Waarheen met een verdeeld Europa?
Samenvatting
Sinds het ontstaan van de Europese schuldencrisis is voor een breed publiek duidelijk geworden dat de Europese Unie niet de eenheid is die velen hadden gehoopt. De Europese schuldencrisis maakte het verschil tussen Noord- en Zuid-Europa duidelijk, waarbij Zuid-Europa overigens enkele kilometers ten zuiden van Breda begint. De immigrantencrisis illustreert vooral het verschil tussen Oost- en West-Europa. Hoe nu verder met dit verdeelde Europa?
Ewoud van Laer De wanhopige Unie. Wat gaat er mis in West Europa? Walburg Pers | 2017 | 160 pp. | € 19,95 | ISBN 9789462492882
Bert Bakker Onbegrepen Europa. Nieuw licht op een eeuwenoude tweedeling. Atlas Contact | 2017 | 272 pp. | € 21,99 | ISBN 9789045028569
Verschillen tussen Noord- en Zuid-Europa
Twee in 2017 verschenen boeken behandelen het verschil tussen Noorden Zuid-Europa. Het eerste, getiteld De wanhopige Unie. Wat gaat er mis in West Europa? is van Ewoud van Laer, een beleggingsdeskundige. Na een inleidend hoofdstuk getiteld ‘Nooit weer oorlog’ bespreekt hij in hoofdstuk ii verschillende elementen van samenwerken. Aan bod komen: corruptie bij overheidsmedewerkers, de relatie tussen werkgevers en werknemers, de bereidheid om autoriteit te delegeren, en de onafhankelijkheid van de rechterlijke macht. Per onderwerp presenteert hij eerst een tabel met scores van de beschouwde Europese landen op het desbetreffende onderwerp. Deze gegevens zijn van het World Economic Forum. Telkens blijkt dat de beschouwde Noord-Europese landen aan de andere kant van het gemiddelde scoren dan de Zuid-Europese. Vervolgens illustreert hij het desbetreffende verschil met een voorbeeld uit de praktijk. Ten slotte laat hij zien dat vergelijkbare verschillen ook in detectiveverhalen voorkomen. Hij vergelijkt dan fragmenten uit Noord-Europese detectives over bijvoorbeeld de Nederlandse commissaris De Cock of de Zweed Wallander met detectiveverhalen uit Zuid-Europa over bijvoorbeeld de Griekse commissaris Charitos of de Franse Maigret.
In hoofdstuk III behandelt Van Laer samenwerken en straffen aan de hand van studies van het zogenoemde public goods game. Dit spel is in veel experimentele studies gebruikt. Hierin krijgt een eerste speler een bepaald bedrag, waarvan hij een deel mag doorgeven aan de tweede speler, die hiervan weer een deel aan de eerste speler kan teruggeven. Als beide spelers het bedrag met elkaar delen, verhoogt de spelleider het bedrag dat beiden krijgen. Ook kunnen spelers elkaar straffen als ze vinden dat de tegenpartij te veel van de norm afwijkt. Het blijkt dat Zuid-Europeanen minder met elkaar delen en daardoor gezamenlijk ook minder verdienen. Bovendien straffen ze ook als een ander in hun ogen te veel aan het algemene doel heeft bijgedragen. Deze bevindingen worden weer met detectiveverhalen geïllustreerd.
Machtsafstand
In hoofdstuk IV gebruikt Van Laer de door Geert Hofstede ontwikkelde culturele dimensie machtsafstand om de verschillen tussen Zuid- en Noord-Europa te illustreren. Deze dimensie meet in welke mate de lagere klassen een verschil in macht en vermogen accepteren. De Zuid-Europese landen scoren hoog; de bevolking accepteert machtsverschillen gemakkelijk. In het laatste hoofdstuk beschrijft Van Laer het functioneren van de EU. Zijn conclusie is dat de leden van de EU op elkaar aangewezen zijn wanneer het de verhouding met externe partijen betreft, dus met betrekking tot handelsbeleid en immigratie. Op andere gebieden, namelijk de arbeidsmarkt en de monetaire unie, zal naar zijn mening een stap terug gezet moeten worden. Hij beveelt dan ook aan de euro weer te splitsen in nationale munten. Naar zijn mening zijn de culturele verschillen te groot voor een intensieve samenwerking; bovendien zullen ze niet verdwijnen.
Romeinen
Waardoor zijn deze culturele verschillen eigenlijk ontstaan? Van Laer gaat hier niet op in. Bakker doet dat in Onbegrepen Europa juist wel. Na een inleiding deelt hij zijn boek in twee delen. In het eerste deel, getiteld ‘Noord-Europa’, beschrijft hij verschillen tussen Noord- en Zuid-Europa; hierbij is Zuid-Europa het deel dat ooit door de Romeinen bezet was. Hier gaan de inwoners ervan uit dat ‘hogere machten aan de touwtjes trekken, dus als er problemen zijn, moeten zij die dus oplossen. In het Noorden geloven mensen dat ze hun eigen lot kunnen beïnvloeden, in het Zuiden hebben de mensen het gevoel dat ze dat niet kunnen’ (p. 11). Hoe dit verschil doorwerkt in verscheidene aspecten van het leven, wordt schematisch weergegeven op pp. 45-47. In het Zuiden is men vooral loyaal aan de groep (familie, regio); overheerst de katholieke kerk, die een hiërarchische structuur kent; is persoonlijke verantwoordelijkheid betrekkelijk; en krijgt iemand aanzien door zijn afkomst. In het Noorden is men loyaal aan geestverwanten; overheerst het protestantse geloof, dat nagenoeg geen hiërarchie kent; ligt de nadruk op persoonlijke verantwoordelijkheid; en verwerft iemand aanzien wanneer hij of zij goed werk doet en zich aan zijn beloften houdt. In de zakelijke omgang zijn in het Zuiden wantrouwen en aftasten de norm, terwijl men in het Noorden uitgaat van vertrouwen, snel ter zake komt en zich aan de afspraak houdt. In de loop van de tijd zijn er verscheidene verklaringen voor deze verschillen gegeven, zoals de protestantse ethiek van Max Weber en de eerdergenoemde culturele dimensies van Hofstede. Volgens Bakker voldoet geen van deze, soms erg kort besproken, benaderingen. Naar zijn mening moet de verklaring gezocht worden in het feit dat in het Noorden feodaliteit nooit heeft kunnen standhouden. Hij beschrijft hoe de Vikingen en Friezen al een egalitaire samenleving kenden waarin grootgrondbezit vaak geen rol speelde. Later werd het Noorden gedomineerd door de Hanze. Dit waren handelaren en schippers die samenwerkten om over grote afstanden te kunnen handeldrijven in een omgeving die onbekend en vaak gevaarlijk was. De samenwerking kwam van onderop, en de steden werden niet meer door geestelijken bestuurd maar door de rijke burgers. Het gevolg was een samenleving waarin men relatief veel (zeg ongeveer dertig procent) inspraak had. Op het platteland bestond geen grootgrondbezit, maar waren er veel kleine boeren.
Dit brengt Bakker bij zijn deel II, getiteld ‘Niet Noord-Europa maar Middenklasse-Europa’. Zoals de titel van dit deel al aangeeft, is volgens Bakker niet de geografische ligging van belang, maar de vraag of de samenleving ooit een middenklasse van redelijke omvang heeft gehad. Naast grote delen van Noord-Europa zijn dit ook delen van Zuid-Europa, zoals Noord-Italië en Catalonië. In de rest van het Zuiden bestaan echter nog neofeodale verhoudingen. Vaak is dat in gebieden waarin de economie werd gedomineerd door grootgrondbezit of het winnen van delfstoffen. In Europa bestaan dus twee denkrichtingen (‘mentaliteiten’, volgens Bakker) naast elkaar: een meritocratische, die stelt dat iedereen zijn plaats in de maatschappij verdient op grond van de eigen verdiensten, en een neofeodale, waarin ieders positie grotendeels door afkomst bepaald is. Deze twee schuren steeds meer.
Zere plek
Ik waardeer beide boeken zeer om het feit dat ze elk op hun eigen manier de vinger op de, in mijn ogen, echte zere plek van de Europese samenwerking leggen. Inderdaad blijkt uit zowel mijn eigen onderzoek (sinds 2002) als mijn ervaring in discussies dat er een cruciaal verschil zit in de verwachting die men heeft van de leiding en de mate waarin afspraken nagekomen moeten worden. In het Zuiden verwacht men dat de leiding (management of regering) de problemen oplost. Dat die leiding wat meer krijgt is geen probleem, als het gewone volk ook maar zijn deel krijgt. Solidariteit is dat de sterkste voor de zwakste zorgt. In het Noorden geldt veeleer dat eenieder voor zichzelf moet zorgen. Pas als dat ondanks allerlei inspanningen echt niet lukt, kan men een beroep op de groep doen. Vandaar dat Frankrijk bij het begin van de Europese schuldencrisis zocht naar een Europese oplossing waarbij de rijkere Europese landen de problemen van de kleine broer Griekenland zouden oplossen. Duitsland en andere noordelijke landen verwezen Griekenland echter naar het Internationaal Monetair Fonds: de zaak bedriegen is geen blijk van je uiterste best doen, dus steun is niet aan de orde.
Deze verschillen in cultuur zullen niet snel verdwijnen en ook niet binnen een paar generaties convergeren. Van Laer trekt hieruit de conclusie dat de euro weer moet worden ontmanteld. Ikzelf ben van mening dat zijn idee voorbijgaat aan de enorme kosten die een dergelijke ontmanteling met zich meebrengt. Wel deel ik zijn mening dat deze verschillen groot zijn. Als we echt een euro voor de huidige lidstaten willen, dan zal de politiek hier gigantisch veel meer in moeten investeren, en het project niet aan de daadkracht van de technocraten van de ECB moeten overlaten. Doet de politiek dat niet, dan knalt de euro een keer op een brexitachtige manier uit elkaar en is de schade niet te overzien.
Hoewel de boodschap in beide boeken sterk overeenkomt, hebben ze een heel verschillend karakter. Van Laer heeft per hoofdstuk een duidelijke boodschap en methode, en verwijst geregeld naar wetenschappelijke literatuur. Na lezing bleef bij mij zijn boodschap goed hangen. Bakker schrijft een essay en heeft geen literatuurlijst opgenomen, al noemt hij zo nu en dan een boek in de tekst. Bovendien beweert hij soms dat een onderwerp nooit is uitgezocht, terwijl ik zeker weet dat dat in enkele gevallen wél is gebeurd. Ook elders vraag ik me weleens af of hij op onderdelen gelijk heeft, of zou ik graag lezen waarop een bewering is gebaseerd. Door deze werkwijze bekruipt twijfel mij. Het deel over de verklaringen die volgens Bakker niet voldoen, overtuigt ook niet altijd. Soms wordt het standpunt niet uitgebreid uitgelegd, laat staan bestreden.
Twee manieren van samenwerken
Beide boeken bevatten een belangrijke boodschap voor de Europese politiek. Binnen Europa bestaan twee manieren om samen te werken: een waarbij veel van de leiders wordt verwacht, en een waar in eerste instantie het individu zelf aan zet is. Denken dat het verschil hiertussen wel zal verdwijnen of kleiner worden, is een illusie; daarvoor zitten beide ‘mentaliteiten’ te diep ingebakken in de nationale cultuur. Het is daarom van levensbelang om bij de verdere vormgeving van de EU met deze verschillen rekening te houden. Op sommige terreinen hebben de landen elkaar zo nodig dat samenwerken ondanks de cultuurverschillen nodig is, maar op andere terreinen is het verstandig elkaar in zijn waarde te laten en niet een bepaald model aan de ander op te dringen. Hiermee zijn de boeken van Van Laer en Bakker verplichte literatuur voor eenieder die bij het verkiezingsprogramma en de campagne voor de Europese verkiezingen betrokken is.
© 2009-2025 Uitgeverij Boom Amsterdam
ISSN 0167-9155
De artikelen uit de (online)tijdschriften van Uitgeverij Boom zijn auteursrechtelijk beschermd. U kunt er natuurlijk uit citeren (voorzien van een bronvermelding) maar voor reproductie in welke vorm dan ook moet toestemming aan de uitgever worden gevraagd:
Behoudens de in of krachtens de Auteurswet van 1912 gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch door fotokopieën, opnamen of enig andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
Voor zover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikelen 16h t/m 16m Auteurswet 1912 jo. Besluit van 27 november 2002, Stb 575, dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoeding te voldoen aan de Stichting Reprorecht te Hoofddorp (postbus 3060, 2130 KB, www.reprorecht.nl) of contact op te nemen met de uitgever voor het treffen van een rechtstreekse regeling in de zin van art. 16l, vijfde lid, Auteurswet 1912.
Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16, Auteurswet 1912) kan men zich wenden tot de Stichting PRO (Stichting Publicatie- en Reproductierechten, postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp, www.cedar.nl/pro).
No part of this book may be reproduced in any way whatsoever without the written permission of the publisher.