Shared space en de herinrichting van de openbare ruimte
Samenvatting
In dit Intermezzo belichten we ervaringen van politici in gemeenten en provincies met nudging aan de hand van een concreet voorbeeld. Welke inzichten heeft de inrichting van pleinen op basis van shared space gedachte opgeleverd? Wethouder Albert van der Ploeg (CDA) legt uit.
Albert van der Ploeg is wethouder in de gemeente Dongeradeel. Foto: Gemeente Dongeradeel
Wat was het probleem?
‘Hoe kun je mensen verleiden tot gewenst verkeersgedrag? Vooral bij herinrichting van de openbare ruimte, pleinen en wegen, wordt in veel plaatsen in Friesland gewerkt vanuit de gedachte van shared space, oftewel gedeeld ruimtegebruik (of in het Fries: dielde romte). Dit gaat ervan uit dat de weg vooral onderdeel is van een verblijfsgebied, waar gewoond, gewinkeld, gewandeld, gefietst, gespeeld én ook autogereden wordt. Het uitgangspunt van shared space is verkeerssituaties reguleren op basis van de eigen verantwoordelijkheid van mensen, in plaats van met regels en verkeersborden. In deze benadering vormt de openbare ruimte het hart van de samenleving, een gebied om in te verblijven, anderen te ontmoeten, activiteiten te ondernemen of te ontspannen. De in 2008 overleden Friese verkeerskundige Hans Monderman is de vader van de sharedspacegedachte.’
Wat gaf hier het zetje in de goede richting?
‘De herinrichting van de ruimte betekent dat mensen zich anders gaan gedragen. Omdat je alles kunt verwachten en er weinig is gereguleerd, gaan mensen rekening met elkaar houden. Je moet daarbij wel leren om oogcontact met elkaar te maken als je in het verkeer bent. Wanneer je als automobilist oogcontact maakt, dan ben je een persoon; anders ben je een verlengstuk van een stuk blik.’
‘De Trekwei tussen Dokkum en Kollum is “gedereguleerd” ontworpen. Dit betekent dat automobilisten alert moeten zijn en hun snelheid moeten aanpassen. Het betekent ook dat fietsers en voetgangers op de rijbaan tussen de auto’s fietsen en lopen. Er is geen alternatief, en daarom is het noodzakelijk dat de weggebruikers oogcontact met elkaar hebben.’
Werkte het goed, en waarom (niet)?
‘Het werkt over het algemeen in het begin goed, maar naarmate er gewenning optreedt, werkt het vooral voor de buurt- en wijkbewoners minder goed, dus voor mensen die er vaker komen. Wanneer het minder druk is zie je dat de automobilisten hun snelheid weer verhogen, omdat er minder fietsers en voetgangers zijn met wie je rekening moet houden. Dit is ook het geval op de eerdergenoemde Trekwei, een weg buiten de bebouwde kom. Daarom werkt shared space bij de inrichting van drukke pleinen in de stad veel beter. Je moet veel verkeer hebben, veel interactie. Buiten de bebouwde kom is er te weinig verkeer en liggen de snelheden sowieso te hoog. Dan is het gewoonweg gevaarlijk. Zeker voor de “kwetsbare” verkeersdeelnemers: de voetgangers en de fietsers.’
Wanneer is het toepassen van nudging wat u betreft legitiem en wanneer niet?
‘Het is legitiem als je er open en transparant over bent. Burgers zijn ook over het initiatief ingelicht en hebben van tevoren over een veiliger alternatief kunnen meepraten in wijkraden. Punt van zorg is wel dat vooral de bewoners zelf te hard rijden. Dat heeft te maken met hun bekendheid met de straat, het plein.’
Wat is op basis van dit voorbeeld uw belangrijkste les of tip voor nieuwe bestuurders?
‘Wees open en transparant in de maatregelen die je neemt. Als het goed wordt toegepast, kan het een impuls geven aan lokale democratie en een bijdrage leveren aan oplossingen voor problemen in de openbare ruimte.’
© 2009-2024 Uitgeverij Boom Amsterdam
ISSN 0167-9155
De artikelen uit de (online)tijdschriften van Uitgeverij Boom zijn auteursrechtelijk beschermd. U kunt er natuurlijk uit citeren (voorzien van een bronvermelding) maar voor reproductie in welke vorm dan ook moet toestemming aan de uitgever worden gevraagd:
Behoudens de in of krachtens de Auteurswet van 1912 gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch door fotokopieën, opnamen of enig andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
Voor zover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikelen 16h t/m 16m Auteurswet 1912 jo. Besluit van 27 november 2002, Stb 575, dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoeding te voldoen aan de Stichting Reprorecht te Hoofddorp (postbus 3060, 2130 KB, www.reprorecht.nl) of contact op te nemen met de uitgever voor het treffen van een rechtstreekse regeling in de zin van art. 16l, vijfde lid, Auteurswet 1912.
Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16, Auteurswet 1912) kan men zich wenden tot de Stichting PRO (Stichting Publicatie- en Reproductierechten, postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp, www.cedar.nl/pro).
No part of this book may be reproduced in any way whatsoever without the written permission of the publisher.