Diverse punten vallen op. In de samenleving ligt de lat qua geluk zo hoog dat jongeren al snel het gevoel hebben hier niet aan te kunnen tippen. Ze zien leeftijdgenoten op sociale media de leukste dingen beleven, en denken algauw dat zij er niet bij horen of gaan zich eenzaam voelen. Om negatieve gevoelens bij jongeren te voorkomen hebben we als politiek en samenleving daarom vol ingezet op preventie, wat echter als een boomerang lijkt terug te komen. Aandacht voor het voorkómen van negatieve gevoelens heeft als paradoxaal effect dat jongeren menen dat ze zich eigenlijk nooit rot of somber mogen voelen. Preventie problematiseert bepaald gedrag, in plaats van dat jongeren leren dat het leven nu eenmaal niet altijd leuk is. Daar komt bij dat deze negatieve gevoelens bij jongeren vaak gemedicaliseerd worden: ze worden niet alleen als abnormaal gezien, maar ook als ongezond. Met die preventieve, gemedicaliseerde blik hebben we een utopische samenleving gecreëerd waarin het afwijkende – hoe anders ook beleden – niet mag bestaan en met alle macht moet worden bestreden.

 

Het is opvallend hoe vaak in dit nummer het woord ‘normaliseren’ valt. De christendemocratie is de politieke overtuiging die waarden en normen hoog in het vaandel heeft staan, maar je kunt de norm ook rigide of verkeerd stellen. Diverse auteurs roepen op tot een debat over de hoge normen die we zijn gaan stellen, waardoor veel gedrag hierbuiten valt.  Daarnaast moeten we kijken naar de blinde vlekken in onze samenleving. Het individualisme viert hoogtij, waardoor jongeren in enkel op henzelf gerichte hulptrajecten terechtkomen. Het stempel ‘probleemjongere’ geeft hun het idee dat er wat mis is met henzelf, terwijl we de samenleving eromheen ongemoeid laten. ‘Je kunt bij een verslaafd kind een casemanager inschakelen, maar als je de drugsdealers niet uit de wijk  haalt, wordt het kind niet echt geholpen’, aldus psychiater Damiaan Denys. Ondertussen laten we veel laakbaar gedrag onbesproken, omdat we niet over het privéleven van anderen willen oordelen. Het is verademend te lezen hoe een jonge medewerker van het initiatief WALHALLAb twee gescheiden ouders dwingt om samen over hun zoon te praten, waar deze ouders als gevolg van hun vechtscheiding altijd dit gemeenschappelijke gesprek hebben weten te vermijden.

 

Het gaat dus om de samenleving, waaraan de politiek dienstbaar moet zijn. Het is beangstigend te moeten constateren dat we in Nederland een jeugdhulp hebben gecreëerd waarin – met de beste bedoelingen – allerlei instanties en bedrijven floreren, maar waarin veel jongeren zelf tussen de wal en het schip terechtkomen. De systeemwereld heeft het dan gewonnen van de leefwereld, om in de terminologie van het WI-rapport Zij aan zij te blijven.

 

In Christen Democratische Verkenningen staat de christendemocratische visie centraal, dit keer gericht op de jeugd en de jeugdhulp, die er werkelijk om schreeuwen dat niet systemen maar mensen in hun onderlinge verbanden weer tot hun recht komen. Kritiek op de politiek is nodig, ook zelfkritiek, maar eveneens kritiek op de samenleving waaraan we allemaal een bijdrage leveren. Dit vraagt niet om politici die wekelijks een dik christendemocratisch handwerk doorploegen, maar wel om politici die de christendemocratie dagelijks in- maar zeker ook weer uitademen. Dat vergt denkkracht en moed.