In de huidige omstandigheden die gedomineerd worden door het coronavirus heeft het iets vervreemdends u een tijdschrift voor te leggen dat aan geheel andere thema’s is gewijd. Toch doen we dat, in de hoop dat we het virus de baas worden, in het besef dat het leven doorgaat, maar ook in de overtuiging dat een christendemocratische visie en levenshouding in elke tijd van waarde zijn.

Auteurs van diverse bijdragen benadrukken in dit nummer dat als thema 'vijf jaar decentralisaties' heeft het begrip 'subsidiariteit'. Dit betekent iets anders dan eenvoudig decentraliseren, zo laat Frank van den Heuvel zien. Het begint niet van bovenaf maar van onderop, zodat gemeenten niet allemaal hetzelfde takenpakket toebedeeld krijgen, maar er oog komt voor verschillen. Dat sluit aan bij de constatering van anderen – zie het gesprek met Jolanda Pierik en het artikel van Ayeh Zarrinkhameh en Veerle van den Broek – dat in veel gemeenteraden het politieke debat over welke fundamentele keuzes een stad of dorp ten aanzien van zorg en arbeidsbemiddeling wil maken, nauwelijks wordt gevoerd. Subsidiariteit is daarmee een wezenlijke bijdrage van de christendemocratie die gemakkelijker genoemd is dan uitgevoerd. Ze onderscheidt zich van de wat zakelijke benadering van liberalen, en van de socialistische benadering die meer controle wil, zoals Geerten Boogaard en Rogier van der Wal aangeven. Tegelijk behelst ze iets waar wij mensen moeilijk toe in staat zijn: de kunst van het loslaten. Wel politiek verantwoordelijk zijn, maar tegelijk de neiging tot controle onderdrukken, is niet iedereen gegeven, en vergt moed en praktische levenswijsheid. Terecht wijst Janny Bakker erop dat mensen het liefst de regels willen volgen, maar dat ware politieke betrokkenheid soms juist betekent dat we van de regels moeten afwijken. Doelmatigheid en efficiency kunnen op papier gehaald zijn, maar in de praktijk hulp juist in de weg staan, zoals Marius Buiting aangeeft.

Subsidiariteit wordt ook door voormalig CDA-leider Maxime Verhagen aangehaald in de interviewrubriek ‘Vanuit de basis’. Hij stelt de vraag of de decentralisatie op het gebied van de ruimtelijke ordening moet worden teruggedraaid, omdat de gemeenten niet de middelen hebben gekregen om hun taken en verantwoordelijkheden waar te maken. Als voorzitter van Bouwend Nederland én christendemocraat ziet Verhagen zaken op allerlei terreinen in ons land vastlopen – het interview vond plaats voordat de coronacrisis in volle omvang zichtbaar werd –, en hij wijt dat aan te weinig daadkracht en totaalvisie bij de coalitie. Verder in het actualiteitsdeel een bijdrage over de manier waarop de VVD religie steeds meer achter de voordeur wil stoppen, maar zo haar visie op zelfbeschikking aan de hele samenleving lijkt te willen opleggen; een bijdrage over de manier waarop de universiteiten worden bekostigd en de gevolgen die dat met name voor de geesteswetenschappen heeft; en een artikel van de Kamerleden Pieter Heerma en Agnes Mulder over de christendemocratische visie op duurzaamheid, mede naar aanleiding van het overlijden van de Britse filosoof Roger Scruton.

Ten slotte wil ik u wijzen op het artikel van Paul Rüpp, die de moeilijke vraag behandelt welke grenzen er zijn aan de samenwerking tussen een partij op christendemocratische grondslag en andere partijen. Kunnen we vanuit de christendemocratie met elke democratisch gekozen partij samenwerken die niet door de rechter is veroordeeld? Zo nee, wat zijn dan de grenzen en criteria? Deze vraag is actueel nu een nieuwe partij op het populistische front zich als mogelijke coalitiepartner heeft aangediend: Forum voor Democratie.

Wie het artikel van Boogaard en Van der Wal leest (zie ook de gratis artikelen), ziet dat subsidiariteit met vertrouwen te maken heeft: vertrouwen geven, zonder de drang om alles wanhopig te willen beheersen. Toch bestaat er geen vertrouwen zonder risico. Dat betreft relaties tussen mensen, maar ook tussen overheden onderling en tussen overheid en burger. Mensen, ook Mark Rutte, artsen en medewerkers van het RIVM, kunnen fouten maken. We weten niet zeker welke strategie ten aanzien van het coronavirus het best werkt. Maar we kunnen er wel op vertrouwen dat de betrokken personen en overheden zich door deskundigheid laten leiden en indien nodig het beleid bijstellen. We geven ze niet het voordeel van de twijfel, maar van het vertrouwen. Dat is wezenlijk anders dan de luidruchtige stemmingendemocratie die populisten hanteren.