Hoop in plaats van cynisme of nihilisme
Samenvatting
Hoe vaak ik in mijn tienerjaren door mijn ouders naar Paul van Vliet ben meegesleept, weet ik niet precies meer, maar de keren zijn waarschijnlijk niet op de vingers van één hand te tellen. We gingen dan altijd naar zijn ‘eigen’ Scheveningse Circustheater, dat nu de naam draagt van een softwaregigant en zeven dagen per week de thuisbasis is van een musical uit de stal van Van den Ende. Meer nog dan mijn bezoeken aan Scheveningen staan echter de sketches van Majoor Kees en Bram uit de commune in mijn geheugen gegrift: die hadden we op cassettebandjes staan en draaiden we tijdens lange ritten in de auto.
Paul van Vliet wordt aankomende zomer 83 jaar. Zijn leeftijd heeft hem tot voor kort niet verhinderd nog steeds de bühne op te gaan. De afgelopen jaren speelde hij eens in de zoveel weken op zondagmiddag in de Koninklijke Schouwburg een verzameling van oud en geactualiseerd werk. ‘Ik heb lang het hele land door gereisd’, zei hij daarover. ‘Nu mogen de mensen naar mijn Den Haag komen als ze mij willen zien.’
Vrijwel altijd waren die zondagmiddagen in de Koninklijke Schouwburg uitverkocht. Dus toen hij aankondigde dat hij er dit voorjaar toch echt definitief een punt achter ging zetten, moest je snel zijn om nog een kaartje te bemachtigen. Veel mensen wilden een van de grootste cabaretiers uit de Nederlandse geschiedenis nog één keer zien spelen.
Veel meer dan een best-of-show
Het bezoek aan een van de allerlaatste shows van Paul van Vliet was voor mij vooral bedoeld als een trip down memory lane. Nog één keer lachen om Bennie of meeneuriën met een van zijn subtiele liefdesliedjes. Wat helpt bij zo’n trip naar het verleden, is dat Van Vliet nog altijd even statig en charismatisch is. Je zou hem nog geen 70 geven, dus ik zakte met gemak weg, terug de jaren negentig in.
Het programma Alleen op zondag blijkt echter veel meer dan een best-of-show die alleen maar nostalgie wil oproepen. Zo heeft Van Vliet het prachtige liedje ‘Meisjes van 13’ omgezet naar een lied over ‘mannen van 80’ waarin hij – niet zonder zelfspot – reflecteert op wat het betekent om ouder te worden. Van Vliet laat het lied, tussen twee sketches door, zingen door zijn typetje jonkheer Charles van Tetterloo jr., die hij geheel nieuwe teksten heeft gegeven. De klassieker ‘De grote sterfscène’, waarmee de show opent, gebruikt Van Vliet om zijn drijfveren om al die jaren op het toneel te staan kritisch tegen het licht te houden.
Ander oud werk dat hij onaangetast heeft gelaten blijkt nog even actueel als toen, zoals de sketch over de ingewikkelde logistieke puzzel die ontstaat voor kinderen als hun ouders zijn gescheiden en inmiddels nieuwe relaties hebben: naar wie moeten zij in het weekend toe? Of zijn lied ‘De zee’, waarin die zee zegt dat hij moe is en er beroerd aan toe is omdat hij onze rotzooi niet meer kan verdragen.
Fotograaf: Roy Beusker Paul van Vliet. Alleen op zondag. Gezien op zondag 15 april 2018 in de Koninklijke Schouwburg in Den Haag.
Ongegeneerd idealistisch
Het opmerkelijkste is dat enkele van zijn oude stukken door de jaren heen aan kracht en relevantie hebben gewonnen. Dat begint al met zijn lied ‘Overleven’, dat indertijd de titelsong was van een van zijn succesvolste en daardoor ook bekendste shows: ‘We weten dat het allemaal kan kantelen / Naar die blijde boodschap van vrede en veiligheid / Naar het wonder van ontwapenen en ontmantelen / In die betere wereld van “eenmaal komt de tijd” / Dat de liefde het zal winnen / Als we morgen maar beginnen / En dat wij op vertrouwen / Ook een toekomst kunnen bouwen / We weten het nog wel, maar het geloof dat zijn we kwijt.’
Hier zien we een artiest die tegen de tijdgeest in ongegeneerd idealistisch is en een boodschap van hoop verkondigt. Onze theaters worden overstelpt met komieken en grappenmakers die afkraken, schelden, neersabelen en voor gek zetten. Cynisme en nihilisme voeren de boventoon. En dan staat daar een tachtiger die durft te dromen, te verlangen, na te streven en te hopen. Als iemand in de eindfase van zijn leven nog dat optimisme kan opbrengen, waarom wij dan niet allemaal?
Als laatste lied zingt Van Vliet ‘Misschien vannacht’: ‘In elke vrouw – in elke man / Zit een verlangen groot of klein / Om in dit leven als het kan / Eén keer gewichtloos vrij te zijn. / Vrij van verdriet en niet meer bang / Niet meer alleen en los van toen / Omarmd door oeverloos geluk / In staat iets kolossaals te doen.’
© 2009-2024 Uitgeverij Boom Amsterdam
ISSN 0167-9155
De artikelen uit de (online)tijdschriften van Uitgeverij Boom zijn auteursrechtelijk beschermd. U kunt er natuurlijk uit citeren (voorzien van een bronvermelding) maar voor reproductie in welke vorm dan ook moet toestemming aan de uitgever worden gevraagd:
Behoudens de in of krachtens de Auteurswet van 1912 gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch door fotokopieën, opnamen of enig andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
Voor zover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikelen 16h t/m 16m Auteurswet 1912 jo. Besluit van 27 november 2002, Stb 575, dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoeding te voldoen aan de Stichting Reprorecht te Hoofddorp (postbus 3060, 2130 KB, www.reprorecht.nl) of contact op te nemen met de uitgever voor het treffen van een rechtstreekse regeling in de zin van art. 16l, vijfde lid, Auteurswet 1912.
Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16, Auteurswet 1912) kan men zich wenden tot de Stichting PRO (Stichting Publicatie- en Reproductierechten, postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp, www.cedar.nl/pro).
No part of this book may be reproduced in any way whatsoever without the written permission of the publisher.