we alles zouden kunnen
Maar we geloven niet dat alles ook echt kan
Wij geloven nergens in
Wij geloven nergens in
Daarom zijn we bang
Even krijg je bij het begin van dit refrein hoop. ‘Omdat we alles zouden kunnen’, klinkt het ferm. Van de angst en de nietbewegen-maar-blijven-liggen-houding lijkt niets meer over. Het is slechts voor even. Eerst zingt zanger Paskal Jakobsen nog met een lichte verontwaardiging: ‘Maar we geloven niet dat alles ook echt kan.’ Om vervolgens vol berusting een harde werkelijkheid te verkondigen: ‘Wij geloven nergens in / Daarom zijn we bang.’ Om zijn boodschap kracht bij te zetten, zingt hij het eerste deel twee keer.
We blijven kijken naar de buren
Vanachter het gordijn
Maar wat er komen gaat
Zal altijd anders zijn
Dan wat we durven hopen
Niets dat ons nog tegenhoudt
Het volgende couplet zet ons even op het verkeerde been; we dachten immers dat die twee zinnen van het refrein een hogere waarheid verkondigden over een samenleving die het geloof terzijde heeft geschoven en daarom geen houvast meer heeft. Die expliciete religieuze verwijzing zien we ook terug in andere liedjes. Luister bijvoorbeeld eens naar ‘Welkom thuis’ (Boven, 2000) en ‘De Geest’ (Omarm, 2003).
Maar dan gaat het vervolgens toch weer over iets alledaags: buren die we veilig vanachter het gordijn begluren. De tekstschrijver verlaat vervolgens zijn observerende positie en gaat becommentariëren: ‘Maar wat er komen gaat / Zal altijd anders zijn / Dan wat we durven hopen.’
Waar maken we ons nu zo druk over, lijkt de tekstschrijver ons te willen zeggen. Ons angstig terugtrekken achter de gordijnen heeft toch geen zin: we hebben maar beperkte invloed op de loop van ons leven. Denken we nu echt dat we die gunstig kunnen beïnvloeden door angstig stil te blijven liggen, ons te verschuilen?
Omdat we alles zouden kunnen
Maar we geloven niet dat alles ook echt kan

BLØF in concert, Rotterdam 2018.
Wij geloven nergens in
Wij geloven nergens in
Daarom zijn we bang
Daarom zijn we bang
Als Jakobsen het refrein voor de tweede keer heeft gezongen, begint het te dagen. De componist geeft ons met een muzikaal intermezzo vervolgens ook de tijd om onze gedachten er nog eens over te laten gaan alvorens de leadzanger nog eenmaal het refrein inzet.
Dan dringt het door. Deze tekst gaat niet over een onbepaalde ‘we’ die zich letterlijk achter de gordijnen hebben verstopt. Het gaat over onze samenleving, angstig voor verandering en nieuwkomers. Over een land dat zich soms het liefst lijkt te willen terugtrekken achter de dijken om elke mogelijke bedreiging buiten de deur te houden, terwijl we prima in staat zouden zijn om nieuwe bewegingen en onbekende invloeden op te vangen en het hoofd te bieden. Maar we geloven er niet meer in. Het enige wat dan rest is angst.
© 2009-2025 Uitgeverij Boom Amsterdam
ISSN 0167-9155
De artikelen uit de (online)tijdschriften van Uitgeverij Boom zijn auteursrechtelijk beschermd. U kunt er natuurlijk uit citeren (voorzien van een bronvermelding) maar voor reproductie in welke vorm dan ook moet toestemming aan de uitgever worden gevraagd:
Behoudens de in of krachtens de Auteurswet van 1912 gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch door fotokopieën, opnamen of enig andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
Voor zover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikelen 16h t/m 16m Auteurswet 1912 jo. Besluit van 27 november 2002, Stb 575, dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoeding te voldoen aan de Stichting Reprorecht te Hoofddorp (postbus 3060, 2130 KB, www.reprorecht.nl) of contact op te nemen met de uitgever voor het treffen van een rechtstreekse regeling in de zin van art. 16l, vijfde lid, Auteurswet 1912.
Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16, Auteurswet 1912) kan men zich wenden tot de Stichting PRO (Stichting Publicatie- en Reproductierechten, postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp, www.cedar.nl/pro).
No part of this book may be reproduced in any way whatsoever without the written permission of the publisher.