Samen werken aan geluk
Samenvatting
Door het ‘geluk’ van inwoners centraal te stellen komt een dienstbare overheid dichterbij. Dat is de overtuiging van Jan Steven van Dijk, tot juni wethouder Geluk en Financiën van de gemeente Schagen. De overheid is er voor haar inwoners, en niet andersom. Van Dijk: ‘Wij zijn er niet voor onszelf, maar voor u en voor uw buren, voor het welzijn van de hele gemeenschap.’
Jan Steven van Dijk. Foto: Gemeente Schagen
Hoe word je wethouder Geluk, en werd je daar gelijk zelf warm van?
Van Dijk: ‘Ik had zelf ook zo mijn twijfels, eerlijk gezegd. Tweeënhalf jaar geleden ben ik als sociaaldemocraat wethouder geworden voor een lokale partij op dit thema. Wens4U, die in het college kwam, vroeg aan de PvdA, coalitiepartner, of ik namens Wens4U wethouder Geluk kon worden. Ik dacht in eerste instantie: Wat moet ik daar nu mee? Ik had bij “geluk” vooral associaties met klankschalen en zweverigheid in plaats van met beleid. Maar toen ik mij erin ging verdiepen ging ik er anders over denken.’
Schagen is een gemeente die naar eigen zeggen ‘stuurt op geluk’. Kan dat wel?
Van Dijk: ‘Dat kan inderdaad niet als de overheid daarmee meent het geluk van inwoners te kunnen maken. We zijn niet op aarde om iedereen gelukkig of het naar de eigen individuele zin te maken. Het kan wel als je bedenkt dat de overheid er voor het welzijn van mensen binnen de gemeenschap is. De taak van de overheid is ervoor te zorgen dat de burgers de mogelijkheid hebben om er in gezamenlijkheid het beste van te maken. Een dienstbare opstelling aan de burger staat voorop.’
‘Toen ik net wethouder was liep ik tegen het boek Verdraaide organisaties van Wouter Hart aan. Hij schrijft daarin: “Ga nu eens terug naar de bedoeling. Wat is de essentie?” We zijn als overheid vaak veel te technocratisch bezig met het volgen van protocollen en regels, zonder ons goed op de bedoeling van die regels te bezinnen. Wij kunnen wel van alles voor burgers gaan bedenken, maar sluit dat eigenlijk wel aan bij wat bewoners zélf willen? Als wij als overheid samen met maatschappelijke organisaties niet bijdragen aan het welzijn van de bewoners, zijn we verkeerd bezig.’
Wat bent u toen gaan doen?
‘Om erachter te komen waar de bevolking gelukkig van wordt, hebben we samen met de Erasmus Happiness Economics Research Organization (EHERO) van de Erasmus Universiteit Rotterdam onderzoek gedaan onder de inwoners van de verschillende kernen van de gemeente. Werk blijkt de belangrijkste geluksfactor te zijn voor de bewoners van Schagen, gevolgd door onder andere sociale contacten en een betrouwbare overheid.’
‘“Daar kunnen we wat mee”, heb ik gezegd. “We gaan over onze ideeën een boek maken en organiseren zelf een conferentie om ook tegenspraak te horen, want we hebben de wijsheid niet in pacht. We roepen iedereen op om mee te denken en ons tegen te spreken. En we zien wel waar we uitkomen.” Dat boekje, Samen werken aan geluk, is door burgemeester Marjan van Kampen-Nouwen vorig jaar oktober aangeboden aan oud-premier Jan Peter Balkenende.’
En waar staat Schagen nu? Is de gemeente inmiddels gelukkiger geworden?
Van Dijk: ‘Het is nog te vroeg om dat te zeggen. Het is een zaak van de lange adem. Het gaat niet om een kortstondig geluksgevoel of iets dergelijks. We zijn nu anderhalf jaar met de geluksfactoren aan de slag. We merken dat de term “geluk” nog af en toe schuurt en soms cynische reacties oproept, variërend van “Hebben ze daar op het gemeentehuis eindelijk door dat ze er niet voor zichzelf zitten” tot “Wat heeft de overheid met mijn geluk te maken?”’
‘Wij als coalitie (van CDA, PvdA en Wens4U) hebben gezegd: “We gaan de burgers niet gelukkig maken, maar we kunnen wel kijken of we in de voorwaardenscheppende sfeer wat voor burgers kunnen betekenen. En als je moeite hebt met de term ‘geluk’: het gaat om kwaliteit van leven.” Ik als sociaaldemocraat zeg: “Het gaat om ‘verheffing’, om zorgen dat mensen volwaardig kunnen meedraaien in de samenleving.” Maar je kunt het ook vatten onder welzijn: het goede leven in de gemeenschap.’
‘We krijgen het vertrouwen van burgers om als een dienend leider het welzijn van de gemeenschap te bevorderen, en dat is een hele verantwoordelijkheid. Heel essentieel daarin is dat we veel beter moeten luisteren naar burgers dan we tot op heden hebben gedaan. We moeten een beweging maken naar de leefwereld van burgers toe. We zijn in Schagen diverse zaken anders gaan aanpakken en daarvan zien we inmiddels resultaten terug.’
Interview in het kort:
De overheid is er niet om ieder individu gelukkig te maken, maar wel om het welzijn binnen de gemeenschap te bevorderen
Gelukkiger maken is niets anders dan het verbeteren van de kwaliteit van leven
Met bewoners meedenken bevordert hun geluk
Het bestrijden van eenzaamheid en het stimuleren van werkgelegenheid vallen ook onder geluksbevordering
Voorbeelden
Aan welke andere aanpak moet ik dan denken?
Van Dijk: ‘Veel meer het contact zoeken met de bewoners is de sleutel. We moeten uitdragen: “Wij zijn er niet voor onszelf, maar voor u en voor uw buren, voor de hele gemeenschap.”’
‘De eerste afdeling die met een voorstel in de goede richting kwam was de afdeling Financiën. De standaardprocedure daar was om mensen die niet op tijd hun rekening betaalden, een herinnering te sturen, met een opslag. Maar, zo realiseerde men zich: Is dat nu werkelijk nodig? Worden we daar met z’n allen beter, gelukkiger van? In plaats van zo’n brief te sturen worden burgers nu gebeld: misschien zijn ze het gewoon vergeten. Zo niet, dan kunnen we wellicht vroegtijdig signaleren dat burgers in de problemen zitten en met hen meedenken over een oplossing, of in bepaalde gevallen ingrijpen als dat nodig blijkt. Met die aanpak zijn we veel gezonder bezig dan automatisch aanmaning op aanmaning en boete op boete te stapelen tot de deurwaarder aan toe.’
‘Ook de afdeling Buitenruimte kwam bij ons en zei: “Wij weten op basis van onze onderhoudsplannen wanneer ergens het riool vervangen gaat worden. Dan sturen we normaliter een brief om die vervanging aan te kondigen en te waarschuwen voor de overlast. Maar kunnen we niet, als we toch die hele straat overhoop halen, ook vragen of er wellicht aanpassingen gewenst zijn in de straat?” De afdeling wilde met mensen in gesprek kunnen gaan over eventuele herinrichting.’
‘Zo kwam het ook in beweging bij de afdeling Bouwzaken. Als mensen een vergunning willen voor een dakkapel, moeten ze eerst een onbegrijpelijk formulier invullen. Dat wordt dan beoordeeld, en het oordeel wordt vervolgens meegedeeld in een ambtelijk schrijven waar de gemiddelde Nederlander geen lor van begrijpt. Waarom niet eerst bij iemand langsgaan en vragen: “Wat wil je eigenlijk en waarom?” Dan gaat het om actief meedenken. De dakkapel mag niet daar komen waar mogelijk uitzicht is op de badkamer van de overburen – de gemeente moet immers haar bewoners beschermen tegen de overlast van andere bewoners –, maar misschien zijn er andere opties te bedenken die wél uitvoerbaar zijn.’
Begroten op geluk
Waar moet ik nog meer aan denken?
Van Dijk: ‘Er zijn geluksbudgetten voor minima. Per uitgave moet een wethouder bovendien motiveren hoe die bijdraagt aan een van de twaalf geluksfactoren die zijn vastgesteld op basis van het EHERO-onderzoek. Als hij dat niet kan, volgt er een serieus gesprek over de vraag of die uitgave wel in de begroting moet.’
Heeft dat geleid tot een herschikking van middelen?
Van Dijk: ‘Vorig jaar hebben we dit voor het eerst gedaan. Het was een nuttige denkexercitie voor ambtenaren die niet tot grote herschikkingen heeft geleid. Wel was er op een punt een verschuiving. In het sociaal domein hadden we een overschot van ruim vier miljoen, en normaliter zouden we dit bedrag toevoegen aan de algemene reserve en zo ons weerstandsvermogen vergroten. We weten echter dat het bestrijden van eenzaamheid en het zorgen voor zinvol werk verregaand bijdragen aan het welzijn. We gaan daarom dat overschot nu inzetten voor allerlei projecten met partners in het sociale domein. Deze projecten moeten voorkomen dat mensen in een isolement komen, en ervoor zorgen dat mensen makkelijker aan werk komen. Als we zo, in samenwerking met onze partners in het sociale domein, weten te voorkomen dat mensen in de problemen komen, dan draag je ongelofelijk bij aan hun geluk. En voorkomen is goedkoper dan genezen, dus het is ook nog eens goed voor de financiën. Al is dat absoluut niet het oogmerk van ons sturen op geluk, het is er wel een prettig bijproduct ervan.’
Bijdragen aan de gemeenschap
Dat preventief ingrijpen kan wel ver gaan. Wat is nog de rol van de burgers zelf in het bijdragen aan het welzijn van de gemeenschap?
Van Dijk: ‘Die blijft uiteraard vooropstaan. Belangrijk daarbij is ook dat mensen ook vanuit zichzelf van betekenis willen zijn voor de gemeenschap. Het gevoel hebben dat ze ertoe doen, dáár worden mensen over het algemeen gelukkig van. Wat mij betreft zouden we best eens kunnen nadenken over de vraag of we mensen voor hun uitkering een tegenprestatie mogen vragen. Ik zal de laatste zijn om aan het recht op ondersteuning te tornen, maar zie wel dat mensen in een uitkeringssituatie vaak niet gelukkig zijn. Waarom vragen we ze niet: “Waar ben jij nou goed in? Waaraan zou je willen bijdragen?”
Daarin kunnen we nog veel creatiever zijn, ook in de sociale wijkteams. Nu vragen we iemand die een traplift nodig heeft om een eigen bijdrage. Maar misschien zijn er nog andere, zinnigere mogelijkheden om daar iets voor terug te doen? Misschien is iemand wel goed in het invullen van belastingformulieren of zo. Als mensen op deze manier iets kunnen terugdoen, geven we hun de kans om te groeien als burger.’
Jongensboek
Hoe kijkt u nu terug op uw werk? U zwaait bijna af als wethouder, heb ik begrepen.
‘Er is een nieuwe coalitie met een andere lokale partij. Ik word directeur/bestuurder van Zorgerf Waarland en coach bij LoopbaanNaPolitiek. Ik ga even heel praktisch aan het onderwerp werken.’
‘Achteraf is het een verhaal uit een jongensboek gebleken. Een geweldig boeiend avontuur dat mij dicht bij mijn oorspronkelijke motivatie bracht om ooit in de publieke dienstverlening te gaan werken. We hebben er ook de internationale pers mee gehaald als “geluksgemeente”. Daarbij geldt overigens: we hebben het niet allemaal zelf bedacht. Almelo had al een geluksbudget bijvoorbeeld. En we gaan ook aan de slag met geluksplekken, en met een geluksroute langs plekken waar mensen trots op zijn; initiatieven waar elders (in Eindhoven en Roerdalen bijvoorbeeld) al ervaring mee is opgedaan. Onze aanpak is zeker niet zaligmakend. Wel hebben we van meet af aan gezegd: “We maken het geluk integraal onderdeel van het beleid”, om zo uitdrukking te geven aan onze bedoeling: het welzijn van de gemeenschap dienen. En de vraag aan burgers is: “Wilt u met ons meedenken over hoe dat het best zou kunnen?”’
‘In het nieuwe coalitieakkoord is het thema geluk overigens losgelaten. De nieuwe coalitie zegt daarover dat ze wel met de inhoud wil doorgaan, maar het niet zo meer wil noemen, en ook niet wil doorgaan met de internationale promotie als geluksgemeente. Persoonlijk vind ik dat niet handig. Het is een beetje alsof Volvo zegt: “We willen wel auto’s blijven verkopen, maar ze geen Volvo noemen.” Dan boet je in aan herkenbaarheid.’
© 2009-2024 Uitgeverij Boom Amsterdam
ISSN 0167-9155
De artikelen uit de (online)tijdschriften van Uitgeverij Boom zijn auteursrechtelijk beschermd. U kunt er natuurlijk uit citeren (voorzien van een bronvermelding) maar voor reproductie in welke vorm dan ook moet toestemming aan de uitgever worden gevraagd:
Behoudens de in of krachtens de Auteurswet van 1912 gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch door fotokopieën, opnamen of enig andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
Voor zover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikelen 16h t/m 16m Auteurswet 1912 jo. Besluit van 27 november 2002, Stb 575, dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoeding te voldoen aan de Stichting Reprorecht te Hoofddorp (postbus 3060, 2130 KB, www.reprorecht.nl) of contact op te nemen met de uitgever voor het treffen van een rechtstreekse regeling in de zin van art. 16l, vijfde lid, Auteurswet 1912.
Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16, Auteurswet 1912) kan men zich wenden tot de Stichting PRO (Stichting Publicatie- en Reproductierechten, postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp, www.cedar.nl/pro).
No part of this book may be reproduced in any way whatsoever without the written permission of the publisher.