Democratie zonder partijen?
Samenvatting
Kan democratie functioneren zonder politieke partijen? Politicologen en historici zijn sceptisch. Toch zijn in het verleden alternatieve democratiemodellen bedacht en toegepast. Toegegeven, in de praktijk is een democratie zonder partijen lastig gebleken. Corporatisme en radendemocratie eindigden doorgaans in een dictatuur. Individuele vertegenwoordiging en vormen van directe democratie bleken zonder partijen slechts duurzaam in kleine, overzichtelijke gemeenschappen. Van de ‘lottocratie’, oftewel volksvertegenwoordiging via loting, kan dit nog niet gezegd worden, eenvoudigweg omdat deze vorm nog niet op grote schaal is toegepast.
MODERNE DEMOCRATIE IS ONDENKBAAR ZONDER POLITIEKE PARTIJEN, zo beweren politicologen en historici al vele jaren.1 Aan de andere kant wordt ook beweerd dat de partijendemocratie in een ernstige crisis verkeert (Mair) of zelfs helemaal geen democratie meer is maar een ‘electieve aristocratie’ (Ankersmit).2 Wat we hiervan ook vinden, het lijkt nuttig en zelfs urgent om na te gaan of democratie zonder partijen echt ondenkbaar is.
Literatuuronderzoek suggereert dat een vijftal alternatieve democratiemodellen in het verleden zijn bedacht en in een of andere vorm toegepast.3 Ik wil ze in deze bijdrage kort de revue laten passeren.
Alternatieve democratiemodellen
In de eerste plaats kunnen volksvertegenwoordigers op individuele titel gekozen worden zonder bemoeienis van politieke partijen. Tot aan het eind van de negentiende eeuw was dat in Nederland (en veel andere landen) de normale gang van zaken. In de Tweede Kamer vormden de gekozen leden aanvankelijk losse en vaak wisselende fracties. Pas na 1880 begonnen zich buitenparlementaire partijorganisaties te ontwikkelen die met de parlementaire fracties verbonden werden. Erg democratisch was dit partijloze systeem in de negentiende eeuw echter niet, omdat het kiesrecht beperkt bleef tot mannen met een zekere welstand. Tegenwoordig komt individuele vertegenwoordiging zonder partijen nog slechts voor in kleine gemeenschappen: sommige plattelandsgemeenten, en enkele eilandstaten in de Stille Oceaan.4 Pogingen om een dergelijke partijloze democratie in grotere landen in te voeren zijn tot nog toe niet geslaagd.5
In de tweede plaats kunnen volksvertegenwoordigers niet via partijen maar via corporaties of belangenorganisaties, bijvoorbeeld vakbonden, boerenbonden en beroepsverenigingen, gekozen worden. In theorie zou een dergelijk corporatief systeem democratisch kunnen zijn, mits de organisaties open en democratisch functioneren en hun leden vrij kunnen kiezen tussen verschillende kandidaten. De Italiaanse politiek econoom Giuseppe Toniolo pleitte aan het begin van de twintigste eeuw voor een dergelijk systeem: een parlement bestaande uit drie corporaties, waarvan de leden gekozen zouden worden door respectievelijk vakbonden, organisaties van landeigenaren en werkgevers.6 In Nederland stelde de katholieke voorman Carl Romme in de jaren dertig voor om een deel van de Tweede Kamer via bedrijfsorganisaties te laten kiezen.7 Toniolo en Romme konden hun denkbeelden niet verwezenlijken. Vormen van corporatisme kwamen wel tot stand in de jaren dertig in Oostenrijk en Portugal, maar dan binnen een autoritair systeem waar de feitelijke macht berustte bij de regering en de corporatieve organen slechts raadgevende bevoegdheden bezaten.8 Politieke partijen speelden daar geen rol. Bovendien bleven grote groepen feitelijk buiten de corporatieve organisaties: huisvrouwen, werklozen en gepensioneerden beschikten niet over eigen belangenorganisaties. Of een corporatief systeem zonder partijen ook democratisch zou kunnen functioneren moet dus nog bewezen worden.
Een derde optie vormt het model van de radendemocratie. Evenals corporatisten willen radendemocraten volksvertegenwoordigers niet via politieke partijen maar via economische organisaties laten kiezen – in dit geval geen belangenorganisaties maar bedrijven, scholen en andere instellingen. Werknemers van een bedrijf zouden bedrijfsraden kiezen, die niet alleen de bedrijven beheren maar ook op hun beurt afgevaardigden naar lokale bestuursraden zouden aanwijzen, waaruit dan weer een volksvertegenwoordiging op nationaal niveau gekozen zou worden. Om te waarborgen dat ook op hogere niveaus de wil van de werknemers bepalend zou blijven, krijgen afgevaardigden een bindend mandaat mee en kunnen ze door hun kiezers op elk moment teruggeroepen worden. Radendemocratie werkt niet goed in een kapitalistische maatschappij, maar veronderstelt dat de bedrijven in handen zijn van hun werknemers. Burgers die niet in een bedrijf werken zouden via buurtraden aan het politieke proces kunnen deelnemen. Deze radendemocratie werd gepropageerd en hier en daar in praktijk gebracht door revolutionaire bewegingen in Rusland, Duitsland en Hongarije aan het eind van de Eerste Wereldoorlog.9 Lang heeft deze revolutionaire radendemocratie zich echter niet kunnen handhaven. In Rusland wisten de bolsjewieken via de raden (sovjets genoemd) een dictatuur te vestigen die alleen in naam nog iets met raden te maken had, terwijl de radenbeweging in Duitsland en Hongarije door het leger bloedig neergeslagen werd. Ondanks deze treurige afloop bleef het ideaal van een radendemocratie tot het eind van de twintigste eeuw tal van radicale bewegingen inspireren.10
In de vierde plaats zou directe democratie via volksvergaderingen of referenda en volksinitiatieven een gekozen volksvertegenwoordiging in theorie overbodig kunnen maken. In de oudste democratieën ter wereld – stadstaten in het oude Griekenland, maar waarschijnlijk ook in Foenicië en andere streken in Azië – werden de meeste beslissingen genomen door een volksvergadering. Vrouwen, vreemdelingen en slaven mochten daar toen niet aan deelnemen. Een soortgelijk systeem bestaat nog in twee Zwitserse kantons – waar vrouwen overigens ook pas recentelijk mogen meedoen – en bijvoorbeeld in een aantal gemeenten in de Amerikaanse staat Vermont.11 In grotere staatkundige eenheden kan dit natuurlijk niet. Technisch is het mogelijk een digitale volksvergadering te houden waar burgers thuis achter hun computer aan deelnemen. Een vergadering waar honderdduizend of meer burgers actief meedoen lijkt echter praktisch onmogelijk: zelfs als slechts één procent van de deelnemers twee minuten de aandacht van de anderen zou vragen, zou de vergadering al meer dan 33 uur duren. Dit probleem is wel op te lossen indien de burgers slechts zouden meepraten en stemmen over onderwerpen die hun bijzonder aangaan, en over andere kwesties hun stem delegeren aan vrienden of kennissen die zij vertrouwen. Informatici hebben hiervoor software ontwikkeld die liquid feedback of liquid democracy wordt genoemd: ‘vloeibare democratie’, omdat deelnemers hun stem op elk moment ofwel zelf kunnen uitbrengen ofwel aan anderen kunnen delegeren.12 De Piratenpartei Deutschland heeft het systeem in 2010 binnen de eigen organisatie ingevoerd. Daarbij bleek dat de leden na enige tijd de meeste beslissingen delegeerden aan een informele elite van ‘super-voters’, zoals dat in het jargon heet.13
Deze super-voters vervullen binnen de partij ongeveer dezelfde functie als gekozen volksvertegenwoordigers in een parlement. Indien dit model op het niveau van een staat zou worden ingevoerd, zou het dus waarschijnlijk selectie van volksvertegenwoordigers door politieke partijen niet overbodig maken, al zouden ze minder formele macht genieten dan in een parlementair stelsel. Dat geldt ook voor politieke systemen waar een gekozen parlement via referenda en volksinitiatieven geregeld gecorrigeerd wordt door de kiezers, zoals in Californië en Zwitserland het geval is. Politieke partijen wijzen daar wel kandidaten aan voor de uitvoerende en wetgevende macht, maar laten beleidsvorming voor een groot deel over aan het volk.14
In de vijfde plaats kan een volksvertegenwoordiging door middel van loting uit de bevolking geselecteerd worden. Een willekeurige steekproef van honderdvijftig burgers – automonteurs, caissières, schoonmakers en gepensioneerden – vormt de Tweede Kamer. Op het eerste gezicht lijkt het een krankzinnig idee. Toch worden al eeuwen op deze manier in Engeland en de Verenigde Staten jury’s samengesteld die mogen beslissen over leven of dood bij zware misdrijven. Nederland kent deze traditie niet, maar heeft de laatste jaren wel enige ervaring opgedaan met via loting bijeengebrachte burgerjury’s of burgerfora om advies uit te brengen over bepaalde problemen. In 2006 heeft een burgerforum zich gedurende tien weekenden verdiept in de voor- en nadelen van verschillende kiesstelsels en vervolgens daarover een doorwrocht rapport aan de minister van Binnenlandse Zaken overhandigd.15 De Belgische filosoof en schrijver David Van Reybrouck stelt voor om dergelijke burgerfora te betrekken in alle stadia van wetgeving, zowel in de voorbereiding als in de besluitvorming.16 Hij laat zich inspireren door de Amerikaanse beleidsanalist (en voormalig volksvertegenwoordiger) Terrill Bouricius, die eigenlijk overal verkiezing door loting zou willen vervangen.17 Een soortgelijke ‘lottocratie’ wordt aangeprezen door de Amerikaanse politicoloog Alexander Guerrero.18 In dit systeem zouden politieke partijen hoogstens nog als denktanks een rol kunnen spelen; zij zouden hun belangrijkste functie, selectie van volksvertegenwoordigers, niet langer kunnen vervullen.
Denkbaar, maar lastig
Conclusie: democratie zonder partijen is zeker denkbaar, maar is in de praktijk toch lastig. Corporatisme en radendemocratie bleken in het verleden weinig stabiel en eindigden doorgaans in een dictatuur of in een bloedbad. Individuele vertegenwoordiging en directe democratie bleken zonder partijen slechts duurzaam in kleine, overzichtelijke gemeenschappen. Van de lottocratie, oftewel volksvertegenwoordiging via loting, kan dit nog niet gezegd worden, eenvoudigweg omdat deze vorm nog niet op grote schaal is toegepast. Wel worden meer en meer experimenten georganiseerd: binnenkort gaat bijvoorbeeld de gemeente Groningen een wijkraad via loting samenstellen. Indien succesvol, zou dit model ook elders toepassing kunnen vinden. Adviesraden, ondernemingsraden en waterschappen zouden door middel van loting wellicht een breder draagvlak kunnen verwerven. Aan verkiezingen voor dergelijke organen neemt nu immers vaak slechts een minderheid van de kiesgerechtigden deel. Dat geldt soms ook voor gemeenteraadsverkiezingen. Een combinatie van loting en verkiezing zou hier een optie kunnen zijn. Voor de Tweede Kamer gaat dit vooralsnog niet op; het aantal zwevende kiezers mag dan fors zijn toegenomen, een overweldigende meerderheid van het electoraat is nog steeds bereid en in staat een keuze te maken uit het rijke aanbod van partijen. Zolang dat het geval is, zijn partijen dus niet overbodig – al zijn ze niet helemaal onmisbaar.
Noten
- 1.De Britse historicus en rechtsgeleerde James Bryce schreef reeds in 1921: ‘(…) parties are inevitable. (…) No one has shown how representative government could be worked without them’ (James Bryce, Modern Democracies. Londen: MacMillan, 1921, deel I, p. 134).
- 2.Zie Peter Mair, Ruling the void. The hollowing of Western democracy. Londen: Verso, 2013, p. 1; Frank Ankersmit, ‘Doe niet alsof we een echte democratie zijn’, NRC Handelsblad, 28 januari 2017.
- 3.Zie voor een iets uitvoeriger overzicht: Paul Lucardie en Monique Leyenaar, ‘Representatie zonder politieke partijen: van utopie naar praktijk’, in: Sarah L. de Lange, Monique Leyenaar en Pieter de Jong (red.), Politieke partijen: overbodig of nodig? Den Haag: Raad voor het openbaar bestuur, 2014, pp. 165-179.
- 4.Zie over deze eilandstaten: Dag Anckar en Carsten Anckar, ‘Democracies without parties’, Comparative Political Studies 33 (2000), nr. 2, pp. 225-247.
- 5.In Libië, Pakistan en Oeganda is deze ‘partijloze democratie’ in korte tijd ontaard in een dictatuur.
- 6.Giuseppe Toniolo, ‘Vakorganisatie en maatschappijhervorming’, in: P.J.M. Aalberse (red.), Sociale studiën. Leiden: Futura, 1907, deel II, pp. 351-431 (vertaald uit het Italiaans).
- 7.C.P.M. Romme, De corporatiën in den staat. Amsterdam: Van Munster’s Uitgeversmaatschappij, 1935.
- 8.Edward Brongersma, De opbouw van een corporatieve staat. Staatkundige en maatschappelijke grondbeginselen der Portugeesche grondwet van 19 maart 1933. Utrecht: Het Spectrum, 1940; Philippe C. Schmitter, Corporatism and public policy in authoritarian Portugal. Londen: Sage, 1975; Emmerich Tàlos en Walter Manoschek, ‘Politische Struktur des Austrofaschismus (1934-1938)’, in: Emmerich Tàlos en Wolfgang Neugebauer (red.), Austrofaschismus. Beiträge über Politik, Ökonomie und Kultur 1934-1938. Wenen: Verlag für Gesellschaftskritik, 1988, pp. 75-119.
- 9.D. Gluckstein, ‘Workers’ councils in Europe. A century of experience’, in: I. Ness en D. Azzellini (red.), Ours to master and to own. Workers ’ control from the commune to the present. Chicago: Haymarket Books, 2011, pp. 32-47.
- 10.In Nederland ijverde de later in Groen-Links opgegane Pacifistisch Socialistische Partij (PSP) in de jaren zeventig voor een ‘socialistische radenrepubliek’ waarin het volk afgevaardigden zou kiezen ‘op hun werkterrein’ en niet ‘door partijen die een verkiezingscirkus opvoeren’ (Pacifistisch Socialistische Partij, Aktieprogramma PSP 1977-1981 voor een werkelijk socialistische politiek. Amsterdam: PSP, 1977, p. 9).
- 11.Meer hierover in: Paul Lucardie, Democratic extremism in theory and practice. All power to the people. Londen: Routledge, 2014, pp. 44-52.
- 12.Zie bijvoorbeeld: Alois Paulin, ‘Through liquid democracy to sustainable nonbureaucratic government’, eJournal of eDemocracy and Open Government 6 (2014), nr. 2, pp. 216-230.
- 13.Christoph Carl Kling, Jérôme Kunegis, Heinrich Hartmann, Markus Strohmaier en Steffen Staab, ‘Voting behaviour and power in online democracy. A study of liquidfeedback in Germany’s Pirate Party’, arXiv, 26 maart 2015.
- 14.De Californische politicoloog Jack Citrin schrijft dat sinds 1978 ‘all major policy decisions in California have been settled by a popular vote or a threat of such a vote’ (Jack Citrin, ‘Proposition 13 and the transformation of California government’, The California Journal of Politics and Policy 1 (2009), nr. 1). De Zwitserse politicoloog Hanspeter Kriesi beweert nagenoeg hetzelfde over zijn land: ‘le seul pays au monde où la vie politique est véritablement déterminée par les institutions de la démocratie directe’ (Hanspeter Kriesi, Le système politique suisse. Parijs: Economica, 1995, p. 80).
- 15.Zie Monique Leyenaar, De burger aan zet. Burgerforum: theorie en praktijk. Den Haag: Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, 2009. Zie over burgerfora ook: Marc Pauly, ‘Peiling of burgerforum?’, Openbaar bestuur 21 (2011), nr. 1, pp. 10-13.
- 16.David Van Reybrouck, Tegen verkiezingen. Amsterdam: De Bezige Bij, 2013, pp. 128-150.
- 17.Zie Terrill Bouricius, ‘Democracy through multi-body sortition. Athenian lessons for the modern day’, Journal of Public Deliberation 9 (2013), nr. 1, artikel 11.
- 18.Alexander A. Guerrero, ‘Against elections. The lottocratic alternative’, Philosophy & Public Affairs 42 (2014), nr. 2, pp. 135-178.
© 2009-2025 Uitgeverij Boom Amsterdam
ISSN 0167-9155
De artikelen uit de (online)tijdschriften van Uitgeverij Boom zijn auteursrechtelijk beschermd. U kunt er natuurlijk uit citeren (voorzien van een bronvermelding) maar voor reproductie in welke vorm dan ook moet toestemming aan de uitgever worden gevraagd:
Behoudens de in of krachtens de Auteurswet van 1912 gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch door fotokopieën, opnamen of enig andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
Voor zover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikelen 16h t/m 16m Auteurswet 1912 jo. Besluit van 27 november 2002, Stb 575, dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoeding te voldoen aan de Stichting Reprorecht te Hoofddorp (postbus 3060, 2130 KB, www.reprorecht.nl) of contact op te nemen met de uitgever voor het treffen van een rechtstreekse regeling in de zin van art. 16l, vijfde lid, Auteurswet 1912.
Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16, Auteurswet 1912) kan men zich wenden tot de Stichting PRO (Stichting Publicatie- en Reproductierechten, postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp, www.cedar.nl/pro).
No part of this book may be reproduced in any way whatsoever without the written permission of the publisher.