Klank en weerklank
Samenvatting
Het CDA-geluid klinkt nog onvoldoende door in het conceptverkiezingsprogramma voor de komende Tweede Kamerverkiezingen. Als de partituur niet wordt bijgesteld, komt het straks op de dirigent en het orkest aan om er een uitgebalanceerdere en warmere muziekuitvoering van te maken.
De componist Gustav Mahler heeft ooit gezegd: ‘Das Wichtigste in der Musik steht nicht in den Noten.’ Daaraan moest ik denken bij het CDA-conceptprogramma. Ik ben ernaar gaan kijken als naar een partituur. Hoe klinkt het stuk straks als er daadwerkelijk muziek wordt gemaakt? Herkennen wij dan de CDA-klank? In deze bijdrage wordt het conceptprogramma belicht vanuit de volgende vraag: ‘Passen de stijl en de toonzetting voldoende bij de uitstraling die bij het CDA hoort?’
Een verkiezingsprogramma is een document dat voor de partij de koers aangeeft voor een nieuwe kabinetsperiode. Het is een strategisch beleidsdocument. Natuurlijk is het de basis voor de verkiezingscampagne, maar het is geen campagne-instrument. Daar heb je flyers, websites, posters en andere middelen voor. Het opstellen van een verkiezingsprogramma is voor een partij telkens weer een toets of ze voldoende met zichzelf in balans is in een steeds veranderende wereld. De criteria voor de beoordeling van de toonzetting van het verkiezingsprogramma liggen in de kernwaarden die besloten zijn in de drie letters van het CDA.
Alvorens tot een oordeel te komen over de stijl en de toonzetting, maak ik helder op grond van welke criteria ik tot het oordeel kom of de authentieke CDA-klank voldoende doorklinkt in het conceptverkiezingsprogramma.
***
Om te beginnen de gewenste klank vanuit de C. Ten eerste moet dan worden gedacht aan liefde voor het leven. Christenen zien het leven als een geschenk van hun Schepper. De bescherming van het leven – van het prille begin tot en met het naderende einde – is een wezenlijk kenmerk van de christendemocratie. De kwaliteit van een menswaardig bestaan geldt voor eenieder. Waar mensen en het leven kwetsbaar zijn, geldt in versterkte mate dat zij bescherming verdienen door de staat. Het CDA vecht voor de rechten van mensen, ongeacht wie zij zijn, waar ze wonen, waar ze vandaan komen. De liefde voor het leven impliceert ook liefde voor de schepping als geheel. Moeder Aarde is het huis waar onze generatie, na vele voorgaande, mag wonen. Wie zijn kinderen en kindskinderen liefheeft, zal zijn huis liefdevol onderhouden. Ten tweede omzien naar elkaar. Niemand leeft voor zichzelf. Zonder anderen kan een mens niet bestaan. Verbanden en sociale gemeenschappen zijn de natuurlijke biotoop van elk mens. Wij groeien er letterlijk mee op. Het gezinsverband (in de ruime betekenis) vormt de natuurlijke (uitvals)basis voor alle andere vormen van sociale participatie. Sterke sociale verbanden van onderop zijn een voorwaarde voor het functioneren van het subsidiariteitsbeginsel. Het subsidiariteitsbeginsel is weer een belangrijke voorwaarde voor het solidariteitsbeginsel. Beide voor de christendemocratie wezenlijke principes versterken elkaar. Zonder subsidiariteit is er geen ruimte voor solidariteit. Zonder solidariteit is er geen dragend motief voor mensen om zich te organiseren en te verbinden.
Ten derde hoop als christelijke deugd. Het evangelie wordt niet voor niets de blijde boodschap genoemd. Christenen zijn mensen die leven vanuit de hoop. Juist in moeilijke tijden zijn zij geroepen om zich niet door valse profeten van de wijs te laten brengen. Christendemocratische politiek moet altijd in het teken staan van vooruitgang en hoop. Zij staat open voor hoopgevende signalen en weet deze niet alleen te verstaan, maar vooral ook te versterken. Christendemocraten willen versterken en bemoedigen. Perspectief bieden, vooral aan hen die moeilijk een perspectief kunnen of willen zien.
***
Vervolgens de gewenste klank vanuit de D. Ten eerste liefde voor de democratische rechtsstaat. Ernst Hirsch Ballin heeft weleens gezegd dat het christelijk gebod van de naastenliefde op staatkundig niveau een pendant kent, namelijk het gebod van de liefde voor de democratie. Voor christendemocraten zijn de begrippen rechtsstaat en democratie onlosmakelijk met elkaar verbonden. Zij zijn strijdbaar voor een onbelemmerd functioneren van het democratisch systeem. Zij dragen ervoor zorg dat de democratie beschermd wordt en weerbaar is, zowel bij ondermijning van binnenuit als bij bedreigingen van buiten. Democratie en subsidiariteit veronderstellen dat de samenleving vrijheid in- en uitademt. De staat beschermt de vrijheid van de mensen en hun verbanden. De samenleving beschermt de staat en geeft legitimiteit om een praktische vertaling te geven aan het bonum commune. Ten tweede waakzaamheid voor vrijheid en vrede. In de geschiedenis hebben wij zelden een periode gekend van meer dan zeventig jaar leven in vrijheid én vrede. Daar zijn grote inspanningen voor geleverd. In de oorlog, maar ook daarna. Door waakzaam te zijn met bondgenoten die pal staan voor de westerse waarden. Maar ook door strijdbaarheid te tonen als het erop aankomt.
Ten derde liefde voor Europa. Vooraanstaande christendemocraten hebben aan de wieg gestaan van een herwonnen Europa, blijvend gefundeerd op de waarden uit de joodschristelijke traditie. Een Europa in vrede en vrijheid is de basis voor welvaart en voorspoed. Landen die samen meer welvaart voortbrengen dan elk afzonderlijk zijn weer een fundament onder een stabiele vrede en goede verhoudingen. Een vrijemarkteconomie is geen doel op zichzelf, maar dienstbaar aan de Europese waardegemeenschap. Juist in tijden van globalisering en instabiliteit om ons heen is een Europa van de burgers, gebaseerd op subsidiariteit, harder nodig dan ooit.
***
Tot slot de gewenste klank vanuit de A. Het gaat hier om strijdbaar en actief zijn. Er wordt een appel op ons gedaan. En wij doen een appel op de samenleving. Het is niet genoeg dat wij geloven in onze kernwaarden en die uitdragen; wij moeten er ook daadwerkelijk iets mee doen. Politiek is niet alleen voor vergaderzalen. Politiek is meer dan praten. CDA’ers staan midden tussen de mensen. Op school, in het bedrijf, in de zorg, in de sport, in de cultuur. Op pleinen en straten. Het CDA moet streetwise zijn; kordaat aanpakken en doorpakken.
***
Zoals gezegd heb ik het programma bekeken alsof het ging om bladmuziek. Je leest, je analyseert en je probeert je een voorstelling te maken van hoe het klinkt. Anders dan bij het aflezen van de noten van het blad, hoor je de klank pas goed als de muziek wordt gespeeld. Bij deze kritische lezing heb ik vastgesteld dat de drie hiervoor geschetste soorten klankkleur van het CDA slechts in beperkte mate herkenbaar zijn in de tekst van het conceptverkiezingsprogramma. Het belang van traditionele waarden wordt benoemd in de opening, maar daarna wordt het stil. Ook krijg ik bij herlezing het gevoel dat er een weerklank is die afbreuk doet aan de muziek. Als je echt probeert te luisteren – door de noten heen – hoor je een weerklank die voortkomt uit een onbalans op de volgende punten:
– Het grootste gemis vind ik dat het stuk te weinig hoop laat doorklinken. De toon is vaak somber en negatief, weinig verwachtingsvol. Het voelt zeker niet als adventsmuziek op weg naar Kerstmis. Er mag meer blijmoedigheid in doorklinken. De huidige tijd vraagt om politiek leiderschap en een tegendraads geluid, maar tegendraads is voor christendemocraten juist positief en perspectief biedend.
– De liefde voor het leven en voor de schepping klinkt niet krachtig genoeg. Wereldwijd krijgt de encycliek Laudato Si’ navolging. Laat het CDA deze links liggen? De betreffende onderdelen in het verkiezingsprogramma zijn te pianissimo en er ontbreken noten.
– Er komt voortdurend een antioverheidstoon terug. Dat is wellicht in de mode, maar het past niet bij het CDA; het zijn valse noten. De overheid staat niet tegenover de samenleving. Overheid en samenleving maken samen deel uit van de staatsgemeenschap. Dat is inherent aan de democratische rechtsstaat en het subsidiariteitsprincipe.
– Het geluid uit de rechter luidspreker klinkt te hard. Als middenpartij moeten wij voor de goede balans zorgen. Als CDA moeten wij kunnen varen op eigen kracht. Op punten dreigt de VVD rechts ingehaald te worden, zoals bij veiligheid, openbare orde, integratie en migratie.
– Er zijn punten die opportunistisch klinken. Die lijken bedoeld om goed voor de dag te komen, maar ze hebben weinig realiteitswaarde (coffeeshops). Sommige onderdelen zijn detaillistisch voor specifieke doelgroepen.
– Over Europa klinkt de toon niet bepaald als de Negende van Beethoven. Het is schraal en technisch. De warme klanken voor Europa als samenbindende waardegemeenschap ontbreken. Er is slechts een vage echo te horen van de christendemocratische founding fathers.
– De stijl in de taal in het verkiezingsprogramma is in grote lijn fris, strak. De tekst is op bepaalde punten zeker strijdbaar en uitnodigend tot actie. Maar hier en daar slaat dit door, vooral wanneer in de wijvorm wordt gesproken over verantwoordelijkheden die niet tot de rijksoverheid behoren. Er is sprake van rolverwarring. Dat geldt met name voor taken die (nu) tot het taakveld van de gemeenten behoren.
***
Op grond van kritische doorlezing en toetsing aan voor het CDA belangrijke kernwaarden moet worden geconstateerd dat de authentieke grondtonen van het CDA wel in de bladmuziek staan opgeschreven, maar dat het CDA-geluid nog niet zuiver genoeg kan doorklinken als straks de muziek moet worden gespeeld. Als de partituur niet wordt bijgesteld, komt het op de dirigent en het orkest aan om er een uitgebalanceerdere en warmere muziekuitvoering van te maken.
© 2009-2025 Uitgeverij Boom Amsterdam
ISSN 0167-9155
De artikelen uit de (online)tijdschriften van Uitgeverij Boom zijn auteursrechtelijk beschermd. U kunt er natuurlijk uit citeren (voorzien van een bronvermelding) maar voor reproductie in welke vorm dan ook moet toestemming aan de uitgever worden gevraagd:
Behoudens de in of krachtens de Auteurswet van 1912 gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch door fotokopieën, opnamen of enig andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
Voor zover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikelen 16h t/m 16m Auteurswet 1912 jo. Besluit van 27 november 2002, Stb 575, dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoeding te voldoen aan de Stichting Reprorecht te Hoofddorp (postbus 3060, 2130 KB, www.reprorecht.nl) of contact op te nemen met de uitgever voor het treffen van een rechtstreekse regeling in de zin van art. 16l, vijfde lid, Auteurswet 1912.
Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16, Auteurswet 1912) kan men zich wenden tot de Stichting PRO (Stichting Publicatie- en Reproductierechten, postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp, www.cedar.nl/pro).
No part of this book may be reproduced in any way whatsoever without the written permission of the publisher.