De bootvluchtelingen moeten verplicht in Europa worden opgevangen [2]
Samenvatting
De niet-aflatende vluchtelingenstroom uit Noord-Afrika leidt nu al enkele jaren tot zorgen bij de Europese Unie en met name bij de onder vluchtelingen populaire grensstaten als Italië, Griekenland en Malta. Omdat er meerdere lidstaten bij betrokken zijn, moeten oplossingen gezocht worden vanuit het grensoverschrijdende perspectief van de EU. De noodoplossing van de Europese Commissie om de grote stroom vluchtelingen eerlijk te verdelen over meerdere lidstaten op basis van een verdeelsleutel, doet een appel op de onderlinge solidariteit van de lidstaten. Dit is in eerste instantie op vrijwillige basis. Het idee om het ook wettelijk te verankeren, zodat het verplicht zou worden, is echter om meerdere redenen onverstandig.
***
Het risico is namelijk groot dat dit juist zal leiden tot meer mensensmokkel. Onder de huidige omstandigheden is het zo dat wanneer immigranten in internationale wateren de Europese grenscontroleorganisatie Frontex inroepen voor hulp, deze niets anders kan doen dan de vluchtelingen naar Europa te brengen. Dit is bekend bij de vluchtelingen, waardoor er vraag blijft naar de ‘diensten’ van de smokkelbendes. Wanneer een verplichte herverdeling bij noodsituaties wettelijk zou worden verankerd, wordt in feite de kans op een ‘goede’ afloop – onderdak vinden in een Europese lidstaat – vergroot. Migranten zullen, vanwege hun uitzichtloze situatie in het thuisland, nog meer dan nu al het geval is bereid zijn om grote risico’s te nemen. Hierdoor wordt het voor de mensensmokkelaars nog lucratiever om de gevaarlijke tochten over de Middellandse Zee te organiseren. Zij zullen in de zogenoemde ‘migratiemenu’s’ die bij de vluchtelingen worden aangeprezen adverteren met garanties op een goede opvang in Europa. Op een morbide wijze versterken goed en kwaad elkaar hier. Dit maakt het een precair maar beleidstechnisch ook een zeer complex vraagstuk. Duidelijk is dat er in deze kwestie een dunne scheidslijn loopt tussen solidariteit en naïeve ruimhartigheid.
Bovendien rijst de vraag of de groeiende stroom vluchtelingen wel geholpen zou zijn met verplichte asielquota. De situatie waarin de bootvluchtelingen beland zijn is zeer onwenselijk, maar is een totale afhankelijkheidsrelatie tussen de bootvluchtelingen en de EU wel rechtvaardig? In de christendemocratische politieke filosofie betekent rechtvaardigheid dat mensen niet geblokkeerd mogen worden in hun levensmogelijkheden en zelfontplooiing, maar daarnaast impliceert het ook dat niemand klem mag komen te zitten in een situatie waarin hij volledig afhankelijk is van de ander en overgeleverd is aan diens willekeur. Hier komt de problematiek van de bootvluchtelingen in zicht. Wie niet onderweg verdrinkt, eindigt hoogstwaarschijnlijk als kansarme asielzoeker, zonder enig zicht op maatschappelijke verbetering en ontwikkeling. Is dat rechtvaardig?
In de discussie over bootvluchtelingen wordt nogal eens een beroep gedaan op barmhartigheid, een van oorsprong christelijk begrip. In het verkeer tussen mensen onderling is barmhartigheid een nobele opdracht, maar christelijk handelen laat zich niet gemakkelijk omzetten in overheidshandelen. Het is maar de vraag in hoeverre overheden, die in eerste instantie de orde en het recht dienen te handhaven, belast mogen worden met beginselen als barmhartigheid. Veel van dergelijke beginselen functioneren toch het best wanneer ze op vrijwillige basis worden gebezigd: op basis van een spontane in plaats van een afgedwongen solidariteit.
***
Gegronder is het daarom om spreidingsplannen op basis van vrijwillige opvang te hanteren. Tegelijkertijd dient de EU nadrukkelijker in te zetten op alternatieve oplossingen, zoals preventie aan de hand van een verbeterde opvang in de regio. Momenteel stationeert het gros van bijvoorbeeld de Syriërs die de terreur van IS proberen te ontvluchten zich tussentijds in het veilige Jordanië, Turkije of Libanon. Vervolgens maken zij de doortocht naar het gevaarlijke Libië, gemotiveerd door het sprankje hoop dat ze uiteindelijk ‘misschien wel in een Europees land terechtkomen’. Het is daarom van het grootste belang dat er alles aan gedaan wordt om te voorkomen dat de vluchtelingen met de mensensmokkelaars in contact komen en de doortocht daadwerkelijk maken.
Enerzijds moet de EU daarom, het liefst in samenwerking met de VN, investeren in veilige opvangcentra in Afrika en het Midden-Oosten en deze zo zien te organiseren dat de vluchtelingen er voor langere tijd onder menswaardige omstandigheden kunnen verblijven. Zo worden veiligheid en onderdak gerealiseerd, gericht op terugkeer wanneer de oorlogssituatie ten einde is, om mensen vervolgens de kans te geven bij te dragen aan de wederopbouw van hun land. Anderzijds dienen de banden met mensenrechtenorganisaties en ngo’s aldaar te worden versterkt om de situatie in kaart te brengen, en dienen er akkoorden gesloten te worden met Turkije en landen in Noord-Afrika om ervoor te zorgen dat immigranten die de overtocht willen maken worden tegengehouden. Paradoxaal genoeg ondermijnde de Europese Commissie met het voorstel tot verplichte asielquota echter potentieel Europees beleid dat gericht is op deze oplossingen. Het is aan de EU om iets substantieels voor te stellen gericht op preventie, om dit grensoverschrijdende probleem bij de kern aan te pakken.
© 2009-2025 Uitgeverij Boom Amsterdam
ISSN 0167-9155
De artikelen uit de (online)tijdschriften van Uitgeverij Boom zijn auteursrechtelijk beschermd. U kunt er natuurlijk uit citeren (voorzien van een bronvermelding) maar voor reproductie in welke vorm dan ook moet toestemming aan de uitgever worden gevraagd:
Behoudens de in of krachtens de Auteurswet van 1912 gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch door fotokopieën, opnamen of enig andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
Voor zover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikelen 16h t/m 16m Auteurswet 1912 jo. Besluit van 27 november 2002, Stb 575, dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoeding te voldoen aan de Stichting Reprorecht te Hoofddorp (postbus 3060, 2130 KB, www.reprorecht.nl) of contact op te nemen met de uitgever voor het treffen van een rechtstreekse regeling in de zin van art. 16l, vijfde lid, Auteurswet 1912.
Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16, Auteurswet 1912) kan men zich wenden tot de Stichting PRO (Stichting Publicatie- en Reproductierechten, postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp, www.cedar.nl/pro).
No part of this book may be reproduced in any way whatsoever without the written permission of the publisher.