Het CDA serveert het referendum te snel af [2]
Samenvatting
Het referendum over het Oekraïneverdrag van 6 april 2016 kunnen we nu zonder schroom bestempelen als een politiek trauma voor de politiek leiders van met name VVD en CDA. Anders valt de opluchting niet te verklaren waarmee in het regeerakkoord wordt aangekondigd dat de wet die het raadgevend referendum mogelijk maakt wordt ingetrokken. De onvrede over de huidige vorm van het raadgevend referendum is zonder meer te begrijpen, omdat het verschillende schoonheidsfouten bevat. Zo is met alle mogelijke vormen van nieuwe en sociale media het ophalen van de 300.000 handtekeningen die vereist zijn voor het initiëren van een raadgevende volksraadpleging, een veel te eenvoudig te nemen hindernis. Het raadgevend referendum wordt daarmee een effectief sabotage-instrument, zoals de initiators van het Oekraïnereferendum hebben laten zien. Met een hier en daar ludieke campagne gebaseerd op hele en halve leugens kun je een flinke stok in de spaken steken bij je politieke opponenten, zonder dat je oprecht geïnteresseerd bent in het eigenlijke thema van het referendum.
Bovendien is de opkomstdrempel van dertig procent die nodig is om de uitslag van het referendum te doen gelden, niets minder dan een gedrocht gebleken. Het zette mensen die vóór ratificatie van het Oekraïneverdrag waren voor een onmogelijk dilemma: vóór het verdrag gaan stemmen, of thuisblijven om ervoor te zorgen dat de drempel niet werd gehaald?
Dit zijn twee goede redenen om een streep te zetten door het raadgevend referendum in zijn huidige vorm. Het is echter nogal onbezonnen om het referendum al zo snel helemaal af te serveren, zoals de vier regeringspartijen in hun coalitieakkoord aankondigen te gaan doen. We moeten de ervaring van april 2016 en straks van maart 2018 juist gebruiken om het instrument te verbeteren en aan te passen, niet om het referendum af te schaffen.
***
Het referendum kan – mits op de juiste thema’s ingezet en op de goede manier gebruikt – een uitstekend instrument zijn om mensen bij de politiek te betrekken en hun invloed te geven. De eerste aanpassing moet zijn dat de Kamer duidelijker aangeeft welke onderwerpen wél, maar vooral ook welke níét in aanmerking komen voor een referendum. Het geeft bijvoorbeeld geen pas om een onderwerp in stemming te brengen dat invloed heeft op de levens van mensen die zelf niet mee mogen stemmen. Dat was het geval bij het referendum over het Oekraïneverdrag: 1,6 miljoen Nederlandse kiesgerechtigden wilden ratificatie van dat verdrag tegenhouden, terwijl het een kwestie was die een veelvoud van Europeanen en Oekraïners aanging. Deze mensen konden echter niet meedoen met de stemming en het bijbehorende maatschappelijke debat.
Dat betekent niet dat er geen kwesties zijn die zich wél uitstekend lenen voor de raadpleging van alle kiesgerechtigden. De vraagstelling en de onderwerpskeuze zijn daarbij van belang. Dat de regering van een land bijvoorbeeld eerst de stemming wil peilen onder het volk voordat ze het lidmaatschap van de EU of de NAVO aanvraagt, is alleszins te begrijpen: dat is een serieuze kwestie die de koers van een land voor de toekomst ingrijpend bepaalt.
De tweede aanpassing moet zijn dat de opkomstdrempel wordt vervangen door een uitkomstdrempel. De uitslag van een referendum is dan alleen geldig als de mensen die een door het parlement aangenomen voorstel willen blokkeren erin slagen om – bijvoorbeeld – veertig procent van alle kiesgerechtigden achter hun tegenstem te krijgen. Dat legt de uitdaging bij de initiatiefnemers van een referendum, in plaats van bij de mensen die het door het parlement aangenomen voorstel steunen.
De onwil om het referendum aan te passen doet mij vrezen dat de gebrekkige vorm van het huidige raadplegende referendum door het CDA dankbaar wordt aangegrepen om er weer zo snel mogelijk vanaf te komen. Christendemocraten hebben historisch gezien immers weinig op met een volksraadpleging. Dat is ronduit opmerkelijk, want zij zijn overtuigd van de kracht van de samenleving. Waarom mag die samenleving dan niet bij tijd en wijle directe invloed uitoefenen via een volksraadpleging? Het door christendemocraten veelgebruikte tegenargument dat een referendum in strijd zou zijn met de representatieve democratie is evenmin overtuigend: de wereld kent talloze representatieve democratieën die naast hun parlement enige vorm van volksraadpleging toestaan.
Sybrand Buma heeft in zijn campagne terecht vastgesteld dat mensen zeer kritisch zijn over het functioneren van de politiek in het algemeen en van partijen in het bijzonder. Dan helpt het niet als diezelfde politiek besluit tot de afschaffing van een van de (weinige) instrumenten die burgers hebben om buiten de partijpolitiek om hun invloed te doen gelden. Zoals onze democratie nooit af is maar altijd onderhoud vergt, zo zullen we moeten blijven schaven aan een in potentie bruikbaar middel waarmee we onze democratie mede kunnen vormgeven.
© 2009-2025 Uitgeverij Boom Amsterdam
ISSN 0167-9155
De artikelen uit de (online)tijdschriften van Uitgeverij Boom zijn auteursrechtelijk beschermd. U kunt er natuurlijk uit citeren (voorzien van een bronvermelding) maar voor reproductie in welke vorm dan ook moet toestemming aan de uitgever worden gevraagd:
Behoudens de in of krachtens de Auteurswet van 1912 gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch door fotokopieën, opnamen of enig andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
Voor zover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikelen 16h t/m 16m Auteurswet 1912 jo. Besluit van 27 november 2002, Stb 575, dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoeding te voldoen aan de Stichting Reprorecht te Hoofddorp (postbus 3060, 2130 KB, www.reprorecht.nl) of contact op te nemen met de uitgever voor het treffen van een rechtstreekse regeling in de zin van art. 16l, vijfde lid, Auteurswet 1912.
Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16, Auteurswet 1912) kan men zich wenden tot de Stichting PRO (Stichting Publicatie- en Reproductierechten, postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp, www.cedar.nl/pro).
No part of this book may be reproduced in any way whatsoever without the written permission of the publisher.