Aan de hand van vijf delen worden antwoorden gezocht. Een eerste aanknopingspunt ligt in ‘De ethiek van het vluchtelingenbeleid’, zoals de titel van het eerste deel luidt. Barmhartigheid en rechtvaardigheid worden in het publieke debat dikwijls tegenover elkaar geplaatst, alsof de barmhartigheid er is voor degenen in nood en de rechtvaardigheid omwille van de Nederlandse samenleving. Fred van Iersel laat zien dat barmhartigheid voorafgaat aan de rechtvaardigheid; ze kunnen niet zonder elkaar. 

Het tweede deel, ‘Cultuur- en religiepolitiek’, laat zien hoe in de bronnen en waarden van de rechtsstaat aanknopingspunten liggen voor verbindingen over culturele en religieuze grenzen heen. Het is nodig om de kernwaarden van de rechtsstaat opnieuw te benoemen. Niet om, zoals Ab Klink stelt, lucht te geven aan superioriteitsgevoelens, maar juist om degenen die zich willen onttrekken aan een cultuur van haat en onverdraagzaamheid de hand te reiken. In het democratische burgerschap zou weleens een sleutel kunnen liggen voor die verzoening, zoals Sybrand Buma en Pieter Heerma stellen. Han Entzinger wijst erop dat het huidige inburgeringsbeleid, in de greep van een doorgeslagen zelfredzaamheidsgedachte, onvoldoende is toegesneden op de grote aantallen vluchtelingen. Het is van belang om hen intensiever te begeleiden.
Integratie moet niet alleen in culturele zin, maar ook in sociaal-economisch opzicht vorm krijgen. De gedachte dat een groot deel van de vluchtelingen graag teruggaat naar hun land van herkomst, mag geen vrijbrief zijn om niet te investeren in hun arbeidsmarktpositie, betoogt Anton Hemerijck in het derde deel, ‘Sociaal-economische politiek’. Godfried Engbersen, Jaco Dagevos en Meike Bokhorst komen met werkbare voorstellen. 
Het vluchtelingenbeleid kan noodzakelijkerwijs alleen in internationaal en Europees verband vorm krijgen. Jeroen Lenaers zoekt in het vierde deel, ‘Internationele politiek’, naar een nieuwe grondslag voor het vluchtelingenbeleid en ziet kansen voor een modernisering van het Vluchtelingenverdrag. René Grotenhuis wijst op het belang van het steken van meer energie
in een waardig en perspectiefrijk terugkeerbeleid. 
Kunnen we tegenstellingen overbruggen? Sjaak Koenis betoogt in het laatste deel, ‘De polarisatie voorbij’, dat we een gezonde vorm van nostalgie zouden moeten ontwikkelen; een waarin ons ‘thuis’ geen object van liefde of fobie is, maar een plek waar we ons thuis kunnen voelen zonder weg te vluchten voor de spanningen die democratie nu eenmaal met zich meebrengt. Hans de Bruijn pleit voor de heruitvinding van het gematigde midden, om de heilloze links-rechtsretoriek voorbij te komen. Het is een beetje zoals bij de barmhartige Samaritaan. Die was geen heilige maar een gewoon mens en die zocht naar een nuchter compromis tussen de zorg voor zichzelf en de zorg voor de ander.