‘Dan kraak je toch een kerk?’
Samenvatting
‘Ik ben de Vluchtkerk niet begonnen, maar was er wel vanaf het begin bij betrokken. Je bent natuurlijk knettergek om met een paar onervaren vrijwilligers een onderdak voor “illegalen”, vluchtelingen, te gaan opzetten in het centrum van één van de rijkste steden van het land. In de regel zou je zeggen “Vluchtelingen zijn mijn probleem niet”, maar als iedereen dat zegt, is het niemands probleem en die vlieger gaat niet op.’
‘Bij mij is met de paplepel ingegoten dat er belangrijker zaken in het leven zijn dan een veilige baan en een goede hypotheek. Mijn ouders werken al mijn hele leven bij Jeugd met een Opdracht, een missionaire organisatie die ook al afwijkend was. Zij deden lekenzending, en je moest om dat te doen er zelfs voor betalen. Het onvermogen om een normaal leven te willen leiden, zorgt ervoor dat je bereid bent verder te kijken dan de geijkte paden.’
‘Een aantal jaren geleden werkte ik voor een marketingbureau, een goede baan, en in de weekenden was ik rockmusicus. En toch had ik toen al het idee dat er meer was dan geld verdienen voor mij, mijn klanten, en de baas. Op een gegeven moment werd ik geconfronteerd met het probleem van kindslavernij in de cacao-industrie. In een heel korte periode, twee of drie weken, gebeurde er iets met mij. We hebben allemaal een opdracht: God liefhebben boven alles en je naaste als jezelf. En we hebben allemaal wel ergens een roeping. Die vond ik toen: ga in de wereld rondkijken. Ik heb mijn baan opgezegd en de Nederlandse tak van stichting STOP THE TRAFFIK opgericht, om die kindslavernij aan te pakken.’
Antonie Fountain (1978)
***
‘Toen kwam de Vluchtkerk: ik zat op het verkeerde moment op de verkeerde plek naast de verkeerde persoon. Ik zat in een vergadering bij de Tweede Kamer naast iemand die ik via via wel kende. Zij vertelde dat zij bezig was met de illegalen en vluchtelingen die toen aan de Notweg in Amsterdam bivakkeerden. Drie weken later ontmoette ik haar toevallig weer. Het was op de dag dat de Notweg werd ontruimd. Ze vertelde dat de vluchtelingen op dat moment naar het politiebureau werden gebracht. Terwijl ze dat vertelde kreeg ze een sms’je van een collega die die mensen begeleidde: ze werden in tweetallen op straat gezet, in de Bijlmermeer. Het was 30 november, het zou gaan vriezen. Ik dacht: Dit is mijn stad, en dan maken we 130 mensen gewoon in één klap dakloos? We zijn toen mensen gaan bellen en met een groep betrokken mensen hebben we die vluchtelingen onderdak kunnen geven. In kraakpanden en in gebouwen van het zendingsgenootschap waar mijn ouders voor werken konden ze voor die nacht slapen. Maar op veel van die plekken waren overdag activiteiten, dus na die eerste nacht moesten ze weer weg, de straat op. Wat doe je dan? Wat ieder zinnig mens zou doen: we kraakten een leegstaande kerk. We hebben er wel lang over gediscussieerd: kraken. Er waren politici bij betrokken van partijen die tegen kraken waren. Die kerk was ook totaal ongeschikt als onderkomen. Maar het was beter dan wat de staat oplegde: gedwongen dakloosheid.’
‘Het was natuurlijk een rechttoe rechtaan illegale kraakactie. Daar ben ik zelf overigens niet betrokken bij geweest; ik was de persoon met een grote mond en een netwerk, anderen zijn veel beter geweest in het regelen van allerlei praktische zaken.’
***
‘De vluchteling is geen profiteur; die kritiek komt van mensen die een beperkte kennis hebben van waarom wíj het hier zo rijk hebben en het dáár zo arm is. Wij profiteren in Nederland veel meer van hun armoede dan zij van onze rijkdom. Mensen hebben ook geen idee wat het betekent om met je dochtertje van 3 vierhonderd meter naar de kust van Griekenland te zwemmen nadat je bootje is omgeslagen; in Afghanistan is er echt geen schoolzwemmen.’
‘Iemand als Evert van Benthem, die naar Canada emigreerde, is een gelukszoeker. Ga je gang. Maar iemand die huis en haard ontvlucht omdat hij vreest voor zijn leven, bedreigd wordt of in totale armoede leeft, heeft een veel validere reden. Dat betekent niet dat je zonder eisen iedereen maar toelaat; mensen moeten wel meedoen met de maatschappij híér. Maar ondertussen mogen die vluchtelingen hier helemaal niets doen. Dat is fataal. Het Europese Comité voor Sociale Rechten heeft zich daar duidelijk over uitgesproken, en het kabinet legt die uitspraak naast zich neer. Het inhumaanste is iemand verhinderen mens te zijn.’
‘Het gaat nooit om hen die de macht hebben, maar altijd om hen die géén macht hebben. Zijn de zwakken beschermd? Zo niet, dan moet je daar wat aan doen. Je moet niet altijd blind partij kiezen voor de underdog, maar je moet wel zorgen dat de zwakken bescherming hebben. Bonhoeffer zegt iets in de trant van: het is niet alleen de taak van christenen om de wonden te verzorgen van hen die zijn verpletterd door de wielen van het onrecht, maar ook om een spaak in het wiel van dat onrecht te steken. Het maakt niet uit in welk systeem je je bevindt; als christen hoor je voor de zwakken op te komen.’
Naar: Hans Groen, ‘Antonie Fountain: Vluchtkerk’, in: Christelijk-Sociaal Congres, De kracht van verbondenheid. Perspectieven in een netwerksamenleving. Naar een visie voor het CSC 2016. Doorn/Den Haag: Christelijk-Sociaal Congres, 2015, pp. 33-35.
© 2009-2024 Uitgeverij Boom Amsterdam
ISSN 0167-9155
De artikelen uit de (online)tijdschriften van Uitgeverij Boom zijn auteursrechtelijk beschermd. U kunt er natuurlijk uit citeren (voorzien van een bronvermelding) maar voor reproductie in welke vorm dan ook moet toestemming aan de uitgever worden gevraagd:
Behoudens de in of krachtens de Auteurswet van 1912 gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch door fotokopieën, opnamen of enig andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
Voor zover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikelen 16h t/m 16m Auteurswet 1912 jo. Besluit van 27 november 2002, Stb 575, dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoeding te voldoen aan de Stichting Reprorecht te Hoofddorp (postbus 3060, 2130 KB, www.reprorecht.nl) of contact op te nemen met de uitgever voor het treffen van een rechtstreekse regeling in de zin van art. 16l, vijfde lid, Auteurswet 1912.
Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16, Auteurswet 1912) kan men zich wenden tot de Stichting PRO (Stichting Publicatie- en Reproductierechten, postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp, www.cedar.nl/pro).
No part of this book may be reproduced in any way whatsoever without the written permission of the publisher.