In het openingsstuk van het thema van deze CDV gaat Hans Vollaard in op de uitslag van de verkiezingen. Hij behandelt het thema van Europese desintegratie. Vollaard geeft in zijn bijdrage aan waarom desintegratietendensen binnen de EU niet leiden tot het uiteenvallen daarvan. 
Interessant in dit kader is het WRR-rapport Europese variaties. Het is volgens de WRR essentieel voor het draagvlak van het Europese project dat er creatiever over de toekomst van de EU wordt nagedacht en dat de fundamentele vraag naar eenheid en verscheidenheid in de Unie opnieuw aan de orde wordt gesteld. Een keuze tussen volledige integratie of desintegratie is niet nodig. Die tegenstelling lijkt de discussie overzichtelijk te maken, maar doet volgens de WRR geen recht aan de veelkleurige werkelijkheid van Europa. In deze CDV spreken we met de opstellers van het WRR-rapport Ernst Hirsch Ballin, Huub Dijstelbloem en Mathieu Segers. Er is volgens hen een verkrampt debat gaande over Europa in termen van meer of minder integratie, of zelfs voor of tegen Europa. Zo’n gepolariseerd debat kan de tegenstellingen in landen vergroten en is daarom gevaarlijk, zo geven zij aan. Alleen al het debat over de brexit illustreert heel goed hoe misleidend de zwart-witvoorstellingen over Europa zijn; de slogan ‘Brexit means Brexit’ is een lege huls gebleken.
Armin Cuyvers gaat verder op de brexit in. Het is verleidelijk om de schuld van de brexit volledig bij het VK te leggen, stelt hij. Dat voedt het gevaar van wat Cuyvers de EU-onvermijdelijkheid
noemt. Veel productiever is het om het brexitdrama te benutten om na te denken over flexibele vormen van lidmaatschap en een stevigere democratische verankering van de EU door de lidstaten. Deze voorstellen liggen in lijn met de analyse van de WRR, die laat zien dat Europa zich ook nu al niet eenvormig ontwikkelt, maar variaties kent, bijvoorbeeld in termen van lidmaatschap (wel of niet deelnemen aan de euro of Schengen) en naar beleidsthema’s (zoals asiel, de vormgeving van de interne markt en het begrotingsbeleid).
In deze CDV nemen we de door de WRR geworpen handschoen op door anders, creatiever naar de toekomst van de Unie te kijken. Diverse auteurs doen daar een aanzet toe. Zo stelt Luuk van Middelaar dat de EU niet primair meer het decor is van regelpolitiek, maar dat het mobiliseren van beslismacht en handelingsvermogen van cruciaal belang is. Dit betekent onder meer dat het belang van de Europese Raad toeneemt. Ook laat hij zien dat gebeurtenissenpolitiek onvermijdelijk een terugkeer van de ongelijkheid tussen lidstaten betekent. 
Caspar Veldkamp, Nederlands ambassadeur in Athene, blikt terug op de eurocrisis en vluchtelingencrisis en de gevolgen daarvan voor Griekenland. Cruciaal bij beide is volgens hem de factor van goed bestuur in het Zuid-Europese land, die door een eenzijdige economische oriëntatie van de EU is verwaarloosd.
Ook oud-minister van Defensie Eimert van Middelkoop bepleit een andere blik op Europa. De interne oriëntatie moet plaatsmaken voor een externe, zo zegt hij.
Verder vindt u in dit CDV een interview met Herman Van Rompuy. Hij is binnen deze CDV wellicht de meest uitgesproken vertegenwoordiger van het klassieke ideaal van Europese integratie, dat meer naar het federatieve model neigt dan naar het confederatieve ideaal. Van Rompuy pleit vooral voor leiderschap binnen de EU en voor minder angst om voor de waarde van die EU uit te komen. Anders dan Van Middelaar (zijn voormalig woordvoerder) is hij aanmerkelijk sceptischer over het Europa van verschillende snelheden en van kopgroepen.
De Duitse politiek wetenschapper Ulrike Guérot stelt nog een ander perspectief voor. Volgens haar is het dringend gewenst om tegen de stroom in werk te maken van het Europese burgerschap, namelijk door niet de ‘Unie van Staten’, maar de ‘Unie van Burgers’ te benadrukken.
Dit themanummer laat vooral debat zien naar aanleiding van de veranderende aard van de Unie en de wens voor meer zeggenschap van de nationale lidstaten daarbinnen. De veranderende aard van de Unie stelt de christendemocratie voor een aantal vragen: Hoe verhoudt ‘an ever closer union’ zich tot de praktijk? Hoe vorm geven aan een menswaardig asielbeleid? Hoe geven we binnen Europa vorm aan het Rijnlandse model nieuwe stijl? Wat betekent christendemocratie voor de EVP in de praktijk? In dit nummer vindt u van het debat over deze vragen een voorproefje. Dit debat is het waard gevoerd te worden. Want het unieke karakter van de Europese Unie, met haar inzet voor de menselijke waardigheid en mensenrechten en haar sociaal-economische ordeningen die niet alleen op negatieve vrijheidsrechten maar ook op positieve vrijheidsrechten gebaseerd zijn, zou zomaar geschonden kunnen worden.
 
Kernwaarden
In het actualiteitsdeel is politiek debat over de christendemocratie aanwezig. In april kwam via Trouw het discussiestuk Verandering en vertrouwen naar buiten van een aantal christendemocraten onder aanvoering van Jeroen Kremers. Nog recenter nam Sybrand Buma afscheid als fractievoorzitter van het CDA in de Tweede Kamer, en daarmee als partijleider. Op de leiderschapswissel en het discussiestuk en daarmee ook op de huidige positie van het CDA wordt in deze CDV een blik geworpen. Allereerst door politicoloog Tom van der Meer, die de partij een spiegel voorhoudt als het gaat om politiek bedrijven vanuit de eigen kernwaarden. Dat doet het CDA onvoldoende, waarmee de partij niet alleen haar eigen overtuiging veronachtzaamt, maar ook nog eens electoraal met vuur speelt.
Frank van den Heuvel, zelf bij het zojuist genoemde discussiestuk betrokken, schrijft over de achtergrond en bedoeling ervan en gaat ook in op de leiderschapswissel in het CDA. Dat laatste doet ook Hans Hillen, die daarnaast uit eigen ervaring een analyse van de politiek in het algemeen en van het CDA in het bijzonder biedt. Ten slotte pikken we in de rubriek ‘Dwars’ één specifiek punt eruit, dat van de kernenergie. Past dit bij een christendemocratische politiek of juist niet?
In de interviewrubriek ‘Vanuit de basis’ komt Elco Brinkman aan het woord. Hij heeft zijn afscheid van de Senaat en daarmee van zijn politieke loopbaan gemarkeerd met de uitgave van zijn memoires. We blikken terug op de voor het CDA en hem persoonlijk roerige jaren tachtig en negentig, maar tasten ook af waar de kern van christendemocratische politiek ligt. Daarbij komt een niet onbelangrijke vraag aan de orde: hoe gaan we om met het feit dat steeds meer financiële gevolgen van individuele keuzes in onze ‘alles-moet-kunnen-maatschappij’ voor rekening van de overheid komen? Voor de christendemocratie met haar eigen visie op het spanningsveld tussen staat, markt en samenleving biedt deze vraag een mooie uitdaging. Zie ook het gratis artikel.