Nu zijn het niet de katholieke en protestantse scholen die mensen zorgen baren – hun religieuze identiteit is zozeer verwaterd dat de school voor velen acceptabel is –, maar eerder de reformatorische, de islamitische en de FvD-scholen. Laten we kinderen met deze scholen niet in een bubbel terechtkomen, zo vraagt men zich af? Is het niet veel beter dat kinderen met diverse achtergronden bij elkaar in de klas komen, zodat het samen-leven al vroeg bevorderd wordt?

 

De christendemocratie heeft samenleven altijd hoog in het vaandel staan, en dus is het appel dat vanuit de voornoemde gevoelens gedaan wordt, serieus. Zorgt de vrijheid van onderwijs voor een nodeloze scheiding, en wat valt er vanuit de christendemocratie te zeggen over de huidige stand van de vrijheid van onderwijs?

 

Opvallend genoeg wordt in deze CDV een heel andere analyse geboden. Diverse auteurs en geïnterviewden wijzen erop dat niet grote verschillen tussen scholen het probleem zijn, maar eerder het feit dat de meeste scholen sterk op elkaar zijn gaan lijken. De vrijheid van onderwijs staat inderdaad onder druk, maar dit komt vooral doordat er een eenheidsdeken over onderwijskundig Nederland is uitgespreid, iets waarvan scholen zelf zich nog niet eens altijd bewust zijn. Kinderen worden, zo luidt de kritiek, voornamelijk opgeleid om later economisch aan Nederland bij te dragen, en ondertussen worden ze geacht van bovenaf opgelegde normen en waarden te accepteren. Het onderwijs is zo steeds meer doortrokken geraakt van een neoliberaal marktdenken en een liberaal mensbeeld, waardoor de eigenheid van scholen en leerlingen onder druk is komen te staan. ‘Extreem geformuleerd is er dan veeleer sprake van indoctrinatie dan van vorming’, stelt Gerdien Bertram-Troost. Anderen wijzen erop dat dit liberale denken inmiddels ook blijkt uit rapporten van adviesorganen als de WRR en de Onderwijsraad.

 

Ja, er is dus wat mis met de onderwijsvrijheid, maar het is niet een teveel maar juist een gebrek aan pluriformiteit dat zorgen baart, is de wat eigenzinnige analyse in deze CDV. Ouders hebben niet alleen het recht om hun kinderen onderwijs te geven dat in lijn is met hun overtuiging, kinderen hebben ook het recht om onderwijs te ontvangen dat hun in pedagogisch opzicht ruimte biedt en niet van tevoren door volwassenen in Den Haag wordt dichtgetimmerd.

 

Verder in deze CDV veel actualiteit. We worden met allerlei crises geconfronteerd, waarvan de vertrouwenscrisis tussen burger en overheid wel een van de precairste is. Hanke Bruins Slot, minister van Binnenlandse Zaken, gaat in een interview in op het feit dat veel burgers niet meer het gevoel hebben dat Den Haag er voor hen is. Tot deze groep behoren ook de boeren, van wie velen niet meer weten of en hoe ze hun bedrijf straks kunnen runnen. Dit raakt het CDA, omdat de partij een nadrukkelijke rol heeft gespeeld bij de transities van de landbouw in de afgelopen decennia. Ton Duffhues analyseert de relatie tussen CDA en landbouw, en kraakt daarbij harde noten. Ook de discussierubriek ‘Dwars’ is aan het CDA en de opstelling in onder andere het stikstofdossier gewijd. Rob van de Beeten en Mirjam Sterk gaan in debat over de vraag of de recente handelwijze van de partij getuigt van daadkracht en visie of eerder van wanhoop en opportunisme.

 

Ten slotte de internationale crisis als gevolg van de Russische inval in Oekraïne. Paul van Velthoven duikt in de Russische oorlogsgeschiedenis en behandelt de vraag wat deze te zeggen heeft over de impact van de huidige oorlog. Anne Blanksma Çeta doet verslag van een onderzoek naar de visie van Europeanen op de EU. De Russische dreiging heeft de overtuiging dat Europa bescherming kan bieden versterkt, en ook op andere terreinen zien Europeanen steeds minder discrepantie tussen nationale trots en vertrouwen in de EU.