Boze burgers: beeld en werkelijkheid
Samenvatting
De ‘boze burgers’ op wie de politiek de afgelopen jaren gefixeerd is geraakt, bestaan niet. Dit ‘nieuwe politieke spook dat door Europa waart’ is een door politici zelf geschapen beeld. Het komt voort uit hun eigen onvermogen om burgers echt te kennen en begrijpen als meerdimensionale mensen. De modale burgers hebben een beter begrip van de modale politicus dan de gemiddelde politicus van de burger heeft. Het volk is niet boos op politici, hoogstens een beetje teleurgesteld dat ze de zaak af en toe grondig hebben verprutst, zonder daar eerlijk voor uit te komen.
EEN MENS LIJDT HET MEEST DOOR HET LIJDEN DAT HIJ (OF ZIJ NATUURLIJK) VREEST. De meerderheid van de Nederlandse bevolking verwacht dat het in de toekomst minder goed zal gaan. En de meerderheid van de politici vreest dat ze het slachtoffer zullen worden van deze stemming, omdat de boze burgers de schuld krijgen van alles wat er misgaat. Boze burgers hebben immers – tegen alle ‘keurige’ peilingen in – gezorgd voor brexit en president Trump. Het populisme heeft met Le Pen, Pegida, de Vijfsterrenbeweging en natuurlijk de PVV van Wilders vaste voet gekregen in verschillende EU-landen. In diverse daarvan zijn in de komende maanden nog verkiezingen, met mogelijk nog meer desastreuze gevolgen voor de internationale samenwerking. De eerste vergelijkingen tussen dit groeiende nationalisme en de opkomst van de nazi’s zijn in de media al gemaakt, en de enige redding voor de gevestigde orde van politici lijkt te liggen in het (nog meer) gaan ‘luisteren naar de mensen’, of anders geformuleerd: zo veel mogelijk meegaan met de populistische antwoorden op de boosheid van de kiezer.
Daarmee worden degenen die ons land (zouden) moeten leiden echter een willoze speelbal van de ‘volksgunst’, terwijl ze er tegelijkertijd van overtuigd zijn dat het volk het bij het verkeerde eind heeft. Het beste voorbeeld daarvan is het moment dat Hillary Clinton de aanhangers van Trump ‘deplorable’ noemde. Om daar vervolgens voor gestraft te worden: zij had in de ogen van de kiezers iets te veel balken in haar eigen oog om een oordeel over anderen te mogen vellen.
Misleidende beeldvorming
Mijn stelling is dat politici die zich slachtoffer voelen van het populisme niet bereid zijn om kritisch naar hun eigen realiteit te kijken, en daardoor niet begrijpen dat de kritiek die burgers op de overheid hebben vaak heel terecht is. Sterker nog: de overheid heeft herhaald een beleid gevoerd dat tot grote problemen leidde, om vervolgens de burgers daar de schuld van te geven. Dit patroon zien we bijvoorbeeld als het gaat om de recente financiële crisis: jarenlang hebben overheid en bedrijfsleven eendrachtig samengewerkt bij het stimuleren van de consumptie op alle mogelijke manieren. Kredieten werden niet voorzien van waarschuwingen maar van aanbevelingen, hypotheken konden niet hoog genoeg zijn. De schuld van de crisis werd echter al heel snel en heel gemakkelijk niet alleen feitelijk, maar zelfs moreel en psychologisch gelegd bij de burgers die zo braaf hadden gedaan wat (toen) goed voor de economie was: politici buitelden over elkaar heen met termen als hedonistische, individualistische, egocentrische, calculerende Burgers Nooitgenoeg. Het googelen van deze termen volstaat om duizenden uitspraken van politici uit de afgelopen decennia te krijgen, maar geen van allen heeft ooit gezegd dat zij het zelf verziekt hadden door als lemmingen achter een economisch paradigma aan te lopen – met als gevolg dat het juist de keurige burgers waren die in de afgrond stortten.
Van belang is dat in dat proces juist de keurige middengroepen slachtoffer werden. Zij waren om plaats te maken voor jongeren vervroegd uitgetreden en zagen dat de ‘gegarandeerde pensioenen’ ineens toch gekort werden. Zij hadden hun hypotheekverzekeringen en aanvullende pensioenen afgesloten op basis van aandelen die ineens niets meer waard waren. Ook hier kan ik op basis van mijn eigen ervaring die constatering doen: ik ken persoonlijk diverse ‘hardwerkende Nederlanders’ die tienduizenden euro’s verspeeld hebben op verzekeringsproducten die als extreem solide verkocht werden. Om dan uit Haagse kringen te horen te krijgen dat je als burger door je ‘hebzucht’ medeverantwoordelijk bent voor de economische problemen, is erger dan een gotspe – vooral omdat juist deze burgers helemaal niet egocentrisch en calculerend bezig waren. Integendeel, ze bleven gewoon doen wat ze altijd deden, namelijk samen aan de basis van de samenleving werken aan hun gezins- en verenigingsleven. Binnen het bestek van dit artikel kan ik daar niet uitvoerig op ingaan, maar alle nuchtere, puur empirische feiten over de samenleving staan haaks op de ‘beelden’ van verloedering, minder moraal, minder samenwerking! Ik kan slechts refereren aan de studies die laten zien dat negen van de tien kinderen geen echtscheiding meemaken,1 dat de aantallen zilveren en gouden bruiloften explosief groeien, dat het aantal vrijwilligers met meer dan vier miljoen mensen enorm is en blijft groeien, waardoor ook meer dan negentig procent van onze ouderen nog zelfstandig kan blijven wonen.2
De ellende begint pas zodra je afhankelijk wordt van een zorginstelling die volledig verziekt is door de fatale combinatie van bureaucratie en bezuinigingen.
Nog een stap verder: dezelfde objectieve cijfers laten ook zien dat meer dan negentig procent van onze immigranten het uitstekend doet, ook in de opvoeding van hun kinderen.3 Net zoals overigens de overgrote meerderheid van de Nederlanders zelf uitstekend kan opvoeden, waardoor onze kinderen ook tot de gelukkigste van de hele wereld behoren. Het enige punt waarop we opzichtig falen is het omgaan met de één procent autochtone en de vier procent allochtone jongeren die er bewust – tuig bestaat – een zootje van maken. Maar dat komt (echt) weer doordat de systemen van jeugdzorg en politie iedere mogelijkheid tot effectief optreden verloren zijn door beleid dat ze zo nodig iedere keer moet decentraliseren of juist weer recentraliseren. De beste metafoor is hier wellicht die uit het voetbal, waar een massa van tienduizenden in oranje geklede supporters probleemloos overal feestviert, maar een paar honderd hooligans van enkele clubs steeds agressiever optreden. Bottomline: het beeld van een verloederende samenleving spoort domweg niet met de werkelijkheid. Het is echter een beeld dat enorm sterk is: vrijwel alle ouders van dit land geloven dat zijzelf nog de enigen zijn die hun kinderen een beetje redelijk (en streng) opvoeden. En dat leidt spiraalsgewijs uiteindelijk ook tot het beeld dat uit alle studies van het SCP naar voren komt over de bevolking: de (grote) meerderheid heeft het persoonlijk goed, maar denkt dat ze in een steeds slechtere situatie leeft.4
De perverse effecten van motivaction-onderzoek
Helaas laat de politiek zich in de afgelopen jaren ook steeds vaker ‘voeden’ door onderzoeken die de burgers op simplistische wijze indelen in groepen die al of niet geneigd zijn om op een bepaalde partij te stemmen. De kroon hierbij spant het steeds populairder wordende bureau Motivaction, van origine een marktonderzoeksbureau dat met een zelf ontwikkelde methode ‘leefstijlen’ in kaart brengt die op hun beurt correleren met zaken als stemgedrag. De laatste tijd neemt dit bureau ook letterlijk het voortouw in het ideologische debat over de verloederende samenleving, met rapporten over de ‘grenzeloze generatie van ικ-jongeren’ en over het antisemitisme onder allochtone jongeren.5 De kern van het probleem bij deze ‘marktbenadering van mensen’ is dat de indelingen en beelden eendimensionaal zijn. Burgers worden op basis van ingevulde vragenlijsten ingedeeld in ‘typen’ als traditionele burgers, opwaarts mobielen, kosmopolieten, enzovoort. Dit met de belofte van het bureau dat deze ‘diepgaande kennis’ voorspellend is voor zaken als (stem)gedrag. Nu is de vraag of je ‘traditioneel’ of ‘modern’ scoort prima als het gaat om de vraag of je een witte of een roze koelkast wilt kopen, maar bepaald ontoereikend om echte mensen in beeld te brengen. Met echte mensen kun je immers echt praten en als je dat doet, dan blijken ze vrijwel allemaal in staat tot nadenken, tot onderscheiden tussen gevoel en verstand, tot het aanbrengen van nuanceringen. Zo lieten interviews door NRC-journalisten en door D66-leider Pechtold gevoerde gesprekken met PVV-aanhangers zien dat de algemene verontrusting die er is over immigratie of islamisering, absoluut niet hetzelfde is als persoonlijke gevoelens van afkeuring of afkeer. De serieuze wetenschappelijke analyses, zoals die in de Kwartaalberichten van het Continu Onderzoek Burgerperspectieven (COB) van het SCP, laten zien dat er complexe patronen zijn in de ontwikkeling van opinies. Als voorbeeld hier de resultaten van slechts één enkele vraag uit het COB: in de afgelopen tien jaar vindt consistent veertig procent van de burgers dat de aanwezigheid van meer culturen een aanwinst is voor ons land, tegen een kwart dat het daar niet mee eens is. De vraag of een toename van immigratie goed is voor het land fluctueert veel sterker, waarbij de invloed van de beelden in de media over de bootvluchtelingen evident is.
De genuanceerde kijk van burgers
Maar wie een gesprek aangaat op straat of waar dan ook, komt met vrijwel iedereen tot een consensus dat we niets tegen goede maar alles tegen slechte immigranten hebben. Trump en Wilders weten dat ook, en daarom doen zij zo hun best om alle immigranten (of Marokkanen) ‘bad people’ te noemen. En de – heel logische en consistente – redenering van modale, goedwillende burgers is dan ook dat de goede buurman welkom is, opgevangen wordt in de gemeente, we zelfs acties voor kinderen op school voeren opdat zij mogen blijven, maar dat we natuurlijk alle terroristen en criminelen, mannen die onze vrouwen betasten, enzovoort vooral aan de grens moeten tegenhouden.
Bij het voeren van dergelijke gesprekken komt er meestal ook een punt naar voren dat nog veel belangrijker is om de burger (echt) te begrijpen: mensen zijn complex en kunnen heel goed verschillend gedrag op verschillende terreinen vertonen. Ik heb zelf ooit enkele methodologische studies samen met het CBS uitgevoerd over de samenhang tussen antwoorden op een vragenlijst en feitelijk gedrag.6 Een van de frappante resultaten was dat de overgrote meerderheid van de mannen en vrouwen bij een onderzoek gezinsvorming invulde dat ze kinderopvang zouden gebruiken, maar dat zij bij de daaropvolgende interviews toch aangaven dat liever niet te willen doen als het anders kon. Dat is volkomen logisch, want de discrepantie tussen iemands opvattingen en wensen en iemands gedrag is simpelweg dagelijkse realiteit van alle burgers. De meeste vrouwen willen afvallen, maar nemen toch geregeld voedsel tot zich dat daar haaks op staat. De meeste mannen willen best een wat stoerdere auto dan het model waar ze uit economische en praktische overwegingen toch voor kiezen. Maar vooral: veel zaken worden heel bewust gezien als tijdelijk, dus veranderbaar. De politiek is daar bij uitstek een voorbeeld van. Dat is ook de belangrijkste reden dat peilingen er voortdurend naast zitten natuurlijk, want mensen vinden het volstrekt normaal dat ze gisteren bozer waren dan vandaag! Wat politici door de focus op hun eigen succes, hun eigen existentie, domweg niet begrijpen is dat de boosheid die burgers soms hebben, expliciet of minder expliciet, voor hen een zowel tijdelijke als ‘gesegmenteerde’ zaak is. Mensen zijn boos op sommige momenten over sommige dingen, maar nuanceren dat voor zichzelf ook vaak weer. Ze realiseren zich dat zij het zelf ook niet helemaal precies weten, dat zaken ingewikkeld zijn, en zelfs dat politici ook maar mensen zijn – met alle karakterfouten en onvolmaaktheden die er bij mensen horen.
En daarom wil ik dit stuk toch eindigen met een positieve boodschap, waar politici veel rust aan zouden kunnen ontlenen. Die boodschap is dat de modale burgers een beter begrip hebben van de modale politicus dan die politicus van de burger heeft. Met als prachtige illustratie de opmerking in een onderzoek naar SP-leider Marijnissen dat hij ‘enorm eerlijk’ was, maar juist daarom minder geschikt als premier. Beschouwt u dit niet als verkettering van uw beroep, maar als teken van begrip: politiek gaat uiteindelijk om macht, en het volk wil liever aangevoerd worden door winnaars in dat machtsspel. Bill Clinton mocht van het volk zelfs aanblijven na evident overspel waar evident over gelogen was, omdat de meeste Amerikanen waarschijnlijk dachten dat ze zelf ook de verleiding niet hadden kunnen weerstaan. Dus politici, het volk is niet boos op u, hoogstens af en toe een beetje teleurgesteld dat u bij tijd en wijle de zaak grondig (heeft) verprutst, zonder daar eerlijk voor uit te komen.
Noten
- 1.Pearl Dykstra en Aafke Komter, ‘Hoe zien Nederlandse families eruit?’, Demos. Bulletin over bevolking en samenleving 20 (2004), nr. 10, pp. 74-78.
- 2.Debbie Verbeek-Oudijk, Lisa Putman en Mirjam de Klerk, Zorg en ondersteuning in Nederland. Kerncijfers 2015. Den Haag: scp, 2017; Cretien van Campen, Jurjen Iedema, Marjolein Broese van Groenou en Dorly Deeg, Langer zelfstandig. Ouder worden met hulpbronnen, ondersteuning en zorg. Den Haag: scp, 2017.
- 3.Willem Huijnk en Iris Andriessen (red.), Integratie in zicht? De integratie van migranten op acht terreinen nader bekeken. Den Haag: scp, 2016.
- 4.SCP, Kwesties voor het kiezen. Analyses van enkele maatschappelijke thema ’s voor de Tweede Kamerverkiezingen 2017. Den Haag: SCP, 2017.
- 5.Frits Spangenberg en Martijn Lampert, Over de grenzeloze generatie en de onstuitbare opmars van de B.V. IK (tweede druk). Amsterdam: Motivaction, 2013; Forum, Nederlandse moslimjongeren en de Arabische herfst. Amsterdam: Forum, 2014 (november).
- 6.Jan Latten, ‘Panta rhei’, in: Joop Garssen, Joop de Beer, Peter Cuyvers en Andries de Jong (red.), Samenleven. Nieuwe feiten over relaties en gezinnen. Den Haag: CBS, 2002, pp. 211-220.
© 2009-2025 Uitgeverij Boom Amsterdam
ISSN 0167-9155
De artikelen uit de (online)tijdschriften van Uitgeverij Boom zijn auteursrechtelijk beschermd. U kunt er natuurlijk uit citeren (voorzien van een bronvermelding) maar voor reproductie in welke vorm dan ook moet toestemming aan de uitgever worden gevraagd:
Behoudens de in of krachtens de Auteurswet van 1912 gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch door fotokopieën, opnamen of enig andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
Voor zover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikelen 16h t/m 16m Auteurswet 1912 jo. Besluit van 27 november 2002, Stb 575, dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoeding te voldoen aan de Stichting Reprorecht te Hoofddorp (postbus 3060, 2130 KB, www.reprorecht.nl) of contact op te nemen met de uitgever voor het treffen van een rechtstreekse regeling in de zin van art. 16l, vijfde lid, Auteurswet 1912.
Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16, Auteurswet 1912) kan men zich wenden tot de Stichting PRO (Stichting Publicatie- en Reproductierechten, postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp, www.cedar.nl/pro).
No part of this book may be reproduced in any way whatsoever without the written permission of the publisher.