‘Sociale media ondersteunen echte ontmoetingen’
Samenvatting
Signaleren, informeren, opiniëren, motiveren, interacteren, symboliseren; politicus zijn is een publiek werkwoord. En hoe meer sociale media, des te beter, zo lijkt het. Het CDA was een van de eerste partijen die succesvol sociale media inzette (Hyves), en christendemocratische volksvertegenwoordigers gebruiken volop Twitter, Facebook en WhatsApp. Sander van Waveren, voorzitter van de CDA-fractie in Utrecht en hoofd van het Bureau van de Vereniging van Gemeentesecretarissen, is zo iemand. Hij gebruikt voor zijn gemeenteraadswerk vooral Facebook, Twitter en WhatsApp. ‘Utrecht is een jonge stad, met veel studenten, die zijn vaak online te bereiken. Traditionele media worden minder gevolgd.’
‘Er zijn duidelijke verschillen in het gebruik van social media tussen hoger en lager opgeleiden. Twitter is eigenlijk een intermedium, tussen collega-politici, beleidsmakers, journalisten en actieve bewoners. Grote groepen in de stad, zoals studenten en lager opgeleiden, gebruiken het veel minder.’
‘Instagram en vlogs zijn meer van de jongste generaties (tot 30 jaar) en daar zullen we ook meer gebruik van gaan maken, verwacht ik. Maar het kan ook zijn dat er over twee jaar een heel ander platform populair is. In 2010 had Hyves in Nederland nog meer bezoekers dan Facebook; het verandert razendsnel.’
‘Facebook is op dit moment van iedereen, daar zit jong en oud op, en hoog- en laagopgeleid, arm en rijk. Het is wel echt een sociaal platform. Dat betekent geen discussies uit de raadszaal uitmeten, maar informatie over waar ik zelf en de gemeente mee bezig zijn: houd het persoonlijk. En denk aan je publiek: politiek gedoe en online geruzie schrikt juist mensen af.’

Sander Van Waveren (1980)
***
De laatste maanden hebben verschillende opinieleiders hun Twitteraccount opgeheven vanwege de vergroving van het debat. Van Waveren: ‘Je hebt een voorbeeldfunctie om te laten zien hoe het anders kan op het virtuele plein, maar het effect moet je niet overschatten. Ik probeer wel na te denken over hoe ik met berichten bijdraag aan beeldvorming en discussies. Bouw aan vertrouwen door zinvolle informatie te delen voor je achterban; gebruik je kennisvoorsprong als raadslid om interessant te zijn. Daarnaast kun je als politicus ook gericht informatie ophalen over wat er in de stad speelt. Sociale media werken twee kanten op; dat is misschien nog wel het grootste verschil met klassieke kanalen.’
‘De nieuwe digitale media geven geen representatief beeld van vraagstukken – je moet zelf blijven filteren – maar je hoort signalen wel sneller. Waar het kan sluiten we ook low profile aan bij buurtgerichte Facebookpagina’s. Toen een ontsluitingsweg van de wijk Lunetten door werkzaamheden vastliep, waren we op die manier de eerste fractie die het hoorde, en konden wij het op de raadsagenda zetten. Leden uit de buurt zorgden er vervolgens voor dat het nieuwsbericht weer gedeeld en geliket werd. Uiteindelijk is er, dankzij het CDA, een oplossing gekomen.’
‘De klassieke media hebben een steeds kleiner bereik, terwijl sociale media nog steeds groeien in gebruik en bereik. Toch kun je niet zonder de traditionele media. Via sociale media kan namelijk verenging van informatie, een soort informatieverzuiling, optreden. De algoritmes achter de moderne communicatietechnologie zoeken en filteren wat bij jouw profiel past; dat betekent dat de gebruiker steeds meer van hetzelfde ontvangt.’
‘Partijen als DENK en de PVV werken al volledig op die manier. Ze praten niet of nauwelijks met journalisten, maar zorgen voor hun eigen informatiekanalen naar de achterban. Dat is een verschraling van de democratie, want kritische vragen ontwijk je. Als uitwisseling van nieuws en kennis zo gekleurd en beperkt is, raken mensen losgezongen van de rest van de samenleving. Een goed voorbeeld zijn radicaliserende moslims: hun radicaliseringsproces begint vaak via online contacten.’
***
Het raadswerk zelf verandert wel als je wilt gebruikmaken van sociale media, stelt Van Waveren. ‘Je moet eigen, directe communicatiekanalen naar je kiezers opbouwen. Dat betekent adressen en contactgegevens verzamelen, Facebookvrienden voor je winnen en vasthouden. Dat kost veel tijd en energie. Je kunt er ook niet een halfjaar voor de verkiezingen mee beginnen: je moet er voortdurend aan blijven werken om in de sociale nieuwsstroom van je inwoners te komen.’
Zijn sociale media daarmee het politieke gereedschap van de toekomst? Van Waveren, relativerend: ‘Het landelijk beeld heeft verreweg de meeste invloed op kiezers, maar lokaal maakt het ook veel verschil als je mensen persoonlijk kent. Dan heb je ontmoeting nodig. Maar in Utrecht heeft de CDA-fractie drie raadsleden op 340.000 inwoners, dus je moet dat persoonlijk contact ondersteunen met andere kanalen. Door sociale media is in weinig tijd contact op maat mogelijk. Sociale media zijn onmisbaar, maar uiteindelijk kunnen ze echt menselijk contact nooit vervangen.’
Bas Aghina
© 2009-2025 Uitgeverij Boom Amsterdam
ISSN 0167-9155
De artikelen uit de (online)tijdschriften van Uitgeverij Boom zijn auteursrechtelijk beschermd. U kunt er natuurlijk uit citeren (voorzien van een bronvermelding) maar voor reproductie in welke vorm dan ook moet toestemming aan de uitgever worden gevraagd:
Behoudens de in of krachtens de Auteurswet van 1912 gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch door fotokopieën, opnamen of enig andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
Voor zover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikelen 16h t/m 16m Auteurswet 1912 jo. Besluit van 27 november 2002, Stb 575, dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoeding te voldoen aan de Stichting Reprorecht te Hoofddorp (postbus 3060, 2130 KB, www.reprorecht.nl) of contact op te nemen met de uitgever voor het treffen van een rechtstreekse regeling in de zin van art. 16l, vijfde lid, Auteurswet 1912.
Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16, Auteurswet 1912) kan men zich wenden tot de Stichting PRO (Stichting Publicatie- en Reproductierechten, postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp, www.cedar.nl/pro).
No part of this book may be reproduced in any way whatsoever without the written permission of the publisher.